Paulus noemt het Evangelie een kracht Gods tot zaligheid (Rom. 1:16). Arminius, de vader van de remonstrantse leer, redeneerde net zolang totdat de kracht van het Evangelie weg was. Bij de remonstranten is de zaligheid immers niet meer afhankelijk van Gods genade, maar van de keuze van de mens. De Dordtse Synode heeft deze dwaling krachtig afgewezen en de Dordtse Leerregels opgesteld. De Dordtse Leerregels worden ook wel de vijf artikelen tegen de remonstranten genoemd. In deze blogpost wil ik laten zien hoe de Dordtse Leerregels de remonstrantse leer weerleggen, zonder in een andere eenzijdigheid te vervallen en zo de kracht van het Evangelie net zo goed weg te redeneren.
Een logische, menselijke reactie op de leer van de remonstranten zou zijn dat predikanten het Evangelie minder ruim verkondigen, zodat hoorders niet denken dat ze het aanbod van genade in het Evangelie zelf kunnen aannemen. Dat laatste klopt, dat kunnen hoorders inderdaad niet uit zichzelf. Alleen de uitverkorenen zullen echt gaan geloven. Alleen de uitverkorenen krijgen oprecht berouw over hun zonden en gaan voelen dat ze Christus nodig hebben als hun Zaligmaker. De Bijbel leert ons dat we geen dokter nodig hebben als we niet ziek zijn (Luk. 5:31-32).
Maar betekent dit dat predikanten het Evangelie alleen mogen aanbieden aan geestelijk zieke mensen? Het probleem daarvan is dat ze mensen zo in wanhoop en onzekerheid brengen, want hoe bepaal je of je ziek genoeg bent? Dit zorgt ervoor dat je in jezelf op zoek gaat naar kenmerken van ellendekennis. Maar als de Heilige Geest je ogen opent voor wie je bent, zal je nooit concluderen dat je genoeg ellendekennis hebt. Juist dan is het zo nodig om het vrije aanbod van genade in het Evangelie te horen.
Hoe gaan de Dordtse Leerregels om met dit spanningsveld tussen het aanbod van genade en de onmacht van de natuurlijke mens om dit aanbod aan te nemen?
De Dordtse Leerregels wijzen de remonstrantse leer duidelijk af. Ieder hoofdstuk begint in het diepe dal van de zonden, in de donkerheid van de totale verdorvenheid van de mens. We hebben volgens de Dordtse Leerregels geen vrije wil en kunnen zonder de Heilige Geest niet geloven (DL III/IV.3, DL vdd II.6).
Tegen deze donkere achtergrond van de geestelijke dood van de mens schittert het wonder van de uitverkiezing! De Dordtse Leerregels verstoppen de uitverkiezing niet, maar spreken er heel pastoraal over (DL I.16 en I.17). Ze moedigen ons aan deze verborgenheid van de genadige, onverdiende verkiezing met eerbied te aanbidden (DL I.18).
We mogen echter niet zeggen dat het dan dus Gods schuld is als we verloren gaan. Dan redeneren we dat we verloren gaan omdat God ons niet heeft uitverkoren. De Dordtse Leerregels benadrukken dat de uitverkiezing volledig is gebaseerd op Gods genade en dat de niet-verkiezing het gevolg is van de zonde van de mens (DL I.5, I.15). Ook het Evangelie mogen we niet de schuld geven, alsof dat ons niet krachtig genoeg oproept tot geloof (DL III/IV.9). Volgens Dordt is het volledig onze eigen verantwoordelijkheid als we niet in de Heere Jezus geloven en verloren gaan.
In reactie op alle dwalingen en beschuldigingen van de remonstranten geven de Dordtse Leerregels een uitgebreide uitleg bij de uitverkiezing. Betekent dit dat het leerstuk van de uitverkiezing de Dordtse Leerregels domineert? Nee, zeker niet.
Ik zei al dat ieder hoofdstuk begint in het diepdonkere dal van de zonden en de totale verdorvenheid van de mens. Wat echter opvalt, is dat de Dordtse Leerregels telkens eerst nadrukkelijk spreken over het aanbod van genade voor iedereen voordat de leerstukken van de uitverkiezing (hoofdstuk 1), genade alleen voor de uitverkorenen (hoofdstuk 2) en wedergeboorte als eenzijdig Godswerk (hoofdstuk 3/4) aan de orde komen. Na de diepe duisternis wordt als eerste hét Licht aangeprezen!
We kunnen dit aanbod van genade alleen aannemen door het geloof. Dat geloof is een geschenk. God werkt het door Zijn Heilige Geest. Die Geest werkt juist ook wanneer het Evangelie wordt verkondigd. We mogen het Evangelie en de Geest niet van elkaar scheiden. Het Evangelie is het middel waardoor de Geest wedergeboorte en geloof wil geven (DL III/IV.17).
Dit legt een grote verantwoordelijkheid bij predikanten. Zij moeten en mogen verwachten dat de Geest Zich wil verbinden aan de verkondiging van het Evangelie. DL III/IV.17 zegt het zo: ‘Want door de vermaningen wordt de genade medegedeeld; en hoe vaardiger wij ons ambt doen, des te heerlijker vertoont zich ook de weldaad Gods, Die in ons werkt, en Zijn werk gaat dan allerbest voort.’ Geef dan God de eer, zo vervolgt DL III/IV.17, zowel voor de middelen die Hij geeft als voor de vrucht en kracht ervan.
Wat is volgens de Dordtse Leerregels de inhoud van het Evangelie? Dit belijdenisgeschrift begint met de verschrikkelijke werkelijkheid dat alle mensen zondaren zijn en dat het rechtvaardig zou zijn als God ons in die zonde en ellende zou laten (DL I.1). Maar wat een liefde van God: Hij heeft Zijn Zoon gezonden, en iedereen die in Hem gelooft, heeft het eeuwige leven! (DL I.2). Evangeliedienaren moeten die blijde boodschap verkondigen zodat mensen tot dat geloof worden gebracht (DL I.3). Als we ongelovig blijven, is dat onze eigen schuld, maar het geloof in Jezus Christus is een genadige gave van God (DL I.5).
De Dordtse Leerregels vervolgen hun uitleg in hoofdstuk 2. Tegen de donkere achtergrond van artikel II.1 en op grond van de kracht van het offer van Christus zoals omschreven in II.3 benadrukt artikel II.5 dat de belofte van het Evangelie aan alle mensen moet worden verkondigd en voorgehouden. Die belofte is dat iedereen die in Christus gelooft niet verloren gaat, maar het eeuwige leven heeft (Joh. 3:16). In deze belofte van het Evangelie wordt Christus aangeboden aan iedereen die het Evangelie hoort (zie III/IV.9 voor het gebruik van deze manier van spreken). Zonder onderscheid, zegt artikel II.5. Het aanbod van genade is dus volgens Dordt algemeen.
Het is de bedoeling dat je dit aanbod aanneemt. God meent het als Hij je roept (DL III/IV.8). Dat mag je niet naast je neerleggen. Dat laat de Bijbel zien door middel van ernstige smekingen (2 Kor. 5:20), vermaningen (2 Kor. 6:1), bestraffingen (Gal. 1:6) en beloften (Openb. 3:3, Openb. 3:20). De Dordtse Leerregels dringen aan op geloof. Het Evangelie komt met het bevel van geloof (DL II.5). Ongeloof is onze eigen schuld (DL I.5, DL II.6, DL III/IV.9). Zo laten de Dordtse Leerregels onze verantwoordelijkheid volledig staan. We kunnen ons dus niet verstoppen achter de leer van de uitverkiezing.
Het aanbod van genade is volgens Dordt dus niet alleen algemeen, maar ook welmenend.
Er zijn twee manieren om het Evangelie weg te redeneren. In beide gevallen beroof je het Evangelie van haar kracht. Je verhindert jezelf dan om te geloven. Beide manieren beginnen met de uitspraak: ‘Het zou toch niet eerlijk zijn van God als Hij iedereen de genade aanbiedt en vervolgens niet iedereen het geloof geeft om dat aanbod aan te nemen?’ De remonstranten concluderen: iedereen heeft dus ook de mogelijkheid (vrije wil) om zelf dat aanbod aan te nemen. De hypercalvinisten concluderen het tegenovergestelde: het aanbod van genade geldt dus niet voor iedereen, maar alleen voor de uitverkorenen. Beide standpunten laten de waarheid van de Bijbel los.
De Dordtse Leerregels wijzen beide onbijbelse standpunten af en leren ons op grond van de Bijbel: verloren gaan is je eigen schuld, behouden worden is een gave van God. Probeer deze twee geopenbaarde waarheden niet in een logisch kloppend stelsel te gieten. Probeer niet in te dringen in de geheimen van God. Geloof toch het geopenbaarde Evangelie, waarin Christus je wordt aangeboden! Redeneer het niet weg, maar buig je voor God, met al je onmacht om zelf te kunnen geloven. Ga tot Hem en Hij zal je rust geven (Matth. 11:28). Het is Jezus Zelf Die je smeekt: ‘Kom tot Mij, laat je met God verzoenen!’ (zie 2 Kor. 5:20). Durf je tegen Hem te zeggen dat Hij dit aanbod voor jou niet meent?
—————
Voor meer verdieping in de Dordtse Leerregels, inclusief citaten uit de notulen van de Dordtse Synode, kun je verder lezen in het boek op deze website:
De uitdrukking “we hebben allemaal een Paap in ons hart” kan uitgebreid worden met “we hebben allemaal een remonstrant in ons hart”! Het artikel legt dat bloot. Want het feit dat we we ons ongeschikt vinden om tot de Zaligmaker te gaan en het ook niet willen. En daarom van de Zaligmaker wegblijven totdat we een stadium bereikt hebben dat we de onwil en ongeschiktheid voldoende in leven. Voorgaande is ook weer het in jezelf geschikt zijn als voorwaarde om te gaan. Dus of het nu je eigen wil is of je eigen geschiktheid/ongeschiktheid die dan voldoende ingeleefd is, het zoekt het beide in de mens!
Maar HOE neem je dat dan aan, als dat de bedoeling is, volgens u. Daar worstel ik al jaren mee. Wat IS aannemen.
Beste G,
Wat een worsteling proef ik bij je. In het besef dat ik de raadsels in je ziel niet op kan lossen, wil ik proberen om je vraag te beantwoorden.
Je vraagt wat aannemen is en hoe je dat doet. Aannemen is geloven dat het aanbod van genade ook voor jou is. Het is geloven dat Jezus jou kan en wil zalig maken.
Let op dat er een verschil is tussen geloof en een verzekerd geloof. De zekerheid van het geloof is de vrucht van het geloof. Het geloof begint dus niet met zeker weten dat je zonden vergeven zijn. Of weten dat je uitverkoren bent. Of weten dat je geloof echt is. Het geloof richt zich op Christus. Je vertrouwt je aan Hem toe in de wetenschap dat Hij je kan en wil zalig maken.
Hellenbroek gaat in zijn vragenboekje in op het geloof (zie: https://bijbel-statenvertaling.com/hellenbroek-hertaald/16-over-het-geloof ). Hij maakt eveneens het verschil tussen de daad van het geloof en het gevolg (de vrucht) van het geloof:
8. In hoeveel zaken bestaat het zaligmakend geloof? In drie: kennis, toestemmen en vertrouwen. Jes. 53:11, Joh. 3:33, Jes. 27:5.
9. Is een blind geloof, zonder kennis, niet genoeg? Nee. Joh. 17:3.
10a. Wat is de voornaamste en wezenlijk rechtvaardigmakende daad van het geloof? Het is die daad van de ziel, waardoor zij, met verloochening van zichzelf en alle andere dingen of personen, hartelijk wil en wenst dat de beloften van het Evangelie in haar waar mogen zijn.
10b. Doet de ziel nog meer? Ze begeert met hartelijke overgave de Heere Jezus als de enige Oorzaak van haar zaligheid en grijpt Hem aan. Joh. 1:12.
11a. Wat is het gevolg van de rechtvaardigmakende daad van het geloof? De bijzondere en zekere toepassing van de beloften van het Evangelie en de Heere Jezus aan de gelovige persoonlijk.
11b. Heeft elke gelovige deze toepassing altijd? Nee, deze toepassing is in alle gelovigen niet altijd aanwezig door: – de aanvechtingen van de satan; – de beschuldiging van de wet; – de verleiding van het vlees. Allen die Jezus oprecht aannemen, moeten naar deze toepassing staan. Gal. 2:20.
12. Kunnen en moeten de gelovigen verzekerd zijn van de oprechtheid van hun geloof? Ja, zij kunnen en moeten daarnaar staan. 2 Tim. 1:12, 2 Kor. 13:5.
13. Wie werkt dat geloof in ons? De Heilige Geest. 1 Kor. 12:3b. Vergelijk Filipp. 1:29 en Gal. 5:22.
14. Waardoor werkt de Heilige Geest het geloof? Door Gods Woord. Rom. 10:17.
15. Kunnen wij dan niet uit onszelf geloven? Nee. Ef. 2:8.
Tot zo ver Hellenbroek.
Wat moet je hier nu mee? Met het gebed om de Heilige Geest werken aan: – Kennis: dat de Bijbel echt Gods Woord is en dat alles wat Hij daarin openbaart waar is (HC 7, antw. 21). Dat Hij de wereld zo lief had dat Hij Zijn Zoon gegeven heeft met het doel dat je in Hem gelooft (Joh. 3:16). Dat er geen voorwaarden zijn die je zelf kunt vervullen, maar dat God het echt meent als Hij je Zijn genade aanbiedt. Herinner jezelf er iedere keer aan dat God tot jou persoonlijk spreekt als je de Bijbel open doet en naar een preek luistert. – Toestemmen: dat je een zondaar bent, dat je Gods genade niet verdient, dat je zelf niet kunt en vooral niet wilt geloven. Dat God veel liever wil dat jij zalig wordt dan dat je dit zelf wilt (Matth. 23:37; zie ook: Ezech. 18:23; Ezech. 33:11; 1 Tim. 2:4; 2 Petr. 3:9). – Vertrouwen: dat Christus jou persoonlijk aangeboden wordt. Dat Hij je kan en wil zalig maken. Hem ontvangen en alleen op Hem rusten voor je zaligheid, zoals Hij je in het Evangelie wordt aangeboden (Kleine Catechismus van Westminster, antw. 86).
Van harte Gods zegen toegebeden!
Dank voor de snelle reactie. Ik heb dit natuurlijk ook geleerd van jongs af aan. Ik bid, ik lees van alles, de eerste twee punten van het laatste gedeelte begrijp ik ook maar het laatste stuk niet.Dat is weer dat moeilijke, Hem ontvangen en in Hem rusten. Ik hoorde eens iemand zeggen : van jezelf kunt je niet geloven maar dks God overkomt is het zo makkelijk, dan kun je niet meer niét geloven. Dat geloof ik van harte. Als mens kun je dit niet. Anders zou ik toch ook allang bekeerd zijn zeg maar.. Misschien wil Hij het me toch nog eens schenken 🙏. Hij bepaald uiteindelijk alles.
De uitspraak “van jezelf kun je niet geloven maar als God overkomt is het zo makkelijk, dan kun je niet meer niét geloven” is helemaal waar. Maar wacht niet op een bijzondere ervaring. De Dordtse Leerregels V.10 zeggen dit heel helder: “En dienvolgens spruit deze verzekerdheid niet uit enige bijzondere openbaring, zonder of buiten het Woord geschied, maar uit het geloof aan de beloften Gods, die Hij in Zijn Woord zeer overvloedig tot onzen troost geopenbaard heeft;” Zie: https://www.dordtse-leerregels.nl/hoofdstuk-5/paragraaf-10
Verschillende oudvaders geven het advies om in je zoektocht naar geloof(szekerheid) dagelijks over een belofte van God in de Bijbel te mediteren. Zodat je er meer en meer van doordrongen wordt wat God belooft en leert om daarop te vertrouwen.
Met het gebed dat de Heilige Geest Gods Woord wil gebruiken, zoals DL V.10 ook verder gaat: zekerheid komt “uit het getuigenis des Heiligen Geestes, Die met onzen geest getuigt dat wij kinderen en erfgenamen Gods zijn;”.
🙏
Maar geloven in Gods beloften kán toch niet als je geen geloof hebt, als je onbekeerd bent? Dat is voor mij juist het punt..
Beste G, Een ander woord voor geloven is vertrouwen. Gód vertrouwen! Herschrijf je laatste reactie eens en lees het dan hardop voor…
Misschien snap ik het gewoon niet.. Dit alles maakt me juist zo moedeloos en wanhopig. Dan laat ik het weer een poosje los totdat het me weer zo aangrijpt dat ik moet sterven dat ik weer vanalles ga lezen en onderzoeken en in zon cirkel blijf ik..
Hier loop ik dus juist mee vast. Ik wordt hier heel moedeloos en wanhopig van omdat ik niet weet wat ik moet. Wat ook logisch is denk ik want we kunnen het ook niet zelf. Dan laat ik het maar weer los voor een tijdje tot ik weer besef dat ik sterven moet een ik weet begin te lezen en onderzoeken en zo blijft de cirkel gaan
Mijn naam, e-mail en site opslaan in deze browser voor de volgende keer wanneer ik een reactie plaats.
Ik meld mij aan voor de nieuwsbrief zodat ik op de hoogte wordt gehouden van nieuwe artikelen
Δ
Schrijf je in voor de nieuwsbrief en krijg een e-mail als er nieuwe artikelen zijn.
Het digitale boek op deze website bevat een diepgaande studie naar de historische discussies over het aanbod van genade. Ik laat zien hoe theologen sinds de Reformatie aankijken tegen het spanningsveld tussen Gods soevereiniteit en de menselijke verantwoordelijkheid. Daarnaast bespreek ik de verschillende dwalingen rondom dit thema en hoe de gereformeerde theologen hierop gereageerd hebben. Begin met lezen!
Or copy link