Het Evangelie is rijk en vrij. In het Evangelie wordt Christus Zelf aangeboden! De vaste Rots van ons behoud. Ook aan mij? Ja, aan iedereen die het Evangelie hoort. Maar ik kan dit toch niet zelf aannemen? Redeneer het Evangelie alsjeblieft niet weg. Verschuil je niet achter je onmacht en geef niet stiekem God de schuld. Jezus roept je, Hij nodigt je, ja, Hij smeekt je om je met God te laten verzoenen (2 Kor. 5:20). De Heere Jezus preekte Zelf zo dat er niets overblijft dan met lege handen naar Hem toe te gaan (zie: ‘Hoe preekt de Heere Jezus?‘).
De vraag die ik regelmatig hoor, is: Hoe weet ik nu dat ik naar Christus ben gegaan en dat Hij mij heeft aangenomen? Hoe weet ik dat ik echt mijn vertrouwen op Hem heb gesteld? Hoe weet ik of mijn geloof echt is? Het is niet verkeerd om je dit af te vragen. Het is een Bijbelse opdracht om jezelf te onderzoeken (2 Kor. 13:5). De Heere Jezus eindigt Zijn bekendste preek, de Bergrede, met precies die oproep tot zelfonderzoek. Ben je een wijze of een dwaze bouwer (Matth. 7:24-27)? In dit artikel wil ik je vertellen wat Spurgeon over dit Bijbelgedeelte zegt.
Jezus wijst ons aan het einde van de Bergrede op het verschil tussen het horen van Zijn woorden en het doen ervan. Als je Zijn woorden hoort én doet, ben je een wijze bouwer (Matth. 7:24). Als je Zijn woorden hoort maar níet doet, ben je een dwaze bouwer (Matth. 7:26). Over welke woorden gaat het hier? Spurgeon legt uit:
Jezus had veel dingen gezegd, maar ik denk dat Hij in het bijzonder de volgende twee aansporingen bedoelde toen Hij zei: ‘Ieder die deze woorden van Mij hoort en ze doet, zal Ik vergelijken met een wijs man.’ De eerste was: ‘Gaat in’ (Mattheüs 7:13), en de tweede was: ‘Wacht u’ (Mattheüs 7:15).De Heere had gesproken over de enge poort, over de smalle weg, en over de weinigen die die weg bewandelen. Zijn dringende oproep was: ‘Gaat in.’ Niet: ‘Leer er alles over en wees dan tevreden.’ Niet: ‘Lever kritiek op de reizigers en hun weg.’ Niet: ‘Probeer de poort te vergroten en de weg breder te maken.’ Maar eenvoudig: ‘Gaat in.’ Gehoorzaam het Evangelie, geloof het getuigenis over Jezus dat u erin vindt, leer de geheimenissen ervan kennen, ontvang de zegeningen ervan en reis over de weg die het wijst. Als u over de weg naar de hemel hoort spreken, maar niet over die weg reist, bent u dwaas. Als u over de enge [dat is: nauwe] poort leest en u inspant om daar doorheen te gaan, bent u wijs.Daarna liet de Heere een tweede aansporing volgen: ‘Wacht u.’ ‘Wacht u,’ zegt Hij, ‘voor valse profeten.’ En nadat Hij dit had uitgelegd, voegde Hij er als het ware aan toe: ‘Wacht u voor valse belijdenissen.’ Wacht u voor valse profeten, want zij kunnen u misleiden. Ze kunnen u een verlossing voorhouden die niet zal verlossen, een luchtspiegeling die lijkt op een heldere, verfrissende beek, maar slechts de spot drijft met uw dorst. Wees op uw hoede voor elke leer die u wil wegleiden bij de ene Zaligmaker van de zielen der mensen.En wacht u voor een valse belijdenis, ook al laten ze u om het hardst roepen: ‘Heere, Heere.’ U kunt zo’n belijdenis uitspreken en daarnaast grote gaven hebben, zoals het uitwerpen van demonen, en buitengewone bekwaamheden, zoals alleen profeten die hebben; maar dat zal u niet baten. Op de dag waarop de Meester alleen diegenen op Zijn bruiloftsfeest verwelkomt die op aarde Zijn strijd hebben gestreden, zal Hij zeggen tegen allen die de wil van de Vader niet hebben gedaan: ‘Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der ongerechtigheid.’Dat zijn twee uitspraken van Christus die bijna alles omvatten wat Hij ooit heeft gezegd: ‘Gaat in’ en ‘Wacht u.’ Zorg dat u ze niet alleen hoort, maar ook doet.
Jezus had veel dingen gezegd, maar ik denk dat Hij in het bijzonder de volgende twee aansporingen bedoelde toen Hij zei: ‘Ieder die deze woorden van Mij hoort en ze doet, zal Ik vergelijken met een wijs man.’ De eerste was: ‘Gaat in’ (Mattheüs 7:13), en de tweede was: ‘Wacht u’ (Mattheüs 7:15).
De Heere had gesproken over de enge poort, over de smalle weg, en over de weinigen die die weg bewandelen. Zijn dringende oproep was: ‘Gaat in.’ Niet: ‘Leer er alles over en wees dan tevreden.’ Niet: ‘Lever kritiek op de reizigers en hun weg.’ Niet: ‘Probeer de poort te vergroten en de weg breder te maken.’ Maar eenvoudig: ‘Gaat in.’ Gehoorzaam het Evangelie, geloof het getuigenis over Jezus dat u erin vindt, leer de geheimenissen ervan kennen, ontvang de zegeningen ervan en reis over de weg die het wijst. Als u over de weg naar de hemel hoort spreken, maar niet over die weg reist, bent u dwaas. Als u over de enge [dat is: nauwe] poort leest en u inspant om daar doorheen te gaan, bent u wijs.
Daarna liet de Heere een tweede aansporing volgen: ‘Wacht u.’ ‘Wacht u,’ zegt Hij, ‘voor valse profeten.’ En nadat Hij dit had uitgelegd, voegde Hij er als het ware aan toe: ‘Wacht u voor valse belijdenissen.’ Wacht u voor valse profeten, want zij kunnen u misleiden. Ze kunnen u een verlossing voorhouden die niet zal verlossen, een luchtspiegeling die lijkt op een heldere, verfrissende beek, maar slechts de spot drijft met uw dorst. Wees op uw hoede voor elke leer die u wil wegleiden bij de ene Zaligmaker van de zielen der mensen.
En wacht u voor een valse belijdenis, ook al laten ze u om het hardst roepen: ‘Heere, Heere.’ U kunt zo’n belijdenis uitspreken en daarnaast grote gaven hebben, zoals het uitwerpen van demonen, en buitengewone bekwaamheden, zoals alleen profeten die hebben; maar dat zal u niet baten. Op de dag waarop de Meester alleen diegenen op Zijn bruiloftsfeest verwelkomt die op aarde Zijn strijd hebben gestreden, zal Hij zeggen tegen allen die de wil van de Vader niet hebben gedaan: ‘Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der ongerechtigheid.’
Dat zijn twee uitspraken van Christus die bijna alles omvatten wat Hij ooit heeft gezegd: ‘Gaat in’ en ‘Wacht u.’ Zorg dat u ze niet alleen hoort, maar ook doet.
De oproep is dus om niet alleen naar de woorden van de Heere Jezus te luisteren, maar ze ook te doen. Dat betekent: ga naar binnen door de smalle poort en laat je niet misleiden door een leer die je wegtrekt van de Zaligmaker. Dan ben je zoals de wijze bouwer die op de rots bouwt. Spurgeon noemt een paar kenmerken van zo’n wijze bouwer:
Spurgeon zegt niet: berouw is een voorwaarde om tot Christus te mogen gaan. Hij zegt wel: als je geen berouw hebt over je zonde, besef je niet waarvan je verlost moet worden. Spurgeon zegt niet: alleen mensen die heilig leven, zijn oprechte gelovigen. Hij zegt wel: als je rustig blijft zondigen, als je niet tegen de zonde strijdt, weet je zeker dat je een dwaze bouwer bent. (In Romeinen 7:14-26 vertelt Paulus meer over deze strijd.) Kortom, we mogen tot Jezus komen zoals we zijn, maar we mogen niet blijven zoals we waren.
Is het nu de bedoeling dat we gaan twijfelen aan ons geloof? Nee, het is de bedoeling dat ons geloof gegrond wordt op de Rots. Dat we op niets anders bouwen dan op Christus Zelf. Niet op zand, niet op ons eigen graven in onszelf, niet op onze gevoelens en bevindingen, niet op onze ellendekennis. God wil dat we bouwen op Jezus alleen. Dat we leven uit Hem en door Hem. Spurgeon zegt het zo:
Gebrek aan diepgang, gebrek aan oprechtheid, gebrek aan echtheid in de godsdienst: dat is het gebrek van onze tijd. We zijn te weinig op God gericht, we gaan niet eerlijk om met onze eigen ziel, we geven geen gehoor aan Gods opdracht om de zonde in ons eigen hart en leven op te sporen, we zijn slordig als het gaat om het leven uit Christus. O ja, we lezen veel over Hem en we praten veel over Hem, maar we eten te weinig van Zijn vlees en drinken te weinig van Zijn bloed. Dit zijn de oorzaken van een wankelende belijdenis en een ongegronde hoop.Zo heb ik de gelijkenis willen uitleggen. Oprechte zielen heb ik niet willen ontmoedigen, maar ik heb u willen aansporen: ‘Maak uw roeping en verkiezing vast. Bouw op de liefde van Christus, op Zijn oprechtheid, op Zijn verlangen, op het werk van de Heilige Geest, en laat u niet misleiden.’
Gebrek aan diepgang, gebrek aan oprechtheid, gebrek aan echtheid in de godsdienst: dat is het gebrek van onze tijd. We zijn te weinig op God gericht, we gaan niet eerlijk om met onze eigen ziel, we geven geen gehoor aan Gods opdracht om de zonde in ons eigen hart en leven op te sporen, we zijn slordig als het gaat om het leven uit Christus. O ja, we lezen veel over Hem en we praten veel over Hem, maar we eten te weinig van Zijn vlees en drinken te weinig van Zijn bloed. Dit zijn de oorzaken van een wankelende belijdenis en een ongegronde hoop.
Zo heb ik de gelijkenis willen uitleggen. Oprechte zielen heb ik niet willen ontmoedigen, maar ik heb u willen aansporen: ‘Maak uw roeping en verkiezing vast. Bouw op de liefde van Christus, op Zijn oprechtheid, op Zijn verlangen, op het werk van de Heilige Geest, en laat u niet misleiden.’
Als jouw huis op de rots is gebouwd, ben je veilig. Dan hoef je niet te vrezen als het water en de wind komen – of dat nu verleidingen of vervolgingen zijn of zelfs de dood. Bouwen op de Rots Christus is eenvoudig vertrouwen op Hem (zie hierboven bij ‘echt geloof’). Het betekent dat je helemaal, met alles, steunt op Jezus Christus. Je houdt je vast aan Gods verbond en Zijn beloften:
De christen rust vredig op Christus. Beproevingen zullen komen, de ene na de andere, maar deze werpen hem niet omver; ze maken zijn hoop op Christus Jezus alleen maar sterker. En wanneer de dood dan uiteindelijk komt, die ontzaglijke vloed die alles omverwerpt wat niet vast genoeg zit, lukt het hem niet om de hoop van de wijze bouwer te laten wankelen. De christen rust op wat Christus heeft gedaan; de dood kan daar niets aan veranderen. Hij gelooft in een trouwe God; zijn sterven kan daar niets aan veranderen. Hij gelooft in het verbond dat is ondertekend, verzegeld en bekrachtigd, het verbond dat ‘in alles wel geordineerd en bewaard is’ (2 Sam. 23:5). Hij houdt vast aan elk ‘Ik zal’ en ‘Ik wil’ van de onveranderlijke God. Deze woorden zijn allemaal verzegeld met het bloed van de Verlosser; de dood kan daar niets aan veranderen.En wanneer de laatste bazuin klinkt, wanneer het vuur dat ieders werk zal beproeven uit de troon van God komt, is de mens die oprecht en met hart en ziel Christus heeft aangegrepen niet bang voor dat ontzaglijke uur. Wat geeft het dat de bazuin dan oorverdovend luid en lang klinkt, dat de doden opstaan, dat de engelen zich verzamelen rond de grote witte troon, dat de pilaren van de hemel sidderen, dat de aarde versmelt en de elementen brandend vergaan? De man Gods weet dat de Rots waarop hij heeft gebouwd nooit zal bezwijken, en dat de hoop die hij uit genade heeft ontvangen onwankelbaar is. Te midden van dit alles glimlacht hij kalm.
De christen rust vredig op Christus. Beproevingen zullen komen, de ene na de andere, maar deze werpen hem niet omver; ze maken zijn hoop op Christus Jezus alleen maar sterker. En wanneer de dood dan uiteindelijk komt, die ontzaglijke vloed die alles omverwerpt wat niet vast genoeg zit, lukt het hem niet om de hoop van de wijze bouwer te laten wankelen. De christen rust op wat Christus heeft gedaan; de dood kan daar niets aan veranderen. Hij gelooft in een trouwe God; zijn sterven kan daar niets aan veranderen. Hij gelooft in het verbond dat is ondertekend, verzegeld en bekrachtigd, het verbond dat ‘in alles wel geordineerd en bewaard is’ (2 Sam. 23:5). Hij houdt vast aan elk ‘Ik zal’ en ‘Ik wil’ van de onveranderlijke God. Deze woorden zijn allemaal verzegeld met het bloed van de Verlosser; de dood kan daar niets aan veranderen.
En wanneer de laatste bazuin klinkt, wanneer het vuur dat ieders werk zal beproeven uit de troon van God komt, is de mens die oprecht en met hart en ziel Christus heeft aangegrepen niet bang voor dat ontzaglijke uur. Wat geeft het dat de bazuin dan oorverdovend luid en lang klinkt, dat de doden opstaan, dat de engelen zich verzamelen rond de grote witte troon, dat de pilaren van de hemel sidderen, dat de aarde versmelt en de elementen brandend vergaan? De man Gods weet dat de Rots waarop hij heeft gebouwd nooit zal bezwijken, en dat de hoop die hij uit genade heeft ontvangen onwankelbaar is. Te midden van dit alles glimlacht hij kalm.
Christus en Zijn beloften moeten dus de vaste grond zijn van ons geloof. Dan zijn we veilig! Wil je dat ik dit nog wat concreter maak?
In een eerder artikel over de grond en zekerheid van het geloof vertelde ik iets over Richard Sibbes. Hij legt uit dat we ons geloof mogen bouwen op de volgende gronden, die allemaal voortkomen uit Christus Zelf: het vrije aanbod van genade aan allen die dit willen aannemen (Openb. 22:17); de genadige uitnodiging aan allen die vermoeid en belast zijn (Matth. 11:28); de oproep aan hen die niets hebben om mee te betalen (Jes. 55:1); het gebod dat ons beveelt te geloven (1 Joh. 3:23); de waarschuwing voor het gevaar van ongeloof, dat ons gevangen zet onder de schuld van alle andere zonden (Joh. 16:9); de liefdevolle aansporing om te geloven en het feit dat God ambassadeurs aanstelt die namens Christus om vrede smeken (2 Kor. 5:20).
Stop met redeneren en vlucht met je vragen en twijfels naar de Heere Jezus. Hij kan en wil je zalig maken!
1 Vaste Rots van mijn behoud,als de zonde mij benauwt,laat mij steunen op Uw trouw,laat mij rusten in Uw schauw,waar het bloed door U gestortmij de bron des levens wordt.
2 Jezus, niet mijn eigen kracht,niet het werk door mij volbracht,niet het offer dat ik breng,niet de tranen die ik pleng,schoon ik ganse nachten ween,kunnen redden, U alleen.
3 Zie, ik breng voor mijn behoudU geen wierook, mirre of goud;moede kom ik, arm en naakt,tot de God, Die zalig maakt,Die de arme kleedt en voedt,Die de zondaar leven doet.
4 Eenmaal als de stonde slaatdat dit lichaam sterven gaat,als mijn ziel uit de aardse woonopklimt tot des Rechters troon, —Rots der eeuwen, in Uw schootberg mijn ziele voor de dood.
—————
De citaten van Spurgeon komen uit: C.H. Spurgeon, “The Two Builders and Their Houses”, in The Metropolitan Tabernacle Pulpit Sermons, deel 16 (London: Passmore & Alabaster, 1870), 121–131.
Voor meer achtergrond over de evenwichtige theologie van Spurgeon, zie het gedeelte in het boek op deze website over hem: Spurgeon tussen arminianisme en hypercalvinisme.
Lied: A.M. Toplady (1740-1778), vertaling J. van der Waals (1868-1922).
Mooi geschreven weer Johan (Gods zegen)
Mijn naam, e-mail en site opslaan in deze browser voor de volgende keer wanneer ik een reactie plaats.
Ik meld mij aan voor de nieuwsbrief zodat ik op de hoogte wordt gehouden van nieuwe artikelen
Δ
Schrijf je in voor de nieuwsbrief en krijg een e-mail als er nieuwe artikelen zijn.
Het digitale boek op deze website bevat een diepgaande studie naar de historische discussies over het aanbod van genade. Ik laat zien hoe theologen sinds de Reformatie aankijken tegen het spanningsveld tussen Gods soevereiniteit en de menselijke verantwoordelijkheid. Daarnaast bespreek ik de verschillende dwalingen rondom dit thema en hoe de gereformeerde theologen hierop gereageerd hebben. Begin met lezen!
Or copy link