De hartelijke theologie van SibbesZoals gezegd worden Ames en Sibbes gezien als de grondleggers van de twee hoofdstromingen in het puritanisme, de Amesians of ‘Intellectual Fathers’ en de Sibbesians of ‘Spiritual Brethren’. Richard Sibbes (1577-1635) is minder systematisch dan Ames, maar zijn werk raakt veel zondaren door zijn pastorale warmte en zijn diepe vertrouwen op Gods genade. Als je zijn werken leest, valt je op hoe pastoraal hij schrijft. Hij probeert worstelende zielen te bemoedigen en zondaren te lokken. Spurgeon schrijft: ‘Sibbes verspilt nooit de tijd van hen die zijn boeken lezen. Met beide handen strooit hij parels en diamanten rond.’ [1]Spurgeon in zijn “Commenting and Commentaries” in 1876, zie Doug Smith, ‘The Spurgeon Library | 3 Reasons Spurgeon Recommends Commentaries ’, The Spurgeon Center, geraadpleegd 6 januari 2025.Sibbes heeft een vormende invloed op het vroege puritanisme. Hij beïnvloedt puriteinen die net als hijzelf in de Anglicaanse kerk blijven, maar ook presbyterianen en independenten. De invloedrijke puriteinen John Cotton en Hugh Peters kwamen tot bekering onder de prediking van Sibbes. Verder helpt hij Thomas Goodwin van het arminianisme af en en gaat John Preston eenvoudig en geestelijk preken in plaats van spitsvondig. [2]Joel R. Beeke en Randall J. Pederson, Meet the Puritans: With a Guide to Modern Reprints, e-book (Grand Rapids, MI: Reformation Heritage Books, 2007), 318-19. Sibbes verlaat de Anglicaanse kerk niet. Dever beschrijft hem als een hervormer, maar een voorzichtige, en als een puritein, maar een gematigde. [3]Mark Dever, The Affectionate Theology of Richard Sibbes, The Long Line of Godly Men Profiles (Sanford, FL: Ligonier Ministries, 2018), 34.Amesians en SibbesiansVoordat we in meer detail gaan kijken wat Sibbes zegt over de uitverkiezing, de vrije wil, het aanbod van genade, de plicht tot geloof en het werk van de Heilige Geest, wil ik iets dieper ingaan op het verschil tussen Amesians en Sibbesians. De belangrijkste verschilpunten vinden we in hun visie op het zogenaamde voorbereidende werk en op de plaats van menselijke werkzaamheden in de bekering.Het voorbereidend werkDe Amesians leren het voorbereidende werk, ook wel preparationisme genoemd. Koopman definieert het voorbereidend werk als volgt:Onder het voorbereidend werk versta ik de periode tussen de staat waarin de mens van nature gerust leeft en het moment waarop de mens geestelijk bekwaam gemaakt wordt om onmiddellijk te geloven en de Heere Jezus Christus aan te nemen. In die periode verkeert hij onder de bediening van Wet en Evangelie en de algemene werkingen van Gods Geest. Onder de term voorbereidend werk versta ik dus de voorafgaande werkzaamheden vóór de ‘effectual call’ of de inwendige roeping. [4]H. Koopman, Het voorbereidend werk – Een onderzoek naar de invloed van een Engels concept op de theologie in Nederland in de zeventiende eeuw, Nederlandse Kerkhistorische Reeks 5 (Kampen: Summum Academic Publications, 2023), 24-25.Het voorbereidend werk is een vrucht van de algemene genade en bereidt voor op de bijzondere genade. Hierbij moeten we denken aan het voelen van je zonden en de gebrokenheid van hart. Theologen die het voorbereidend werk leren, menen dat dit noodzakelijk is om tot geloof te komen. Andersom leidt voorbereidend werk niet automatisch of altijd tot het daadwerkelijk zaligmakende geloof. [5]Koopman, 87-100.De Amesians benadrukken meer dan de Sibbesians de werkzaamheden van de mens als onderdeel van het voorbereidend werk. Een mens is door algemene genade al werkzaam met zijn heil voordat hij wedergeboren is. De Amesians spreken ook meer contractueel over de bekering. [6]Zie bijvoorbeeld hierover: Ronald Norman Frost, ‘Richard Sibbes’ Theology of Grace and the Division of English Reformed Theology’ (London, University of London, 1996), 64. God beidt de uitverkorene heil aan, waarna de uitverkorene op zijn beurt – en door de genade die God hem geeft – geloof en de daaropvolgende gehoorzaamheid aan God aanbiedt. Anders gezegd: door wedergeboorte wordt de wil van een mens vernieuwd, waardoor hij gaat geloven. Zo vervult de mens de voorwaarde van het genadeverbond.Ook in het krijgen van zekerheid wijzen de Amesians, onder andere, naar menselijke werkzaamheden. Door middel van het zogenaamde praktisch syllogisme kan een mens zekerheid krijgen van zijn zaligheid. Als je heiligmaking waarneemt in je eigen leven, kun je concluderen dat dit alleen kan voortkomen uit een waarachtige bekering. [7]Zie bijvoorbeeld Perkins (die tot de Amesians wordt gerekend), die zegt: ‘Als het getuigenis van Gods Geest niet zo krachtig is in de uitverkorenen, kunnen zij hun verkiezing beoordelen op basis van dat andere werk van de Heilige Geest: namelijk de heiliging – net zoals wij op basis van hitte beoordelen dat er vuur is, hoewel we de vlam zelf niet kunnen zien.’ Vervolgens noemt Perkins de negen duidelijkste gevolgen van heiliging, namelijk: de gelovige voelt zijn zonden en gebreken, strijdt tegen het vlees, verlangt vurig naar Gods genade en Christus’ verdienste om het eeuwige leven te verkrijgen, beschouwt het bezit daarvan als iets zeer kostbaars, heeft zijn medechristenen lief, bidt oprecht, verlangt naar Christus’ wederkomst en de oordeelsdag omdat er dan een einde zal komen aan de zonde, ontvlucht de zonde, en volhardt in dit alles tot zijn laatste ademtocht. William Perkins, A Golden Chain or The description of Theology, Hand-typed, formatted, corrected, modernized, and annotated by William H. Gross www.onthewing.org March 2019 (Cambridge, UK: John Legate, 1600), 185-86.De Amesians leren dus dat een mens werkzaam wordt gemaakt vóór de wedergeboorte (voorbereidend werk), tijdens of direct na de wedergeboorte (de wil wordt vernieuwd, waardoor de mens de voorwaarde van geloof kan vervullen) en na de wedergeboorte (in de levensheiliging).Gods liefdeDe Sibbesians leggen meer nadruk op de liefde van God en kiezen een meer bevindelijk-mystieke invalshoek. Voor hen is het geloof en de bekering een onvoorwaardelijke schenking uit genade. [8]Janice Knight, Orthodoxies in Massachusetts: Rereading American Puritanism (Cambridge, Mass.: Harvard Univ. Press, 1997), 3-4. Hier gaan geen voorbereidingen aan vooraf en zeker geen menselijke stappen. Berouw en vernedering vloeien voort uit de wedergeboorte en gaan daar niet aan vooraf. De Sibbesians richten zich niet op het vuile hart, maar richten hun blik op Christus. Waar de Amesians de nadruk leggen op de menselijke betrokkenheid, benadrukken de Sibbesians juist de Goddelijke activiteit en de menselijke passiviteit in de bekering. Ook wat betreft de zekerheid van het geloof willen ze mensen niet terugwerpen op zichzelf (door hen naar kenmerken in zichzelf te laten zoeken), maar op de onvoorwaardelijke liefde van God. [9]Koopman, Het voorbereidend werk, 175-76.In de praktijk leggen de Amesians meer nadruk op de wet, die in het voorbereidende werk een middel is dat het harde hart verbreekt en na de bekering een middel om door levensheiliging meer zekerheid over het geloof te krijgen. Zoals gezegd leggen de Sibbesians meer nadruk op Gods liefde. De genade van God is volgens hen een onbegrensde fontein. Ze zien God wel als Koning, maar bovenal als een Minnaar Die ons hart niet kapot hamert, maar het doet smelten. [10]Knight, Orthodoxies in Massachusetts, 82. Het accent ligt bij de Sibbesians minder op de praktijk van het leven en meer op het hart en de beleving. Voor Sibbes is het christendom een liefdesverhaal. God is als een Bruidegom voor Zijn volk. Hij heeft hen lief zoals Hij Christus liefheeft! [11]Dever, The Affectionate Theology of Richard Sibbes, 94.Eenzijdig Godswerk?Het gevaar van deze tweedeling in Amesians en Sibbesians is dat we hen te zwart-wit benaderen. Dan leggen we hun verschilpunten onder een vergrootglas en zoeken we vooral naar uitspraken die deze verschillen benadrukken. In mijn ogen doet Frost [12]Frost, ‘Richard Sibbes’ Theology of Grace and the Division of English Reformed Theology’. dit als hij Perkins en Sibbes tegenover elkaar zet. Hij borduurt voort op het onderzoek van Knight [13]Knight, Orthodoxies in Massachusetts. en komt met stevige conclusies. Hij geeft aan dat andere studies, waaronder die van Dever, [14]Dever, The Affectionate Theology of Richard Sibbes. vooral de continuïteit tussen Sibbes en Perkins laten zien, wat volgens hem niet terecht is. [15]Frost, ‘Richard Sibbes’ Theology of Grace and the Division of English Reformed Theology’, 11.Frost vindt dat Perkins een te grote rol toekent aan de wet, wat een breuk betekent met de Reformatie (denk aan Luther). Dat Knight de Amesians en Sibbesians als twee stromingen presenteert vindt hij misleidend, omdat de Amesians (met Perkins voorop) naar zijn mening dus echt dwalen. Daarom is het volgens Frost verklaarbaar dat er een tegenreactie volgde vanuit de antinomianen (zie volgend hoofdstuk). [16]Frost, 42.Frost gaat zelfs nog verder. Hij zet Perkins op één lijn met het semi-pelagianisme, omdat Perkins volgens hem leert dat de mens meewerkt aan de zaligheid. Volgens Frost leren Pelagius, Thomas van Aquino, Arminius, Perkins en de Westminster Confessie allemaal een model van samenwerking: God geeft kracht (verandert de wil) uit genade, en de mens zet die kracht in of kiest ervoor dit niet te doen. [17]Frost, 47, 71, 90, 104, 119, 175-76.Frost trekt deze conclusie op basis van Perkins’ uitspraken over de verantwoordelijkheid van de verworpen mens voor zijn veroordeling. Zoals we zagen, maakt Perkins onderscheid tussen het besluit van God en de uitvoering daarvan. Zo kan hij zeggen dat de oorzaak van het verloren gaan van een mens zijn eigen zonde is, terwijl hij toch vasthoudt aan een besluit van verwerping. Frost vertaalt dit dan symmetrisch naar de verkiezing en concludeert dat Perkins ook de oorzaak van het zalig worden bij de mens legt. [18]Frost, 63-64.Het systeem van Perkins (en Beza) is echter niet symmetrisch. Beiden leren heel duidelijk dat de mens geen vrije wil heeft. Perkins zegt letterlijk: ‘De oorzaak van de uitvoering van Gods predestinatie bij degenen die behouden worden, is Zijn genade in Christus; en bij degenen die verloren gaan, is het de val en verdorvenheid van de mens.’ [19]Perkins, A Golden Chain, 8, 170.Het voert te ver om in de context van deze studie alle punten van Frosts studie te bespreken. Toch wil ik nog een paar zaken noemen. Frost is het eens met de mensen die zeggen dat de lijn van Beza naar Perkins en de Westminster Confessie afwijkt van wat Calvijn en de andere reformatoren leren. Die lijn is volgens hem te veel beïnvloed door de scholastiek, terwijl Calvijn dat afwijst. [20]Frost, ‘Richard Sibbes’ Theology of Grace and the Division of English Reformed Theology’, 106. Calvijn wijst echter alleen verkeerde scholastiek af. [21]Dr. W.J. Van Asselt e.a., Inleiding in de Gereformeerde Scholastiek (Zoetermeer: Boekencentrum, 1998), 73-74.Frost zet Perkins ook tegenover Calvijn als hij het heeft over een voorwaardelijk verbond. [22]Frost, ‘Richard Sibbes’ Theology of Grace and the Division of English Reformed Theology’, 156. Calvijn leert echter ook een voorwaardelijk genadeverbond. [23]P. L. Rouwendal, Predestination and Preaching: In Genevan Theology from Calvin to Pictet, Studies in the History of Church and Theology, volume 1 (Kampen: Summum, 2017), 31-38. Verder heb ik in mijn bespreking van Perkins al laten zien dat er een duidelijke lijn loopt van Calvijn via Beza naar Perkins.Het nut van de wetFrost schildert Perkins dus onterecht te onbijbels af. Zo maakt hij het contrast tussen de Amesians en Sibbesians groter dan het is. Datzelfde doet hij door zijn weergave van de leer van Sibbes. Sibbes legt inderdaad heel andere accenten dan Perkins, daarom is de opdeling in Amesians en Sibbesians terecht en verduidelijkend. Maar we mogen dit niet te zwart-wit zien. Volgens Frost verwerpt Sibbes het gebruik van de wet. [24]Frost, ‘Richard Sibbes’ Theology of Grace and the Division of English Reformed Theology’, 177. Sibbes preekt inderdaad heel warm en uitnodigend, maar hij stopt de wet niet weg.Christus prediken, zegt Sibbes, is zelfs beginnen met de wet, zodat mensen zien wie ze zonder Christus zijn. Wel moet een predikant er altijd op uit zijn om mensen zo ver te brengen dat ze hun huidige toestand verlaten en Christus aannemen. Sibbes geeft daarbij wel aan dat de wet niet noodzakelijk is, want al deze zaken zitten impliciet in het Evangelie opgesloten. Wat is immers het nut van een Verlosser, tenzij we verloren zijn? [25]“The fountain opened” in: Richard Sibbes, The Complete Works of Richard Sibbes, D.D., Master of Catherine Hall, Cambridge ; Preacher of Gray’s Inn, London, onder redactie van Alexander Balloch Grosart, Nichol’s Series of Standard Divines. Puritan Period (Edinburgh: J. Nichol, 1862), 5:506-507. Op een andere plaats zegt Sibbes:Als we de wet prediken en de verdorvenheid van mensen blootleggen, is dat slechts om de weg te banen zodat het Evangelie des te vrijer ingang kan vinden in hun ziel. En als we heilige plichten benadrukken, is dat om u te doen wandelen op een wijze die de Heere Jezus waardig is. Alle onderwijzing houdt verband met het Evangelie van Christus: hetzij om de weg te bereiden, zoals Johannes de Doper deed, door alle hoogmoedige gedachten neer te halen en ons te doen buigen voor Hem, hetzij om ons te doen wandelen in overeenstemming met de genade die we van Hem ontvangen. Het Brood des levens moet worden gebroken, het Offer moet worden ontleed en blootgelegd; de rijkdommen van Christus, Zijn ‘onnaspeurlijke rijkdommen’ zelfs, moeten worden ontvouwd. ‘De Zoon van God’ moet aan allen worden verkondigd. Daarom heeft God, Die heeft besloten dat we door Christus zalig worden, ook de prediking verordend, om de Heere Jezus en de hemelse schatten van Zijn genade en heerlijkheid uit te stallen. [26]“Yea and Amen; or, precious promises and privileges” in: Sibbes, 4:116.Maar wanneer wordt genade echt ‘heerlijkheid’ voor een zondaar? Wanneer hij het gewicht en de last van zijn zonde voelt, zegt Sibbes, en smacht naar een druppeltje barmhartigheid. Maar kijk niet te veel naar je eigen toestand, want je bent nooit nederig genoeg voordat genade ook in jouw ogen ‘heerlijkheid’ is; voordat je ziet hoe uitnemend en alles overwinnend Gods genade is. [27]“Excellency of the Gospel above the Law” in: Sibbes, 4:245.Sibbes leert net als Perkins dat het harde hart verbroken moet worden, maar dat is slechts voorbereidend werk. Gods Geest moet het hart ook laten smelten, wat Hij doet door genade te geven en de liefde van Christus te laten zien. [28]“The Tender Heart” in: Sibbes, 6:33. Sibbes wijst dus niet alle voorbereidend werk af; er moet immers worden geploegd voordat er gezaaid kan worden. Hij legt hier echter lang niet altijd de nadruk op en benadrukt vooral dat een mens zichzelf niet kan voorbereiden. Alle voorbereidingen zijn van God. [29]“Lydia’s conversion” in: Sibbes, 6:522. Zie voor een volledig overzicht van Sibbes en voorbereidend werk: Dever, The Affectionate Theology of Richard Sibbes, 80-85.God schenkt wat Hij eistOok als het gaat over voorwaarden staat Sibbes minder ver van Perkins af dan Frost beweert. Sibbes benadrukt vooral het onvoorwaardelijke aanbod van God, hoewel hij laat zien dat er ook voorwaardelijke beloften zijn. [30]Frost wijst hier ook op: Frost, ‘Richard Sibbes’ Theology of Grace and the Division of English Reformed Theology’, 161. God handelt met ons, zegt Sibbes, door barmhartigheid aan te bieden via een verbond en voorwaarden. Toch is Zijn genadeverbond altijd een ‘genadig verbond’. Want God helpt ons ook bij het vervullen van de voorwaarden. Zijn Geest werkt in ons hart zodat we geloven en ons bekeren. [31]“Yea and Amen; or, precious promises and privileges” in: Sibbes, Works, 4:122. Zie ook: “Commentary on 2 Corinthians Chap. 1, ver. 20” in Sibbes, 3:394. En: “Bride’s Loning” in: Sibbes, 6:541-542. Voor een volledig overzicht van verbond en voorwaarden bij Sibbes: Dever, The Affectionate Theology of Richard Sibbes, 74-77. Wat God eist, schenkt Hij dus ook. Dat is precies wat we zagen bij alle reformatoren en gereformeerde theologen die ik hiervoor al heb besproken.De Amesians en Sibbesians leggen dus andere accenten, maar laten we ze niet tegen elkaar uitspelen, zoals we ook Johannes en Jakobus niet tegen elkaar mogen uitspelen. Beide stromingen staan in de gereformeerde traditie. Mijns inziens bekijkt Frost de verschillen te veel vanuit de uitwassen van deze stromingen, die na Perkins en Sibbes tot dwalingen hebben geleid. Deze dwalingen van het antinomianisme en neonomianisme bespreek ik in het volgende hoofdstuk. Nu gaan we eerst in meer detail naar de leer van Sibbes kijken, zodat we een goed beeld krijgen van de bandbreedte van de gereformeerde theologie. We zullen zien dat de accenten bij Sibbes anders liggen, maar dat zijn leer op het gebied van het aanbod van genade volledig in lijn is met Perkins en Ames.De uitverkiezing in de werken van SibbesSibbes heeft geen systematisch werk over de uitverkiezing geschreven. Hij heeft vooral pastorale werken en preken nagelaten. In die werken benadrukt hij dat we ons niet moeten bezighouden met de verborgen raad van God, maar ons moeten richten op het geopenbaarde Evangelie. Wel heeft Sibbes het heel regelmatig over uitverkorenen en verworpenen. Hij stopt de uitverkiezing dus niet weg. In een voorwoord op een commentaar op Efeze 1 van Paul Baynes schrijft Sibbes iets systematischer over de uitverkiezing. Hij legt uit dat alle gereformeerden het eens zijn over de volgende punten, of ze nu infralapsariër zijn of supralapsariër: [32]Sibbes, Works, 1:lxxxv; Zie ook: Joel R. Beeke en Mark Jones, A Puritan Theology: Doctrine for Life, e-book (Grand Rapids: Reformation Heritage Books, 2012), 336-37; En: Dever, The Affectionate Theology of Richard Sibbes, 65.Er was in Gods voornemen een eeuwige scheiding tussen mensen.Dit eerste besluit, om scheiding te maken tussen mensen, is een daad van soevereiniteit over Zijn schepselen, geheel onafhankelijk van iets in het schepsel als oorzaak ervan, met name als het gaat over de verwerping. Waarom verwierp God bijvoorbeeld Judas en niet Petrus? Daarvan kan de oorzaak niet liggen in een zonde die God al voorzag, want beiden begingen dezelfde zonde, dus die kan niet de oorzaak zijn van de scheiding tussen hen.De verdoemenis is een daad van goddelijke gerechtigheid, die schuld vooronderstelt. Daarom is de uitvoering van Gods besluit gebaseerd op zonde – op onze zondige natuur, ons zondige leven of beide.We zien hier dat Sibbes volledig op één lijn staat met Perkins en de reformatoren. De verkiezing is een volledig soevereine daad van God. Tegelijk is de uitvoering van de verdoemenis gebaseerd op de zonde van de mens; ze is dus niet Gods schuld.Sibbes wil zich verder niet mengen in de discussie tussen infralapsariërs en supralapsariërs. Hij zegt daar wijze woorden over:Het is niet mijn bedoeling om deze kwestie tot de mijne te maken door onnodig tussenbeide te komen. De waardigheid van de mannen aan beide kanten zou hen moeten bewegen tot wederzijdse gematigdheid in hun oordelen. Bovendien is deze kwestie niet van hetzelfde gewicht als andere zaken in dit debat; er is een groot verschil tussen dit meningsverschil en andere meningsverschillen. Dit komt onder meer omdat wij moeilijk kunnen begrijpen hoe God de dingen ziet, want dat verschilt totaal van hoe wij de dingen zien. God begrijpt alles in één keer, terwijl wij de dingen na elkaar begrijpen, en het een nodig hebben om het ander te begrijpen. Het mag ons tot troost zijn dat we de dingen die we niet kunnen begrijpen in het licht van natuur en genade, volledig zullen begrijpen in het licht van de heerlijkheid, in de hemelse universiteit. Tot die tijd is het meer een wens dan een realistische hoop dat mensen over onderwerpen van deze aard in alles dezelfde opvattingen zullen hebben. [33]Sibbes, Works, lxxxv-lvxxxvi.Evenals Perkins drukt Sibbes zijn lezers en hoorders steeds op het hart dat ze niet bezig moeten zijn met de vraag of ze uitverkoren zijn. Gehoorzaam het Evangelie waarin God redding aanbiedt, zegt hij: als je dat doet, ben je zonder twijfel een kind van God.Het is in eerste instantie niet onze taak om ons bezig te houden met Gods uitverkiezing. De verborgen dingen behoren God toe (Deut. 29:29). Gods geopenbaarde wil is dat een ieder die in Christus gelooft, niet verloren gaat (Joh. 3:15). Omdat ik dit weet, is het mijn plicht om te geloven. En daarmee maak ik de vraag of God de mijne is overbodig. Want allen die in Christus geloven, behoren Christus toe, en allen die Christus toebehoren, behoren God toe. Het is niet mijn taak om te kijken naar Gods geheime raad; ik moet kijken naar Zijn vrije aanbod, uitnodiging en gebod, en mijn ziel daaraan toevertrouwen. Deze geloofsdaad zal ons uiteindelijk een rijke beloning opleveren. [34]“The soul’s conflict” in: Sibbes, 1:266.Pas wanneer je gelooft, kun je goed gebruik maken van de uitverkiezing en jezelf troosten met Romeinen 8:30. [35]“Commentary on 2 Corinthians Chap. 1, ver. 9” in: Sibbes, 3:156. Sibbes noemt gedachten over de uitverkiezing brutale en ondankbare bezwaren, die je tot zwijgen moet brengen met de wetenschap dat …… God in de kerk zelfs aan de meest verdorven zondaar zoveel middelen aanbiedt, en de werking van Zijn Geest, dat de zondaar die weerstand biedt geen verontschuldiging zal hebben. Zijn eigen opstandigheid is dan de oorzaak van zijn verwerping. Laat de mens zijn kritiek staken; in zijn binnenste, in het hart van ieder vleselijk mens, heeft God een getuige, en die zal voor God tegen hem getuigen en zijn mond stoppen, zodat hij stil en sprakeloos zal zijn op de dag van het oordeel (Mattheüs 22:12). [36]“Bowels opened” in: Sibbes, 2:69.Sibbes over de reikwijdte van de verzoeningOver de reikwijdte van de verzoening schrijft Sibbes uitgebreider. Hij leert duidelijk de particuliere verzoening, dus dat Christus alleen gestorven is voor de uitverkorenen. [37]Zie voor een grondig overzicht van alle plaatsen waar Sibbes hierover schrijft: Dever, The Affectionate Theology of Richard Sibbes, 67-68. Naar aanleiding van Galaten 2:20 gaat Sibbes uitgebreid in op de vraag voor wie Christus is gestorven. Paulus schrijft hier over Gods Zoon ‘Die mij liefgehad heeft en Zichzelven voor mij overgegeven heeft’. Mag iedereen dat zeggen? Heeft Christus iedereen liefgehad en Zich voor allen gegeven? Sibbes zegt:Ik antwoord in het kort dat Christus’ liefde en Zijn geven van Zichzelf parallel lopen met Gods liefde en Zijn gave, zoals beschreven in Johannes 6:37 en Johannes 6:39. Christus geeft Zich alleen voor degenen die God eerst aan Hem heeft gegeven. Christus had een opdracht en kwam om de wil van Zijn Vader te doen, niet Zijn eigen wil (Joh. 6:38). Hij zal allen redden die Zijn Vader Hem heeft gegeven, zoals we lezen in Johannes 17:6: ‘Zij waren Uwe, en Gij hebt Mij dezelve gegeven.’ [38]“Salvation applied” in: Sibbes, Works, 5:388.Sibbes concludeert dan dat de verlossing door Christus wat betreft haar werkelijke uitwerking niet groter is dan Gods verkiezing. Dit geldt ook voor de andere vruchten die uit Christus’ verlossingswerk voortvloeien. Aangezien de toepassing daarvan onlosmakelijk is verbonden met Christus’ verlossingswerk, blijkt ook daaruit dat Christus alleen voor de uitverkorenen is gestorven. We zien dit bijvoorbeeld in Hebreeën 9:14: als Christus Zich voor iemand heeft opgeofferd, wordt diens geweten gereinigd van dode werken om de levende God te dienen. Maar de meesten worden niet gereinigd, en daarom hebben zij geen deel aan Christus’ dood. Sibbes wijst erop dat Christus Zelf ons een sterk argument voor deze overtuiging aanreikt in Johannes 17:9, waar Hij onderscheid maakt tussen twee soorten mensen: degenen voor wie Hij bidt en degenen voor wie Hij niet bidt. [39]“Salvation applied” in: Sibbes, 5:388.Sommigen zeggen dat de dood van Christus een bredere reikwijdte heeft dan Zijn voorbede. Dat zullen we hierna zien bij John Preston. Sibbes stelt dat dit niet juist is. Uit Johannes 17:19 blijkt dat Christus Zich heiligt voor degenen voor wie Hij bidt. ‘Dat wil zeggen, Ik bereid en heilig Mijzelf als een offer, als een priester; Ik bereid Mijzelf om een heilig offer te zijn voor hen. Christus heiligde Zich dus voor hen, niet voor de wereld.’ [40]“Salvation applied” in: Sibbes, Works, 5:388.Bezwaren tegen de particuliere verzoeningVervolgens gaat Sibbes in op een aantal bezwaren. Als eerste: waarom probeert Christus door de prediking iedereen in de kerk te overreden om in Hem te geloven en de vergeving van hun zonden te geloven, als Hij niet voor hen allen gestorven is? Sibbes zegt hierop:Hij roept in de kerk allen, opdat Hij de Zijnen eruit kan halen. De predikant spreekt zonder onderscheid zowel tot de uitverkorenen als degenen die dat niet zijn, omdat God Zijn eigen kinderen de zegen niet wil ontnemen, ook al zijn ze vermengd met anderen aan wie deze gezegende dingen niet toebehoren. Het is net als met de regen: de regen valt zowel op de rotsen aan de zeekust en op de onvruchtbare heide als op de goede grond. Waarom? Hebben de rotsten daar iets aan? Nee, maar het regent op al die plaatsen omdat de regen zo ook op de vruchtbare aarde valt, die er wel baat bij heeft. Zo stort God de regenbuien van Zijn instellingen over allen uit, maar de zegen daarvan is alleen voor Zijn eigen grond, niet voor de verworpenen. De zon schijnt op allen, maar wie geniet van haar stralen? Alleen zij die ogen hebben om het te zien en er gebruik van maken, niet de blinden. [41]“Salvation applied” in: Sibbes, 5:389.Maar als Christus niet voor mij gestorven is, vraagt een ander, waarom zou ik dan vanwege mijn ongeloof worden verdoemd? Sibbes legt de volle verantwoordelijkheid bij de mens. Hij wijst op de gelijkenis van de zaaier. Het Woord is in de drie slechte soorten grond tot op zekere hoogte effectief, maar wanneer het aankomt op de uiteindelijke beslissing haten deze mensen hun zonden niet, zijn ze wereldsgezind of heeft de ploeg geen diepe voren getrokken om hen nederig te maken. Anders zouden ze de genade en Christus boven alles waarderen en de zonde boven alles haten. Dat ze dit niet doen, is voldoende om hun veroordeling te rechtvaardigen. Volgens Sibbes is Gods geopenbaarde wil de regel voor onze gehoorzaamheid; daarvoor moeten we niet naar Zijn verborgen besluiten kijken. Christus wordt aan iedereen aangeboden, en het gebod om te geloven geldt voor allen. Wie dat gebod niet gehoorzaamt en de aandrang van Gods Geest weerstaat, kan zich niet verontschuldigen met het argument dat Christus niet voor hem gestorven zou zijn. [42]“Salvation applied” in: Sibbes, 5:390. Mensen gaan verloren omdat ze zondig zijn én Gods aanbod niet willen geloven (zie Johannes 3:19):Dit is (…) de grote en belangrijkste oorzaak van de veroordeling: ze zouden de hemel wel willen hebben, als ze hun begeerten niet hoefden los te laten. Maar ze willen zich niet overgeven aan de daad van het geloof, ze willen Christus niet aanvaarden zoals Hij hun wordt aangeboden, op Zijn voorwaarden, om door Hem te worden geregeerd, wat er ook gebeurt. Dit willen ze niet, en dat is wat hen veroordeelt. Ze willen uit Christus halen wat hen uitkomt. [43]“Salvation applied” in: Sibbes, 5:391.Hoe weet je dat Christus voor jou gestorven is?Welk recht heeft een ellendige, onwaardige zondaar om te geloven dat Christus hem liefheeft en Zich voor hem heeft gegeven? Sibbes antwoordt hierop met vijf aanmoedigingen: [44]Samengevat uit “Salvation applied” in: Sibbes, 5:402-403.Zelfs aan de slechtste mens die mij hoort, wordt het Evangelie aangeboden.Christus heeft jouw natuur aangenomen. Hij heeft de mensheid lief; waarom dan jou niet, als je komt en jezelf op Hem werpt? Hij is Jezus, de Verlosser; en Christus, de Gezalfde van God; en Immanuel, om God en de mens met elkaar te verzoenen.Is Zijn gerechtigheid niet veel groter dan jouw zonden? Sta dan eens stil bij de uitnemendheid van Zijn Persoon. Geloof dat het bloed van Christus in staat is om jou van al je zonden te reinigen.Als je nog meer reden wilt hebben om dit te geloven, denk dan aan Openbaringen 21:17, waar alle onwaardigen worden uitgenodigd. Ja, degenen die denken dat ze het verst van Hem af staan, nodigt Hij uit (Matth. 11:28). Als de zonde een last voor jou is, nodigt Christus je uit en stuurt Hij Zijn dienaar om je te smeken: laat je met God verzoenen!Als dat niet genoeg is, beveelt Hij je te geloven. Hij beschouwt het als een schandelijke zonde als je niet binnenkomt wanneer het Evangelie wordt verkondigd. Zijn aanbod, uitnodiging en bevel beperken zich niet tot bepaalde personen, zonden of tijdstippen.De belemmering om tot Christus te komen, zit volgens Sibbes dus niet in de grootheid van onze zonden, maar in het feit dat we in onze zonde willen blijven liggen. Hoeft er ook maar iemand te wanhopen als zelfs Paulus en Manasse genade hebben gevonden?Sibbes blijft bezwaren noemen en wegnemen. Keer op keer onderstreept hij dat je niet moet redeneren over de reikwijdte van de verzoening en de uitverkiezing. Hij roept iedereen op om voor Christus te buigen, want dan zal blijken dat je een van degenen bent voor Wie Hij is gestorven. Christus geeft Zich immers voor allen die in Hem geloven. Je moet het dus niet omdraaien en eerst willen weten of je uitverkoren bent, voordat je kunt geloven:‘De verborgen dingen zijn voor God, de geopenbaarde zijn voor ons’, zegt Mozes. Wanneer u wordt opgezocht, uitgenodigd, aangespoord en bevolen u met God te laten verzoenen, is het uw plicht om binnen te komen en te gehoorzamen. En als u gehoorzaamt, zult u de vrucht van Christus’ verlossing opmerken: namelijk dat u een van degenen bent voor wie Hij Zichzelf heeft gegeven. [45]“Salvation applied” in: Sibbes, 5:403.Sibbes gaat de thema’s van uitverkiezing en particuliere verzoening dus niet uit de weg. Hij benoemt ze eerlijk, maar maakt telkens ook heel snel de vertaalslag naar wat wij ermee moeten. Deze predikant schrijft en preekt met een enorme aandrang om mensen tot Christus te brengen.Het aanbod van genade bij SibbesUit het voorgaande is duidelijk dat het aanbod van genade bij Sibbes niet weggeduwd wordt door de uitverkiezing en de particuliere verzoening. In deze paragraaf wil ik nog wat breder uit zijn werken citeren om te verduidelijken hoe het aanbod van genade bij hem functioneert.Om te beginnen preekt Sibbes heel warm en uitnodigend, maar stopt hij de wet niet weg. Christus prediken, zegt Sibbes, is zelfs beginnen met de wet, zodat mensen zien wie ze zonder Christus zijn. Alleen iemand die zijn eigen armoede en ellende buiten Christus kent, wil zich aan Christus verbinden. Een predikant moet oog hebben voor de bergen die er zijn tussen het hart van de mens en Christus (zie Jes. 40:4 en Joh. 1:23). Hij moet zich inspannen om mensen aan zichzelf te ontdekken, zodat al hun hoogmoed wordt weggenomen (2 Kor. 10:4). Maar, zegt Sibbes, zelfs als iemand de wet niet zou prediken, zijn al deze zaken impliciet in het Evangelie aanwezig, want:Wat hebben we aan een Verlosser, tenzij we verloren zijn? Wat hebben we eraan dat Christus onze wijsheid is, als we geen dwazen in onszelf zijn? Wat hebben we eraan dat Christus onze heiligmaking is, als we niet onheilig zijn in onszelf? Wat hebben we eraan dat Hij onze verlossing is, als we in onszelf niet verloren zijn, verkocht aan Satan en slaven van hem? Daarom dient alles ertoe om de weg vrij te maken voor Christus, niet alleen om de geheimenissen van Christus te openbaren, maar ook om ons te laten zien hoe noodzakelijk Christus is. [46]“The fountain opened” in: Sibbes, 5:506.De predikant moet zich ten doel stellen mensen te overtuigen hun huidige toestand te verlaten en Christus aan te nemen. Het gaat bij Sibbes dus niet om een ‘harde’ wetsprediking; het doel ervan is altijd mensen in beweging te krijgen en bij Christus te brengen. Daarom, zegt Sibbes, wordt het Evangelie op een zachte wijze verkondigd. De wet komt met ‘vervloekt, vervloekt’, maar het Evangelie wordt gepredikt met een zoete aantrekkingskracht.De prediker moet zijn hoorders smeken goed te zijn voor hun eigen ziel (2 Kor. 5:20). Het zou veel passender zijn als wij God zouden smeken, maar Christus werd als het ware Zelf een smekeling. De grote God van hemel en aarde smeekt om onze liefde! Hij smeekt ons zo voor onze eigen ziel te zorgen dat we met Hem verzoend worden. [47]“The fountain opened” in: Sibbes, 5:506-507. Zie ook: ‘Hij biedt Zichzelf aan om uw God te zijn, als u op Hem vertrouwt en door Hem geleid wilt worden. En dat niet alleen, Hij smeekt ons (wij zouden Hem moeten smeken, maar Hij smeekt ons – zo groot is Zijn liefde), ja, Hij beveelt ons zelfs om in Zijn Zoon Jezus Christus te geloven.’ in: “Christ’s suffering for man’s sin” in: Sibbes, 1:366. Sibbes spoort iedereen aan om gehoor te geven aan dit smeken van God:God zal Zijn hart nooit sluiten voor hen die in nederige gehoorzaamheid tot Hem vluchten. We kunnen ons nooit een té genadig beeld van God vormen. Kunnen we een mooier aanbod bedenken dan dat God in Christus Zichzelf aan ons aanbiedt? Dat is meer dan wanneer Hij ons duizend werelden zou geven. [48]“The soul’s conflict” in: Sibbes, Works, 1:267.God is ons altijd voor met Zijn aanbod van genade. Ons eigen geweten zal ons vertellen dat onze tekortkomingen meer voortkomen uit het koesteren van bepaalde begeerten dan uit onwil van Gods kant om ons met genade te vervullen. [49]“The soul’s conflict” in: Sibbes, 1:238.Sibbes leert een algemeen aanbod van genadeGod biedt mensen dus genade aan. Dat aanbod doet Hij aan ieder die het Evangelie hoort. Sibbes leert onmiskenbaar een algemeen aanbod van genade. Niemand wordt buitengesloten:Christus biedt Zich in het Evangelie aan allen aan. Dat is het doel van de bediening: om Christus en onze ziel samen te brengen, om een geestelijk huwelijk te sluiten, Zijn rijkdommen te openbaren en ons tot Hem te trekken (1 Joh. 1:9). Als u uw zonden belijdt, zal Hij ze vergeven en zult u genade ontvangen. Hij geeft rust aan vermoeiden en belasten (Matth. 11:28) en roept de dorstigen op tot Hem te komen (Jes. 55:1). Christus is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is. Hij biedt Zich in genade aan, zelfs aan de slechtste ziel. [50]“Bowels opened” in: Sibbes, 2:187.We moeten dit aanbod niet beperken tot de uitverkorenen. Het aanbod van genade komt ook tot verworpenen, aldus Sibbes:Want in de bediening van het Evangelie wordt de Geest in zekere mate ook aan verworpenen gegeven. Hij wordt hun aangeboden, Hij klopt op het hart van de meest verdorven personen, die in vuile en zondige praktijken leven; mensen van wie de tong en het lichaam als instrumenten van een onheilig hart tegen God zondigen. Het genadewerk wordt hun aangeboden, maar ze geven er geen gehoor aan. Daarom neemt de Geest geen bezit van hen om in hen te regeren. De Geest klopt aan bij hen, maar woont niet in hen en maakt geen verblijf in hen. [51]“A description of Christ” in: Sibbes, 1:25.De satan is listig. Eerst maakt hij ons wijs dat een zonde niets voorstelt, maar zodra we die zonde hebben gedaan, werpt hij ons voor de voeten dat onze zonde te groot is om vergeven te worden. Niemand wordt echter uitgesloten van het aanbod van genade. Er zijn geen eisen aan verbonden en er is geen voorbereiding nodig. Christus gaat geen verbintenis met ons aan omdat we goed zijn, maar om ons goed te maken. Christus vraagt geen bruidsschat; het enige wat Hij verlangt, is dat we onze armoede belijden en met onze leegheid tot Hem komen. [52]“Bowels opened” in: Sibbes, 2:187. Dan zullen we merken dat er bij God vergeving is voor alle zonden:Gods vergeving is een algemeen pardon, voor alle mensen, die berouw hebben van alle zonde, waarmee Hij hen bevrijdt van alle kwaad. Hij vergeeft alle personen: de tovenaar Manasse, Cornelius, Zacheüs, de vervolger Paulus. De gelijkenissen van het verloren schaap, de verloren penning en de verloren zoon getuigen hiervan. God biedt Zijn vergeving vrijelijk aan: Waarom zoudt gij sterven, huis van Israël? (Jer. 27:13). Als men Zijn vergeving negeert, klaagt Hij: Jeruzalem, Jeruzalem, hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen! (Matth. 23:37). ‘Hij dreigt’ omdat mensen niet luisteren, en ‘Hij vergeeft alle zonden’. [53]“The saint’s comforts: an exposition upon psalm CXXX” in: Sibbes, 6:175.Aannemen is God verheerlijkenWe kunnen God niet méér verheerlijken dan wanneer we Zijn geschenk aannemen, Christus Die Hij ons aanbiedt. Dan eren we God zelfs meer dan als we Adams gehoorzaamheid van voor de val zouden hebben. Nu, in het verbond der genade, wordt Hij verheerlijkt in Zijn barmhartigheid, in Zijn vergevende, lankmoedige, rijke, alles overtreffende barmhartigheid. [54]“Bowels opened” in: Sibbes, 2:85.Wat een troost is dit voor de zondige mens, dat hij God eert door zich aan Christus en aan Gods barmhartigheid in Christus over te geven. Wat is het een troost dat God Zijn heerlijkheid heeft verbonden met ons hoogste welzijn; dat er een prachtige samenloop is tussen het summum finis (het hoogste doel) en het summum bonum (het hoogste goed) van de mens! Het hoogste doel van de mens is de eer van God, want dat is als het ware het middelpunt van de cirkel waaruit alles voortkomt (Hij heeft alles geschapen met het oog op Zijn eigen heerlijkheid) en waarin alles eindigt; daarom is dit ook ons hoogste goed. Daarom is het trouwens niet goed om te denken: ‘We mogen niet zo veel aan onze eigen zaligheid denken; dat is eigenliefde.‘ [55]“Excellency of the Gospel above the Law” in: Sibbes, 4:244.Sibbes noemt God daarom de ‘Vader van barmhartigheid’. Hij benadrukt zelfs dat God dat al voor mensen is voordat ze bekeerd zijn. God wil verheerlijkt worden in het tonen van genade:Hij is ‘de Vader van barmhartigheid’ al vóór de bekering. Hij biedt Zijn kinderen genade aan en draagt hen op deze te aanvaarden, zodat zij, als ze goed willen zijn voor hun ziel, genade zouden ontvangen. Hij verbindt Zijn heerlijkheid aan Zijn barmhartigheid, opdat Hij verheerlijkt zal worden in het betonen van Zijn barmhartigheid. En daar dringt Hij bij ons op aan. Wat een grote genade is dit, dat Hij hier bij ons op aandringt, voor ons eigen heil! ‘Waarom zoudt gij sterven, o huis van Israël?’ (Jer. 27:13). En: ‘Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt’ (Matth. 11:28). [56]“Commentary on 2 Corinthians Chap. 1, ver. 3” in: Sibbes, 3:30.Sibbes beschrijft het aanbod van genade als een huwelijksaanzoekZoals gezegd richt Sibbes zich minder op de leer en het leven en meer op het hart en de beleving van de gelovige. Regelmatig gebruikt hij het beeld van een huwelijk om de vereniging tussen een gelovige en Christus te omschrijven. Het aanbod van genade beschrijft Sibbes dan als een liefdesaanzoek of een huwelijksaanzoek, waarbij Christus Zichzelf aanbiedt als de Bruidegom van de ziel. Daarbij gebruikt hij bijvoorbeeld het Engelse woord woo, dat je kunt vertalen als ‘het hof maken’ of ‘een liefdesaanzoek doen’. Zo benadrukt Sibbes niet alleen de persoonlijke aard van de relatie tussen Christus en de gelovige, maar ook de diepe genegenheid en toewijding die Christus toont in Zijn nodiging tot de verzoening. Hij zegt bijvoorbeeld:Overdenk niet alleen hoe gepast en noodzakelijk Hij voor ons is, maar ook hoezeer we erop mogen hopen Hem te verkrijgen, aangezien Hij ons via Zijn boodschappers smeekt en ons als een Bruidegom het hof maakt, terwijl wij eigenlijk naar Hém zouden moeten zoeken. En naast die boodschappers stuurt Hij bovendien een geheime Boodschapper, Zijn Heilige Geest, om ons hart tot Hem te neigen. Laten we daarom, uit liefde voor onze ziel, ons door Hem laten winnen. [57]‘Consider not only how suitable and how necessary he is unto us, but what hope there is to have him, whenas he sueth to us by his messengers, and wooeth us, whenas we should rather seek to him; and with other messengers sendeth a privy messenger, his Holy Spirit, to incline our hearts. Let us therefore, as we love our souls, suffer ourselves to be won.’ in: “Bowels opened” in: Sibbes, 2:27.Wie zich aan Christus toevertrouwt, zal niet sterven onder de last van zijn zonden, maar leven. Christus stuurt nooit iemand weg die zich aan Hem toevertrouwt. Daarom legt Sibbes ons deze woorden in de mond:U hebt me niet alleen vredesvoorwaarden aangeboden, maar me ook door Uw dienaren het hof gemaakt opdat ik mezelf aan U zal overgeven, als de Uwe in Uw Christus. Daarom durf ik Uw goede bedoelingen ten opzichte van mij niet te wantrouwen en Uw intenties niet in twijfel te trekken. Ik besluit Uw raad op te volgen en me aan Uw genade toe te vertrouwen. [58]“The soul’s conflict” in: Sibbes, 1:267.We moeten aandacht schenken aan de stem van Christus in het Woord. Als God spreekt, moeten we niet denken dat Eli spreekt, zoals de goede Samuel dacht (1 Sam. 3:6).Laten we beseffen dat God in de prediking tot ons spreekt en dat Christus ons het hof maakt om ons voor Zich te winnen. Ben je bang dat Christus jou zal afwijzen, terwijl Hij zo hartstochtelijk en liefdevol jouw liefde zoekt? Heb goede moed, want Hij is gewilliger om ons te ontvangen dan wij gewillig zijn om tot Hem te komen. [59]“Bowels opened” in: Sibbes, 2:68-69.Predikanten zijn vrienden van de Bruidegom, zegt Sibbes. Hun taak is om te horen wat Christus tot de kerk zegt en wat Hij wil dat zij zeggen. Predikanten hebben de taak om als huwelijksbemiddelaars het huwelijksverbond tot stand te brengen en dit te blijven verbeteren totdat het huwelijk volmaakt zal zijn in de hemel. [60]“Bowels opened” in: Sibbes, 2:68; Zie ook: Sibbes, 3:317. ‘The office of the minister is to be wooers, to make up the marriage between Christ and Christians’ souls.’ Of, zoals Sibbes het ergens anders zegt:De Woordbediening is ingesteld om de schat aan Gods volk te openbaren, zodat zij weten welke rijkdom ze door Christus hebben. Het doel van de bediening is om de liefde van het volk voor Christus te winnen. Predikanten treden daarom op als tussenpersonen tussen de bruid en de Bruidegom om het huwelijk tot stand te brengen. Daarom maken ze bekend hoe het verbond hier wordt gesloten en in de hemel wordt voltrokken. Daarom maken ze, in opdracht van Christus, de luisteraars het hof voor Hem, en smeken ze de mensen ‘zich met God te laten verzoenen’ (2 Kor. 5:20). Dit is het doel van de bediening. Dit is het wat de kerk van God zo mooi maakt; ze beschikt over deze instelling om God, Christus en Zijn volk samen te brengen: om hen samen te brengen in een verbond. De Schrift bevat mijnen vol rijkdommen, maar deze moeten opgegraven worden. De bediening dient om deze rijkdommen op te delven. Daarom heeft God dit ambt van de bediening apart gezet om te laten zien wat het eigendom van Gods volk is. [61]“A breathing after God” in: Sibbes, Works, 2:232-233.In Gods Woord, Zijn wil en Zijn beloften zien we Wie Hij is. Daarin openbaart Hij Zijn genade en Zijn goede wil naar ons en voor ons in Christus. Daar zien we Hem, zegt Sibbes, zoals een bruid haar bruidegom ziet in de liefdevolle brief die hij voor haar heeft geschreven. [62]“Excellency of the Gospel above the Law” in: Sibbes, 4:250; Zie ook: Sibbes, 7:452. Zo probeert Sibbes zelf ook als een dienaar van het Evangelie, als een huwelijksbemiddelaar, zielen voor Christus te winnen. Hij richt zich vaak tot de twijfelende zielen, aan wie hij laat zien hoe laag God afdaalt. Bij al die warme uitnodigingen en aanbiedingen moeten we wel onthouden dat Sibbes ‘geen schuilplaats biedt aan de overmoedige, maar enkel een veilige haven opent waar de werkelijk vernederde ziel zich in kan begeven’. [63]“The soul’s conflict” in: Sibbes, Works, 1:232.Sibbes en de plicht tot geloofSibbes brengt het aanbod van genade niet vrijblijvend. Ieder die het Evangelie hoort, heeft de plicht om te geloven. Gods Zelf laat Zijn stem horen in de prediking en in de vermaningen en nodigingen van het Evangelie. Moeten wij dan niet gehoorzamen? Het Evangelie gehoorzamen betekent volgens Sibbes dat we het aanbod van het Evangelie aannemen. Het bevel om in Christus te geloven is feitelijk een oproep om Hem te ontvangen. Sibbes benadrukt dat we Christus niet alleen als Priester moeten ontvangen om ons te redden, maar ook als Koning om over ons te regeren. Rechtvaardiging en heiliging gaan samen. Als we Christus en Zijn weldaden, die vrij worden aangeboden, niet met heel ons hart ontvangen en aannemen, zijn we ongehoorzaam aan het Evangelie en brengen we onszelf in gevaar. [64]“The ungodly’s misery” in: Sibbes, 1:387.Sibbes noemt drie redenen waarom ongehoorzaamheid aan het Evangelie zo’n grote zonde is: [65]Samengevat uit: “The ungodly’s misery” in: Sibbes, 1:388-389. En: “Bowels opened” in: Sibbes, 2:144.Ten eerste, zonden tegen het Evangelie zijn zonden tegen die eigenschappen van God waarin Hij Zichzelf het meest wil verheerlijken, zoals Zijn genade, barmhartigheid, goedertierenheid, enzovoort. Daarom wordt het Evangelie genade genoemd, omdat het genade bekendmaakt, aanbiedt en toepast. Nu zijn zonden tegen barmhartigheid groter dan zonden tegen rechtvaardigheid, want God heeft alle dingen gemaakt tot de verheerlijking van Zijn barmhartigheid.Bovendien zijn de zonden tegen het grootste licht de ernstigste zonden. Wat maakt een zonde buitengewoon zondig, anders dan dat we haar begaan tegen een helder schijnend licht? Zie Hebreeën 2:3.Een andere verzwaring van de zonden tegen het Evangelie is dat dit zonden zijn tegen het betere verbond. Het eerste verbond luidde: Doe dit en leef. Daar hebben we allemaal tegen gezondigd, zodat we allemaal onder de vloek vallen. Maar nu leven we onder een genadiger verbond, een verbond van barmhartigheid: Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult behouden worden. Daarom moet de zonde nu des te zwaarder wegen. Als we tegen het Evangelie zondigen, hetzij door verwaandheid, wanhoop of goddeloosheid, bijvoorbeeld doordat we het Evangelie wel belijden maar de kracht ervan ontkennen (2 Tim. 3:5), blijft er voor ons geen redding meer over (2 Thess. 1:8).Hoe kun je gehoorzamen?Er is dus niets belangrijker dan het Evangelie te gehoorzamen. Hoe kun je dat leren? Sibbes wijst op het gebed en het gebruik van de middelen. Hij noemt vier concrete ‘overwegingen’ waarvan we gebruik kunnen maken: [66]Samengevat uit: “The ungodly’s misery” in: Sibbes, Works, 1:392-393.Streef naar een diepe overtuiging van de venijnige en vuile aard van de zonde. Luister naar de stem van je geweten en overweeg hoe God ons in deze wereld straft vanwege onze zonde. Overdenk de dreigementen die Hij uitspreekt voor de toekomst. Denk aan de voorbeelden in de Bijbel waarin je ziet dat de zonde, die een gruwel is voor God, niet anders verzoend kan worden dan door de dood en het bloed van de Heere Jezus.Overweeg verder hoe het Evangelie Christus aan ons openbaart. Hij Die ons gebiedt niet te moorden en te stelen, gebiedt ons ook in Christus te geloven (1 Joh. 3:23). Hij gebiedt ons onze eigen ziel zó lief te hebben dat we het middel aannemen dat haar kan genezen. We zondigen tegen God als we niet barmhartig zijn voor onze eigen ziel. Wat betoont God ons een grote gunst als Hij ons opdraagt onze eigen genade niet te verwerpen, zoals in Jona staat (Jona 2:8)! Als ik mijn eigen ziel niet liefheb en de aangeboden genade niet aanneem, maak ik God tot een leugenaar (1 Joh. 5:10) en beledig ik Zijn majesteit.Overweeg ook hoe God degenen lokt die bezwaar maken tegen Zijn genade. ‘Ach, ik ben beladen met zonde’, zegt iemand misschien. ‘Komt allen tot Mij, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven’ (Matth. 11:28). ‘Maar ik heb God beledigd, ik heb mijn vrede verbroken’, enzovoort. Toch smeek ik u: ‘Laat u met God verzoenen’ (2 Kor. 5:20). Ook al hebt u gezondigd, er is hoop. Overweeg dat God bereid is u te helpen, dat Zijn barmhartigheden elke morgen nieuw zijn dat Hij Zijn handen uitstrekt om ons te ontvangen.Overweeg ten slotte hoe heerlijk het is om onder Christus te leven, als je Koning en je Bruidegom. Zal Hij niet voor Zijn eigen familie en Zijn eigen onderdanen zorgen? Christus wil over ons heersen als een Vader en een Echtgenoot, ten goede van Zijn kinderen en Zijn bruid. Hij heeft hun welzijn op het oog.Zo lokt Sibbes iedereen met de nodigingen van het Evangelie, en spoort hij ieder aan met de plicht tot geloof en met dreigementen voor wie God ongehoorzaam is. Gehoorzamen aan het Evangelie, en dus het vervullen van de plicht tot geloof, is het aannemen of ontvangen van Christus.Geloof bij SibbesBetekent dit dat het onze plicht is om te geloven dat al onze zonden vergeven zijn? Dat Christus dus voor ons is gestorven en dat we dus uitverkoren zijn? Nee, zegt Sibbes, er is verschil tussen de daad van het geloof en de vrucht van het geloof. De daad van het geloof is in Christus geloven en jezelf op Hem werpen. Het is instemmen met Zijn aanbod in het Evangelie. Ieder die dit doet, zal de vruchten van Christus’ dood ontvangen.Niemand moet zich dus vooraf afvragen of de vruchten van Christus’ dood hem wel toebehoren. We moeten ons eerst richten op het aanbod en gebod in het Evangelie. Oftewel, bij Sibbes houdt de plicht tot geloof in dat iedereen verplicht is zich op Christus te werpen om gered te worden, maar niet dat iedereen verplicht is om de vrucht daarvan te geloven, tenzij hij de daad van het geloof in praktijk brengt. [67]“Salvation applied” in: Sibbes, 5:390-391.Wat kan de plicht om te geloven een nood geven als we merken dat we niet kunnen, willen of durven geloven. Als we merken hoe ver we van God afstaan en hoe zondig ons hart is. Laten we ons oor opnieuw bij Sibbes te luisteren leggen:Let er tot uw troost op, dat het Evangelie mensen roept die naar hun eigen besef en gevoel het verst bij God vandaan zijn. Als u arm bent en uw gebrek ziet: ‘Zalig zijn de armen van geest‘, Matth. 5:3. Maar ik heb geen genade. O, had ik maar genade! ‘Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid’, Matth. 5:6. Als u treurt over uw zonden: ‘Zalig zijn die treuren’, Matth. 5:4. Als u de zware last van uw zonden voelt: ‘Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven’, Matth. 11:28.Het Evangelie neemt alle bezwaren en twijfels van het ongelovige hart weg. God is zo bereidwillig om tot u te komen. Blijf daarom geen tegenwerpingen maken, maar geloof het beste van Hem. God wil dat we aan onszelf wanhopen, opdat we op Hem zullen vertrouwen. En we zijn het meest geschikt om op God te vertrouwen wanneer we aan onszelf wanhopen; dan maken we God tot ons alles in allen. Hij heeft genoeg gerechtigheid, genoeg heiligheid, genoeg betaling – alles genoeg voor u.En voor degenen die nog geen gelovigen zijn, wat spant God Zich wonderlijk in om zulke mensen een goede hoop te geven! Als ze zich overgeven en komen, ligt er een aanbod voor ieder die komt en drinkt van het water des levens. Er is ook een gebod. Hij Die heeft bevolen: ‘Gij zult niet doden’, en ‘Gij zult niet stelen’, beveelt u ook te geloven. ‘Dit is Zijn gebod, dat wij geloven in de Zoon van God‘ (zie 1 Joh. 3:23). Bedenk wel: u begaat een zonde tegen het Evangelie, wat erger is dan een zonde tegen de wet. Want als een mens zondigt tegen de wet, kan hij hulp vinden in het Evangelie. Maar als hij zondigt tegen het Evangelie, is er geen ander Evangelie dat hem kan helpen. God biedt u troost aan. Hij beveelt u op Hem te vertrouwen. U bent opstandig, u zondigt tegen Hem als u niet gelooft. [68]“Commentary on 2 Corinthians Chap. 1, ver. 9” in: Sibbes, 3:155.Sibbes blijft dus bezwaren wegnemen, nodigen en tegelijkertijd de plicht van het geloof benadrukken. Daar stopt hij echter niet. Gelukkig is het geloof niet iets wat mensen zelf hoeven te maken!De gronden van het geloofHet geloof is een gave van God. Of, zoals Sibbes het zegt, genade geeft alle eer aan God, Die al onze zelfgenoegzaamheid weghaalt en geloof geeft om te ontvangen wat ons zonder prijs wordt aangeboden. Het geloof ontleent zijn werkzaamheid aan het feit dat het in het verbond een vereiste is om de vrije beloften van God aan te grijpen. En die beloften ontlenen op hun beurt hun kracht aan de onveranderlijke natuur van de God van het verbond. [69]“Voorwoord op Ezekiel Culverwell’s Treatise of Faith” in: Sibbes, 1:xci. De belofte van het genadeverbond is het leven door Christus. Deze belofte vereist niets anders dan dat we haar aannemen door het geloof. Dat geloof wordt gewerkt in degenen die aan Christus zijn gegeven. Wanneer de genade wordt aangeboden, verleent de Geest aan deze woorden een verborgen en grote kracht en maakt Hij ze effectief. Wanneer deze mensen worden opgeroepen te geloven, opent de Geest hun hart voor het geloof.’ [70]“Voorwoord op Ezekiel Culverwell’s Treatise of Faith” in: Sibbes, 1:xcii. De Heilige Geest wil Zich volgens Sibbes dus verbinden aan het aanbod van genade in de woorden van een predikant.Alles wat Christus voor ons heeft, wordt ons eigendom door het geloof. Het geloof is de hand van de ziel die Christus ontvangt, met Zijn ondoorgrondelijke rijkdommen van genade die in het Evangelie worden geopenbaard en aangeboden. [71]“Voorwoord op John Preston’s Breastplate of Faith and Love” in: Sibbes, 1:xcvii.Gronden buiten de mensWe mogen ons geloof bouwen op de volgende gronden, die allemaal voortkomen uit Christus Zelf: [72]“To the Christian reader” in: “The bruised reed and smoking flax” in: Sibbes, 1:39. Zie ook: “Commentary on 2 Corinthians Chap 1, ver. 20” in: Sibbes, 3:399-400.Het vrije aanbod van genade aan allen die dit willen aannemen (Openb. 22:17);De genadige uitnodiging aan allen die vermoeid en belast zijn (Matth. 11:28);De oproep aan hen die niets hebben om mee te betalen (Jes. 55:1);Het gebod dat ons beveelt te geloven (1 Joh. 3:23);De waarschuwing voor het gevaar van ongeloof, dat ons gevangen zet onder de schuld van alle andere zonden (Joh. 16:9);De liefdevolle aansporing om te geloven en het feit dat God ambassadeurs aanstelt die namens Christus om vrede smeken (2 Kor. 5:20);De instelling van de sacramenten die het verbond verzegelen.Alle gronden voor het geloof liggen dus buiten de mens. Gelukkig maar, anders zouden we in wanhoop sterven. God weet dat we niet alleen zijn geneigd tot zonde, zegt Sibbes, maar dat we, wanneer ons geweten is wakker geschud, net zo geneigd zijn te wanhopen vanwege onze zonde. Daarom onderstreept Hij wat Hij in het genadeverbond belooft, namelijk dat Hij in Christus zal triomferen over de grootste angsten en vijanden die we vrezen. Zijn gedachten zijn niet zoals onze gedachten (Jes. 55:8); Hij is God en geen mens (Hos. 11:9). De hoogte, diepte en breedte van Zijn barmhartigheid overstijgen alle diepten van onze zonde en ellende (Ef. 3:18).Niemand hoeft dus te wanhopen. Al is het zo, zegt Sibbes, dat het hart van een verbroken zondaar zich afsluit voor de genade die zo krachtig aan zijn hart wordt gelegd. Daarom is het noodzakelijk dat de Heilige Geest de liefde van Christus uitstort in het hart. [73]“To the christian reader” in: “The bruised reed and smoking flax” in: Sibbes, Works, 1:39.Zekerheid van het geloofSibbes wijst erop dat het vrije aanbod van genade zo belangrijk is om al onze twijfels vanwege onze eigen onwaardigheid weg te nemen. De zaligheid wordt zeker als het geloof zich richt op de beloften van God, waarin Hij Zijn genade aanbiedt om niet. [74]“The soul’s conflict” in: Sibbes, 1:213. Het geloof begint echter niet met zekerheid. Sibbes leert, zoals we hiervoor ook al zagen, dat de eerste daad van het geloof een vluchten naar Christus is, en dat de vrucht van het geloof de volle zekerheid is.God is de God van allen die op Hem vertrouwen. (…) Hij maakt er aanspraak op onze God te zijn. Ons geloof hierin groeit geleidelijk tot aan de volle zekerheid. Er is een grote afstand tussen de eerste daad van geloof – waarin we ons verbinden aan God, Die in Christus aanbiedt de onze te zijn – en de laatste vrucht van het geloof: het duidelijke en troostvolle besef dat God werkelijk onze God is. Eerst wenden we ons door het geloof tot God, en vervolgens nemen we Hem aan als onze God. Het eerste is het worstelende werk van het geloof; het laatste is de triomf van het geloof. Daarom is geloof op zichzelf niet hetzelfde als zekerheid. Tot onze verdere troost zijn de beloften in het bijzonder verbonden aan de daad van het geloof; de vollere zekerheid is de beloning van het geloof. [75]“The soul’s conflict” in: Sibbes, 1:266.Sibbes wijst erop dat deze eerste daad van het geloof niet eenmalig is. Het geloof kent twijfels. Het is de aard van het ware geloof, zegt Sibbes, om zichzelf te onderzoeken – en dat zal ertoe leiden dat de gelovige niet zonder God kan:Het is de aard van het ware geloof om alle hoekjes en gaatjes te doorzoeken, en als er uiteindelijk [nergens hulp verschijnt], werpt het zich op God, zoals bij de eerste bekering, toen we niets anders hadden om op te vertrouwen dan het aanbod van vrije genade. Als we toen op God vertrouwden, zonder eerdere ervaring, waarom dan niet nu, wanneer we niets ervaren? De belangrijkste gronden om God te vertrouwen blijven altijd dezelfde, of we nu iets voelen of niet; ja, zelfs als we momenteel het tegenovergestelde voelen. Geloof zal nooit ophouden met worstelen totdat het een zegen heeft verkregen. Wanneer het geloof aan het werk wordt gezet met geen andere steunpilaar dan dan God en Zijn naakte belofte, is het Gods eer te na om niet te tonen dat Hij onze God is. [76]“The soul’s conflict” in: Sibbes, 1:278.En dat is uiteindelijk de vrucht van het ware geloof: het past de bijzondere liefde en gave van Christus toe op zichzelf. Echt geloof is een toepassend geloof. Het maakt de algemene waarheden van het Evangelie tot persoonlijke waarheden. Er is een algemeen aanbod van genade, maar voordat dit tot nut kan zijn, moet er een persoonlijk, toepassend geloof zijn om dit eigen te maken.Er is een geest van toepassing in het ware geloof. Want God biedt in de Schriften Christus aan, en Christus biedt in de bediening Zichzelf aan aan allen die geloven. Daarop volgt het geloof waarmee we Christus de onze maken. (…) Christus is een mantel, het geloof hult zich in Hem; Christus is een fundament, het geloof bouwt op Hem; Christus is een wortel, het geloof plant ons in Hem; Christus is onze Bruidegom, het geloof stemt toe, en deze toestemming sluit het huwelijk. [77]“Salvation applied” in: Sibbes, 5:391.Het geloof is dus zowel een opdracht als een gave van God. Het vindt zijn grond in Gods vrije aanbod van genade. Dit geloof steunt op niets in de mens zelf, maar alleen op de beloften van God. De vrucht van het geloof dat zich op Christus werpt, is de persoonlijke toepassing van Christus aan de ziel.Noodzaak van de Heilige GeestSibbes is ruim en uitnodigend voor iedereen en benadrukt de noodzaak van geloof. Hij doet een beroep op de menselijke verantwoordelijkheid en vermaant zijn hoorders zich aan Christus toe te vertrouwen. Dit betekent echter niet dat Sibbes arminiaanse trekken heeft. Hij benadrukt dat de genade wordt aangetast als we ook maar het minste beroep doen op de verdiensten van heiligen of op onze eigen vrije wil. Genade wordt niet verheerlijkt als we er ook maar het minste van onszelf aan toevoegen. We kunnen nog geen haar op ons hoofd maken en nog geen grassprietje laten groeien; zouden we dan wel in staat zijn onszelf naar de hemel te brengen? [78]“Excellency of the Gospel above the Law” in: Sibbes, 4:244.Predikanten hebben de taak om de ondoorgrondelijke rijkdom van Christus te ontvouwen door de bediening van het Evangelie. Dat blijven echter raadsels voor vleselijke mensen, zo zegt Sibbes. Er ligt een sluier over ons verstand, onze wil en onze genegenheden. Daarom moet de Heilige Geest deze verborgenheden aan ons openbaren. [79]“A glance of heaven” in: Sibbes, 4:158. Als God niet met Zijn Heilige Geest werkt door de middelen, zal geen planten en besproeien iets van groei brengen. Toen Christus op aarde was, gebruikte God grotere middelen dan ooit tevoren. Toch konden zelfs die wonderen de mensen niet bekeren. Sibbes wijst ook op Mozes. Ondanks alle middelen die er tijdens de woestijnreis waren, moest hij klagen dat de HEERE het volk geen hart had gegeven om te begrijpen en geen ogen om te zien (Deut. 29:4). [80]“Bowels opened” in: Sibbes, 2:166.Maar gelukkig vertrouwt God het ons sinds de zondeval niet toe om ons eigen heil te bewerken. Als genade alleen een overtuigend aanbod van genade was, zou genade ons niet naar de hemel brengen, zegt Sibbes. Gods kinderen ervaren een krachtige werking van de Geest. Deze Geest openbaart ons niet alleen onze ellende en onze verlossing door Christus, maar verlost ons ook van onszelf. Hij stort nieuw leven in ons, versterkt ons en verkwikt ons wanneer we neerslachtig zijn en het hoofd laten hangen. De Geest laat ons niet los totdat de volledige overwinning is behaald. [81]“The bruised reed and smoking flax” in: Sibbes, 1:95.Betekent dit dat de Evangeliebediening nutteloos is? Die is nutteloos zonder het werk van de Heilige Geest, maar de Heilige Geest werkt wel door middel van de Evangeliebediening. Op het moment dat de predikant tot het oor spreekt, zo zegt Sibbes, spreekt Christus, en opent en ontsluit Hij het hart. Ook geeft Hij het hart de kracht om zich te openen, niet vanuit zichzelf, maar vanuit Christus. Dit gebeurt niet door geweld, maar op een zoete manier; Hij neigt het hart ertoe. [82]“Bowels opened” in: Sibbes, 2:63; Zie ook: Beeke en Jones, A Puritan Theology, 1248. Als we dus de Geest willen ontvangen, moeten we het Evangelie van Christus horen en bestuderen. [83]“Excellency of the Gospel above the Law” in: Sibbes, Works, 4:214. Voor Sibbes draait alles om Christus:Christus is door God aangesteld voor onze redding. Het Evangelie is het grote middel waardoor God de ‘onnaspeurlijke rijkdom van Christus’ (Ef. 3:8) openbaart. Het kistje van deze juweel, de schatkamer van Zijn schatten, de genade, liefde en barmhartigheid van God, zijn vervat in Christus; en Christus en al het goede zijn vervat in het Evangelie. Dat Evangelie is een rijke mijn, en de bediening van het Evangelie legt deze mijn open voor het volk. Maar God gaat zelfs nog verder. Hij paart Zijn Heilige Geest aan de bediening. Hoewel er velen zijn die niet door het Evangelie worden geroepen en bekeerd, laat de Geest van God Zich toch niet onbetuigd. De Geest doet een beroep op ieder die het Evangelie hoort. Hij klopt op hun hart, Hij lokt en overtuigt hen. Als ze niet toegeven, is dat vanwege de opstandigheid van hun hart. Er wordt meer genade van de Geest aangeboden dan aanvaard, zodat de mond van de mens wordt gestopt. Zo daalt God neer, en Christus, de genade, het Evangelie, de ambtelijke bediening en de Geest, alles uit liefde voor ons, opdat wij wederkerig alles in liefde voor God zullen doen. Laat dit ons ertoe bewegen om alles met een oprecht hart voor Hem te doen. [84]“Excellency of the Gospel above the Law” in: Sibbes, 4:246.Het aanbod van genade kan dus niet zonder het werk van de Heilige Geest. Maar, zegt Sibbes, de Heilige Geest wil Zich verbinden aan de Evangeliebediening om mensen ertoe te bewegen Zijn aanbod aan te nemen.ConclusieSibbes benadrukt in al zijn werken de liefde en barmhartigheid van God, wat hem onderscheidt van de meer systematische benadering van de Amesians. Nu heb ik bij de bespreking van Perkins en Ames vooral geciteerd uit hun systematische werken, dus we moeten het verschil ook weer niet te groot maken. Desondanks legt Sibbes duidelijk een ander accent. Hij verwoordt het christelijk geloof als een liefdesverhaal waarin Christus de Bruidegom is Die zich aanbiedt aan zondaren.De Amesians leggen meer nadruk op het voorbereidende werk, waarin een belangrijke rol is weggelegd voor de wet. De wet moet het harde hart verbreken en zondaren klaarmaken voor het Evangelie. Sibbes ontkent de noodzaak en de functie van de wet niet, maar legt daar veel minder nadruk op. De wet is in zoverre nodig, dat ze ons moet laten inzien dat we Christus nodig hebben. Ook beschouwt Sibbes de wet als impliciet aanwezig in het Evangelie. Waarom zou je immers een Verlosser aangeboden krijgen als je niet verloren bent?Sibbes staat volledig in lijn met de reformatoren en andere puriteinen wat betreft de kernpunten van de uitverkiezing, de vrije wil en de particuliere verzoening. Ook legt hij dezelfde nadruk met zijn oproep om niet bij Gods verborgen raad stil te staan, maar je volledig op het geopenbaarde Evangelie te richten.Sibbes leert dat het aanbod van genade algemeen is en zonder onderscheid moet worden verkondigd aan iedereen die het Evangelie hoort. Dit aanbod wordt niet beperkt door de uitverkiezing. Het is een welgemeende uitnodiging die vergezeld gaat van de plicht tot geloof. Sibbes benadrukt verder dat het tot verheerlijking van God is als we dit aanbod aannemen. Hij beschrijft het aanbod van genade als een huwelijksaanzoek en predikanten als huwelijksbemiddelaars.Tegelijkertijd maakt Sibbes duidelijk dat geloof niet uit de mens zelf voortkomt, maar een gave van God is, gewerkt door de Heilige Geest. De liefdevolle nodigingen en sterke aandrang bij Sibbes mogen we dan ook niet als arminiaanse trekken bestempelen. Sibbes is juist wars van alle menselijke werkzaamheden en benadrukt dat alle voorwaarden door God worden vervuld. Het geloof is gegrond op de vrije belofte van God in het Evangelie en niet op iets in de mens. Sibbes definieert het geloof hetzelfde als Ames: de daad van het geloof is in Christus geloven en jezelf op Hem werpen. De vrucht daarvan is de wetenschap dat Christus ook voor jou is gestorven en dat je dus uitverkoren bent.Sibbes’ theologie biedt een evenwichtige en hartelijke benadering van de spanning tussen de uitverkiezing en het aanbod van genade. Zijn focus op Christus, gecombineerd met zijn warme pastorale toon, maakt zijn boodschap relevant en hoopgevend voor worstelende zielen, terwijl hij stevig geworteld blijft in de gereformeerde traditie. Voetnoten (84) Tagged:Algemeen aanbodAmesiansPlicht tot geloofPuriteinse theologieReikwijdte verzoeningSibbesiansUitverkiezingVoorbereidend werkWelmenend aanbod Vorige Ames en de systematisering van de theologie Volgende Preston en het Engelse hypothetisch universalisme