Vroege puriteinse theologieIn het vorige artikel onderzochten we hoe verschillende groepen puriteinen zich wilden verhouden tot de anglicaanse staatskerk. Vanaf nu gaan we met een andere, meer inhoudelijke bril naar het puritanisme kijken. In de puriteinse theologie staan de heiligheid van God, de ernst van de zonde en de praktijk der godzaligheid (praxis pietatis) centraal. Wat betekent dit voor hun omgang met de spanning tussen Gods soevereine uitverkiezing en het aanbod van genade aan zondaren?Vier beïnvloeders van de puriteinse theologieIn deze paragraaf onderzoek ik hoe vier invloedrijke puriteinen, William Perkins (1558–1602), William Ames (1576–1633), Richard Sibbes (1577–1635) en John Preston (1587–1628), op verschillende manieren deze spanning benaderden. Ik denk dat deze vier personen goede representanten zijn van de verschillende stromingen binnen het puritanisme in de 16e eeuw en dat ze de puriteinse theologie in belangrijke mate hebben gevormd.PerkinsPerkins wordt terecht de ‘vader van het piëtistisch puritanisme’ genoemd. Hij bracht de losse elementen van puriteins denken samen in een coherente theologische visie en tilde deze naar een academisch niveau, waarmee hij de basis legde voor de verdere ontwikkeling van de puriteinse theologie. [1]W. van ’t Spijker, R. Bisschop, en W. J. Op ’t Hof, Het puritanisme: geschiedenis, theologie en invloed (Zoetermeer: Boekencentrum, 2001), 379; Zie ook: C. Graafland, Van Calvijn tot Comrie, oorsprong en ontwikkeling van de leer van het verbond in het Gereformeerd Protestantisme, vol. 3 & 4 (Zoetermeer: Boekencentrum, 1994), 134. Vandaar dat ik begin met zijn visie op het aanbod van genade.AmesAmes en Sibbes worden gezien als de grondleggers van de twee hoofdstromingen in het puritanisme, de Amesians of ‘Intellectual Fathers’ en de Sibbesians of ‘Spiritual Brethren’. [2]Janice Knight, Orthodoxies in Massachusetts: Rereading American Puritanism (Cambridge, Mass.: Harvard Univ. Press, 1997), 2-3. Deze opdeling moeten we niet te zwart-wit zien, maar geeft goed aan dat ‘het’ puritanisme al in de 16e eeuw geen homogene stroming was die over alles hetzelfde dacht. De Amesians redeneerden meer vanuit Gods almacht en beschreven het verbond als een voorwaardelijke belofte. Ze legden de nadruk op de menselijke verantwoordelijkheid in de voorbereiding van het hart (in berouw en vernedering) op de beloofde verlossing. [3]Deze stroming staat ook wel bekend als het preparationisme, dat de nadruk legt op het voorbereidende werk. Koopman definieert het voorbereidend werk als volgt: ‘Onder het voorbereidend werk versta ik de periode tussen de staat waarin de mens van nature gerust leeft en het moment waarop de mens geestelijk bekwaam gemaakt wordt om onmiddellijk te geloven en de Heere Jezus Christus aan te nemen. In die periode verkeert hij onder de bediening van Wet en Evangelie en de algemene werkingen van Gods Geest. Onder de term voorbereidend werk versta ik dus de voorafgaande werkzaamheden vóór de “effectual call” of de inwendige roeping.’ H. Koopman, Het voorbereidend werk – Een onderzoek naar de invloed van een Engels concept op de theologie in Nederland in de zeventiende eeuw, Nederlandse Kerkhistorische Reeks 5 (Kampen: Summum Academic Publications, 2023), 24-25. Dat voorbereidend werk is een vrucht van de algemene genade en is voorbereidend op de bijzondere genade. Het gaat in het voorbereidend werk om het voelen van je zonden en het gebroken zijn van hart. Theologen die het voorbereidend werk leren, menen dat dit noodzakelijk is om tot geloof te komen. Andersom leidt voorbereidend werk niet automatisch en altijd tot het daadwerkelijk zaligmakend geloof. Koopman, 87-100. Ook zagen ze goede werken als een bewijs van zaligheid.SibbesDe Sibbesians legden meer nadruk op Gods liefde en kozen een meer bevindelijk-mystieke invalshoek. Voor hen was het verbond een onvoorwaardelijke schenking uit genade. [4]Knight, Orthodoxies in Massachusetts, 3-4. Hier gaan geen voorbereidingen aan vooraf en zeker geen menselijke stappen. Berouw en vernedering vloeien voort uit de wedergeboorte en gaan daar niet aan vooraf. [5]Koopman, Het voorbereidend werk, 175. Sibbes was minder systematisch dan Ames, maar zijn werk raakte veel zondaren door de pastorale warmte en zijn diepe vertrouwen op de genade van God.PrestonTot slot verdient Preston een plaats in deze studie vanwege zijn representatie van het Engels Hypothetisch Universalisme. Preston wordt gezien als een ‘Sibbesian’, maar hanteerde een ruimere verwoording van het offer van Christus. Hij benadrukte dat Christus daadwerkelijk voor iedereen is gestorven en kon zo een welmenend aanbod van genade brengen. Omdat op zowel de Dordtse synode als de Westminster Assembly heel wat aanhangers van het Engels Hypothetisch Universalisme aanwezig waren, is het goed om deze leer te bespreken.Spanning tussen verkiezing en aanbod in vroege puriteinse theologieDoor de visies van Perkins, Ames, Sibbes en Preston op de uitverkiezing en het aanbod van genade te bespreken, kan ik laten zien hoe de eerste puriteinen omgingen met de spanning tussen Gods soevereine verkiezing en het aanbod van genade. Deze vier theologen vertegenwoordigen belangrijke stromingen die de verdere ontwikkeling van puriteinse theologie hebben bepaald en geven daarom een goed overzicht van de bandbreedte van de gereformeerde theologie.Lees verder:Perkins, de vader van het piëtistisch puritanismeAmes en de systematisering van de theologieDe hartelijke theologie van SibbesPreston en het Engels Hypothetisch UniversalismeConclusie: het aanbod van genade in de vroege puriteinse theologie Voetnoten (5) Tagged:AmesiansHypothetisch universalismePuriteinse theologieSibbesians Vorige Historische context van het puritanisme: van Reformatie naar Westminster Assembly Volgende Perkins, de vader van het piëtistisch puritanisme