Conclusie: het aanbod van genade in de vroege puriteinse theologieAan de hand van de leer van Perkins, Ames, Sibbes en Preston heb ik laten zien hoe de eerste puriteinen omgingen met de spanning tussen Gods soevereine verkiezing en het aanbod van genade. Deze vier theologen vertegenwoordigen belangrijke stromingen die de verdere ontwikkeling van de puriteinse theologie hebben bepaald. Dit geeft ons dus een goed overzicht van de bandbreedte van de gereformeerde theologie. We kunnen nu een aantal conclusies trekken over het functioneren van het aanbod van genade in de puriteinse theologie.Overeenstemming in de vroege puriteinse theologie op kernpunten aanbod van genadeOm te beginnen zijn er veel thema’s waarin Perkins, Ames, Sibbes en Preston op één lijn zitten. Ze leren alle vier:De mens heeft geen vrije wil wat de geestelijke dingen betreft. Zowel uitverkiezing als verwerping hangen af van Gods wil, niet van de waardigheid, wil of werken van de mens.Het aanbod van genade is algemeen en komt tot iedereen die het Evangelie hoort. Predikanten moeten het aanbod van genade zonder onderscheid prediken aan alle hoorders.Het aanbod van genade gaat samen met het bevel om dit te geloven. Het is geen vrijblijvend advies of slechts een goede raad.Het aanbod van genade kan alleen worden aangenomen door het geloof. Dat geloof is een gave van God, gewerkt door de Heilige Geest. Dit wordt ook wel de inwendige roeping genoemd.Het is de verantwoordelijkheid van de mens om dit aanbod aan te nemen. Indien hij dit niet doet, gaat hij door eigen schuld verloren.Verschil: oplossing voor spanning tussen uitverkiezing en welmenend aanbod van genadeEr is dus een duidelijke kern waar ze alle vier aan vasthouden. Er is echter ook diversiteit in hun visie. Op drie punten is er een duidelijk verschil tussen deze vier theologen. Als eerste lossen ze de spanning tussen de uitverkiezing en het welmenend aanbod van genade anders op:Perkins: het aanbod van genade is alleen bedoeld voor de uitverkorenen. Maar omdat predikanten niet weten wie dat zijn, moeten ze er in liefde van uitgaan dat alle hoorders daar mogelijk bij horen. Daarnaast leert de Bijbel het bevel tot geloof. Het aanbod van genade moet dus welmenend worden gebracht omdat het een bevel van God is en omdat op die manier de uitverkorenen worden bereikt.Ames: ook bij Ames rust het welmenend aanbod van genade op Gods bevel om te geloven in Zijn Zoon Jezus Christus.Sibbes: volgens Sibbes smeekt God mensen in Zijn Evangelie om op Zijn huwelijksaanzoek in te gaan. We kunnen dus zeggen dat bij Sibbes, net als in de Dordtse Leerregels, het welmenend aanbod van genade is gebaseerd op de algenoegzaamheid van het offer van Christus.Preston: het welmenend aanbod van genade is gebaseerd op het offer van Christus. Christus is daadwerkelijk voor alle mensen gestorven. Als je het aanbod afwijst, wijs je het bloed van Christus af en ben je dus schuldig aan Zijn bloed.Kortom, het algemeen welmenend aanbod wordt in de puriteinse theologie gegrond op de algemene verzoening (Engels hypothetisch universalisme, Preston), op de algenoegzaamheid van het offer van Christus (Dordtse Leerregels, Sibbes) of op het bevel van God (Perkins, Ames).Verschil: definitie van geloof en plicht tot geloofHet tweede verschil tussen Perkins, Ames, Sibbes en Preston is hun definitie van het geloof en dus ook van de plicht tot geloof:Perkins: iedereen heeft de plicht om te geloven dat hij uitverkoren is.Ames en Sibbes: de eerste daad van het geloof is niet geloven dat je uitverkoren bent of dat Christus voor jou gestorven is. Geloven is je op Christus werpen als een voldoende en getrouwe Zaligmaker. De plicht tot geloof is dus de plicht om naar Christus te gaan en je aan Hem toe te vertrouwen.Preston: iedereen wordt opgeroepen om te geloven dat Christus voor hem gestorven is.Verschil: voorbereidend werkAls derde is er een accentverschil in de prediking van de Amesians (Perkins, Ames) en de Sibbesians (Sibbes, Preston). De Amesians leggen meer nadruk op het voorbereidende werk, waarin een belangrijke rol is weggelegd voor de wet. De wet moet het harde hart verbreken en zondaren klaarmaken voor het Evangelie. Bij de Sibbesians staat de liefde van God meer voorop. Ze ontkennen de noodzaak en de functie van de wet niet, maar leggen daar wel veel minder nadruk op.Conclusie: het aanbod van genade in de puriteinse theologieOver de kernpunten van het aanbod van genade is dus veel overeenstemming in de puriteinse theologie. Toch is er ook de nodige diversiteit in de manier waarop verschillende puriteinen de spanning tussen de uitverkiezing en het welmenend aanbod van genade oplossen en hoe ze de plicht tot geloof definiëren. De kolom ‘gereformeerd’ in de samenvattende tabel die ik in het inleidende hoofdstuk heb getoond, is dus echt een samenvatting. In werkelijkheid is er binnen de gereformeerden nog best wat diversiteit. Toch heeft men ondanks deze diversiteit gezamenlijke belijdenissen kunnen opstellen. Dat hebben we gezien bij de Dordtse Synode en we zullen in het vervolg van dit hoofdstuk zien dat dit ook het geval was op de Westminster Assembly.Tagged:Algemeen aanbodPlicht tot geloofPuriteinse theologieWelmenend aanbod Vorige Preston en het Engelse hypothetisch universalisme Volgende De vergaderingen van de Westminster Assembly