Historische context van het puritanisme: van Reformatie naar Westminster AssemblyDe eerste wortels van de Reformatie in Engeland, en dus ook van het puritanisme, liggen bij John Wycliff (1330-1384). Hij leeft ruim voor de Reformatie in Engeland en is professor in Oxford. Wycliff protesteert tegen de Rooms-Katholieke kerk van zijn dagen. Hij wil de Bijbel als enige norm gebruiken en vertaalt deze, samen met anderen, in het Engels. [1]O.J. de Jong, Geschiedenis der kerk, 14e druk (Utrecht: Uitgeverij Kok, 2011), 119. Op grond van de Bijbel protesteert hij tegen niet-Bijbelse formuleringen rond het avondmaal, de kerkelijke organisatie en het partijdige en verdeelde pausdom. Hij wordt een tijdlang beschermd door de adel, maar later uit Oxford verbannen naar het platteland.Zijn denkbeelden worden verspreid door bezitloze predikers die twee aan twee het land doortrekken om overal in armoede en soberheid het Woord te verkondigen. De paus noemt hen verachtelijk ‘Lollarden’ [2]R. Bisschop, ‘De Reformatie in Engeland en Ierland tot 1643’, in De Synode van Westminster 1643-1649, door W. van ’t Spijker (Houten: Den Hertog, 2002), 14. (wat waarschijnlijk zoiets betekent als mompelaars). Ondanks felle vervolging blijven ook na Wycliffs dood groepen bestaan die als Lollarden worden aangeduid. Hun gedachtegoed leeft voort als een godsdienstige onderstroom onder de bevolking. In dit geestelijke klimaat groeit ook de latere Bijbelvertaler William Tyndale (1492-1536) op. Opvallend is dat voormalige kerngebieden van de Lollarden in Zuidoost-Engeland later puriteinse bolwerken worden. [3]W. van ’t Spijker, R. Bisschop, en W. J. Op ’t Hof, Het puritanisme: geschiedenis, theologie en invloed (Zoetermeer: Boekencentrum, 2001), 23.Via Tsjechische studenten die in Oxford studeren, heeft Wycliff rechtstreeks invloed op de Praagse hoogleraar Jan Hus (1370-1415). [4]Jong, Geschiedenis der kerk, 119. Ook voor Hus heeft de Bijbel meer autoriteit dan de paus. Hij uit dan ook scherpe kritiek op de kerkelijke organisatie en het pausdom. Hus wordt gevangengenomen en gemarteld, maar blijft vasthoudend vragen of ze zijn ongelijk kunnen aantonen vanuit de Bijbel. In 1415 wordt hij als ketter verbrand. De invloed van Wycliff en Hus blijft beperkt door politieke tegenwerking, kerkelijk ingrijpen en vooral door het nog ontbreken van de drukpers. [5]Jong, 120. Wel zijn ze, ondanks hun inhoudelijke verschillen met Luther, vaak betiteld als ‘voorlopers van de reformatie’.Hendrik VIII: het begin van de Reformatie in EngelandDe Reformatie in Engeland komt op een bijzondere manier tot stand. Koning Hendrik VIII, die regeert van 1509 tot 1547, speelt hierin een doorslaggevende rol. Hij steunt het besluit van de paus die Luther in de ban heeft gedaan. Boeken van Luther worden in het openbaar verbrand in Londen en in 1521 schrijft koning Hendrik zelfs een geschrift tegen Luther over de zeven sacramenten. [6]Jong, 211. Dit levert hem een pauselijke beloning op: hij mag zich ‘verdediger van het geloof’ noemen. Officieel is er niets meer te merken van de invloed van Wycliff. Sinds 1408 geldt er zelfs een bisschoppelijk verbod op Bijbels in de volkstaal. Daarom moet William Tyndale, die met een Bijbelvertaling vanuit de grondtekst is begonnen, het land uit. Zijn Nieuwe Testament in het Engels verschijnt in 1525 te Worms. [7]Jong, 212.Koning Hendrik raakt echter in conflict met de paus omdat hij wil scheiden en hertrouwen, maar de paus daar geen toestemming voor geeft. Theoloog Thomas Cranmer (1489-1556) adviseert de koning een oordeel te vragen aan buitenlandse universiteiten, waarna Cranmer zelf om deze reden naar een Duitse universiteit vertrekt. Daar leert hij het lutheranisme kennen. [8]Jong, 212. De koning beloont hem voor zijn trouwe hulp in deze kwestie door hem de aartsbisschopszetel van Canterbury te geven.Wanneer de koning zijn trouwplannen doorzet (en Cranmer diens nieuwe huwelijk als wettig verklaart), spreekt de paus zijn veroordeling hierover uit. Dit leidt in 1534 tot een breuk met de Rooms-Katholieke kerk. Met de ‘Wet op de Suprematie’ wordt de paus alle gezag over Engeland ontzegd. Voortaan is de koning het enige hoofd van de kerk van Engeland, de Anglicana Ecclesia. [9]Bisschop, ‘De Reformatie in Engeland en Ierland tot 1643’, 15. Het conflict met Rome gaat alleen over de organisatie van de kerk. De aanleiding ertoe is de wens van Hendrik VIII om te hertrouwen, niet een of ander ‘reformatie-ideaal’. Het Nieuwe Testament van Tyndale is bijvoorbeeld wel verkrijgbaar, maar de kerk verzet zich hevig tegen de verspreiding ervan. Cranmer is hervormingsgezind en voert diverse hervormingen door. Als puntje bij paaltje komt, is hij de koning echter in alles gehoorzaam. [10]Bisschop, 16. De Rooms-Katholieke kerk wordt dus de Engels-Katholieke kerk, zoals ook blijkt uit het ‘Bloedig Statuut’ uit 1539 dat besliste erkenning van de transsubstantiatie eist. [11]Jong, Geschiedenis der kerk, 212.Eduard VI: de wortels van het puritanismeAls in 1547 Hendrik VIII wordt opgevolgd door zijn enige zoon, Eduard VI (1547-1553), krijgt Cranmer de mogelijkheid om verdere kerkelijke hervormingen door te voeren: de eucharistie mag nu in beide gedaanten aan de gelovigen worden uitgereikt, de eredienst mag plaatsvinden in de volkstaal en priesters mogen trouwen. [12]Jong, 213. In 1549 aanvaardt het parlement Cranmers Book of Common Prayer dat de eredienst in de volkstaal regelt. Het bevat gebeden en formulieren voor allerlei kerkelijke gelegenheden, vaste Schriftlezingen voor elke zondag en het complete, onberijmde Psalter verdeeld over de dertig dagen van de maand. In 1552 komt er een herziening waarin veel gebruiken die nog aan Rome herinnerden, zijn weggewerkt. Ook verschijnt in dit jaar de Forty-two Articles, een geloofsbelijdenis in 42 artikelen die grotendeels door Cranmer is opgesteld.In de jaren van Eduards regering wordt Engeland een toevluchtsoord voor protestantse vluchtelingen van het Europese continent, waar de vervolgingen hevig zijn losgebarsten. Bekende vluchtelingen (bekend vanwege hun invloed op de Engelse Reformatie) zijn Johannes à Lasco (1499-1560), Petrus Martyr Vermigli (1499-1562) en Martin Bucer (1491-1551). [13]Bisschop, ‘De Reformatie in Engeland en Ierland tot 1643’, 17. Daarnaast voeren Calvijn en Melanchton vanaf het Europese continent briefwisselingen met de leidende figuren in de Engelse Reformatie. [14]Spijker, Bisschop, en Op ’t Hof, Het puritanisme, 23.In deze periode liggen de wortels van het puritanisme. John Hooper (ca. 1500-1555), bisschop van Gloucester, wordt als de ‘vader’ van deze beweging gezien. [15]Bisschop, ‘De Reformatie in Engeland en Ierland tot 1643’, 18. Hij wil allerlei restanten van de katholieke eredienst uit de kerkelijke riten en liturgie verwijderen, waaronder de kerkelijke gewaden. Andere toonaangevende theologen in deze periode zijn Nicolas Ridley (1500-1555) en Hugh Latimer (ca. 1485-1555). Opvallend genoeg hebben deze drie mannen, Hooper, Ridley en Latimer, hetzelfde sterfjaar. Dat komt omdat ‘Bloody Mary’ deze ‘martelaren van Oxford’ in hetzelfde jaar tot de brandstapel heeft veroordeeld.Maria Tudor: bloedige vervolgingenEduard VI regeert slechts zes jaar. Met zijn dood in 1553 komt er een abrupt einde aan de Engelse Reformatie. Zijn katholiek opgevoede halfzus, Maria Tudor, wordt koningin. Zij trouwt in 1554 met Filips II, de koning van Spanje, en wil haar land snel rekatholiseren. [16]Bisschop, 18. Vanwege haar meedogenloze vervolging van de protestanten ontvluchten de buitenlandse ballingen Engeland en krijgt Maria de bijnaam ‘bloody Mary’. Haar regeringsperiode duurt vijf jaar. Als ze kinderloos overlijdt, wordt haar halfzus Elizabeth koningin.Elizabeth I: het ontstaan van verschillende stromingen in het puritanismeElizabeth I (1558-1603) herstelt de ‘Wet op de Suprematie’ van haar vader uit 1534, al wil ze zelf niet over de leer van de kerk heersen. Ze herstelt het Book of Common Prayer in ere. De protestantse geloofsbelijdenis van 42 artikelen wordt in 1563 en in 1571 herzien en ingekort, waarna ze vanaf 1571 de ’39 artikelen’ wordt genoemd. [17]Jong, Geschiedenis der kerk, 214. Deze belijdenis is nagenoeg gereformeerd, maar de eredienst en de kerkelijke organisatie blijven traditioneel. De koningin en haar theologen zoeken bewust de middenweg tussen Reformatie en Rome.De rust in het land en in de kerk wordt van twee kanten bedreigd. Aan de ene kant door het rooms-katholieke deel van het volk, dat de anglicaanse kerkdiensten weigert bij te wonen en de gevluchte Schotse rooms-katholieke koningin Mary Stuart, die zich vanaf 1568 in Engelse gevangenschap bevindt, als de echte koningin van Engeland beschouwt. Dit sentiment zwelt aan wanneer de paus in 1570 Elizabeth in de ban doet. De dreiging uit deze hoek wordt steeds reëler door de moord op de Franse hugenoten in de Bartholomeusnacht (1572), de contrareformatie en de dreiging van Spanje (dat in 1588 een grote vloot oorlogsschepen naar Engeland zal sturen). Dit leidt ertoe dat Mary Stuart in 1587 wordt onthoofd en de rooms-katholieke tegenstanders worden vervolgd. [18]Bisschop, ‘De Reformatie in Engeland en Ierland tot 1643’, 20.Aan de andere kant zijn er de overtuigd gereformeerden, die willen doorpakken met het zuiveren van de kerkelijke organisatie, de liturgie en ook de levensstijl. Ze hebben weinig bezwaar tegen de leer omdat de kerk het geloof belijdt in evangelische bewoordingen en ook wat betreft de rechtvaardiging en het avondmaal de gereformeerde leer volgt. Wel zijn ze voorstander van een strikte zondagsrust, een sobere preekdienst, stemmige kleding en een ernstig levensgedrag zonder luxe of vermaak. Dit conflict komt op scherp te staan als aartsbisschop Parker in 1566 door middel van zijn ‘Advertisements’ voorschrijft welke liturgische kleding anglicaanse geestelijken moeten dragen. In deze ‘Vestarian Controversy’ ligt de oorsprong van de aanduidingen ‘conformisten’ (degenen die zich aanpassen aan de regels) en ‘non-conformisten’ (degenen die dat absoluut niet willen en deze ambtskleding ‘vodden van het pausdom’ noemen). [19]Spijker, Bisschop, en Op ’t Hof, Het puritanisme, 36.Zoals hiervoor al aangegeven, gaan de bezwaren van deze non-conformisten over meer dan de ambtskleding: ze wensen een volledige zuivering, purification, van de eredienst. Daarom worden ze vanaf ongeveer 1565 ‘puriteinen’ genoemd (purus = zuiver). [20]Jong, Geschiedenis der kerk, 216; Zie ook: Spijker, Bisschop, en Op ’t Hof, Het puritanisme, 36. Een belangrijke woordvoerder, Thomas Cartwright (1535-1603), komt herhaaldelijk in conflict met de overheid omdat de staatskerk zich niet verder ontwikkelt in de gewenste gereformeerde richting. De puriteinen vormen een minstens even grote bedreiging voor de positie van Elizabeth en de Anglicaanse Kerk als de rooms-katholieke partij. Daarom worden ook zij streng aangepakt en vervolgd. [21]Bisschop, ‘De Reformatie in Engeland en Ierland tot 1643’, 21.Tijdens de regeringsperiode van Elizabeth I ontstaan er verschillende stromingen binnen het puritanisme. Voor nu wil ik een indeling gebruiken die helpt om de positie van deze stromingen ten opzichte van de Anglicaanse Kerk, de ‘Established Church’, uit te leggen. Later in dit hoofdstuk kijken we naar een andere dwarsdoorsnede op basis van de theologische inhoud van de verschillende stromingen. Door Elizabeths kerkpolitiek worden veel gereformeerden, onder wie teruggekeerde ballingen, gedwongen tot een compromis-houding. Ze kunnen niet al hun reformatorische idealen doorvoeren. Weggaan zou echter betekenen dat ze de kerk overlaten aan personen die zich beter thuis voelen in de rooms-katholieke traditie. Een mogelijke [22]In de literatuur wordt benadrukt dat elke indeling die gehanteerd wordt om de gevarieerdheid binnen het puritanisme aan te duiden arbitrair is. Er bestaat geen overeenstemming over de manier waarop de verschillende groepen puriteinen het beste kunnen worden onderverdeeld. indeling geeft de volgende stromingen weer: [23]Spijker, Bisschop, en Op ’t Hof, Het puritanisme, 38.De Original Anti-Vestment Party: deze stroming schikt zich in de overheidseisen aangaande ambtskleding en kerkstructuur. Ze pleiten voor gehoorzaamheid aan de overheid, geïnspireerd door de Zwitser Thomas Erastus (1524-1583). De kern van het erastiaanse model is de opvatting dat de overheid niet alleen verantwoordelijk is voor rust en orde in staat en maatschappij, maar ook voor de kerkelijke aangelegenheden. [24]Bisschop, ‘De Reformatie in Engeland en Ierland tot 1643’, 24.De Passive-Resistance Party: deze stroming schikt zich eveneens in de voorschriften voor de ambtskleding, maar blijft binnen de grenzen van haar mogelijkheden wel streven naar hervorming van de kerkelijke structuur.De Presbyterian Party: dit is de meest vocale stroming, de actieve kern die daadwerkelijk streeft naar hervorming van de Engelse staatskerk tot een presbyteriaal stelsel. Dat is in hun overtuiging de Bijbelse vorm van kerkregering.De Separatists: na ongeveer 1580 geven ze de hoop op hervorming van de Engelse staatskerk op en scheiden ze zich af.De vervolging maakt de puriteinen steeds meer monddood en het puritanisme raakt in een crisis. Het streven naar reorganisatie van de kerkstructuur, de liturgie en de eredienst komt tot stilstand en lijkt een onhaalbare zaak. Dit verandert door de nieuwe impuls die met name William Perkins (1558-1602) aan het puritanisme geeft. Perkins, verbonden aan de universiteit van Cambridge, heroriënteert het puritanisme van een reformatie van de uiterlijke verschijningsvormen van de kerk tot een reformatie van het hart en leven van de gelovige. Daarom noemt men hem wel de ‘vader van het piëtistisch puritanisme’. [25]Spijker, Bisschop, en Op ’t Hof, Het puritanisme, 47.De vroegere puriteinen besteedden weliswaar ook aandacht aan de innerlijke vroomheid en de praktijk der godzaligheid (de praxis pietaties), maar onder invloed van Perkins komt hier veel meer nadruk op te liggen. Daarnaast brengt Perkins de wat losstaande elementen van puriteins denken bij elkaar in een theologische eenheid die bepalend wordt voor de verdere puriteinse theologie. Hij tilt deze puriteinse theologie naar universitair niveau. Daarom noemt W.J. op ’t Hof hem de invloedrijkste puriteinse theoloog. [26]Spijker, Bisschop, en Op ’t Hof, 379. Ook in Nederland zijn veel van zijn boeken vertaald en uitgegeven.Één van Perkins’ leerlingen is William Ames (1576-1633, ook bekend onder zijn Latijnse naam Guilielmus Amesius), die later in zijn leven naar Nederland zal vluchten en dan hoogleraar wordt in Franeker. Net als zijn leermeester heeft hij oog voor de verantwoordelijkheid van de mens wat betreft zijn eigen zielenheil. Wij zijn verplicht de middelen tot bekering te gebruiken die God geeft (Bijbelstudie, gebed, kerkgang) en daar wil Hij Zijn zegen aan verbinden. De volgelingen van Ames worden gezien als de preparationistische stroming binnen het puritanisme en in de Amerikaanse puriteinse traditie als ‘Amesians’ of ‘Intellectual Fathers’ bestempeld.Tijdens de regeringsperiode van Jacobus I ontstaat er onder invloed van Richard Sibbes (1577-1635) nog een andere stroming binnen het puritanisme. Sibbes is net als Perkins werkzaam in Cambridge. Hij richt zich in zijn publicaties meer op Gods liefde en Vaderlijke zorg, op het verlangen naar de wederkomst van Christus en op het werk van de Heilige Geest in het hart van de zondaar. Daarmee vertegenwoordigt hij de bevindelijk-mystieke stroming binnen het puritanisme die in de Amerikaanse puriteinse traditie de ‘Sibbesians’ of ‘Spiritual Brethren’ wordt genoemd. [27]Bisschop, ‘De Reformatie in Engeland en Ierland tot 1643’, 26.Jacobus I: protestants maar anti-puriteinsIn 1603 wordt Jacobus VI van Schotland als Jacobus I ook koning van Engeland (1603-1625). Voorstanders van een presbyteriaal stelsel hebben grote verwachtingen van hem. Jacobus wil echter autoritair regeren over volk en kerk en handhaaft daarom de bisschoppen in de kerk van Engeland. In 1610 dwingt hij ook de kerk van Schotland dit stelsel te aanvaarden. [28]Jong, Geschiedenis der kerk, 230. Hij laat de puriteinen geen andere keuze dan zich hieraan te conformeren.Wel gaat hij in op het voorstel van de puriteinen om opdracht te geven tot een nieuwe Bijbelvertaling, want de in gebruik zijnde Geneva Bible bevat kanttekeningen die ingaan tegen de absolute macht van de koning over de kerk. [29]Spijker, Bisschop, en Op ’t Hof, Het puritanisme, 57. Deze Geneefse Bijbel was in 1560 in Genève tot stand gekomen, vooral door het werk van de uit Engeland gevluchte William Whittingham (1524-1579) en met steun van John Knox en Johannes Calvijn. Enkele taalgeleerden hielden supervisie op het werk en de vertaling stond op peil met de toenmalige kennis van het Hebreeuws en Grieks. Deze Geneefse Bijbel was voorzien van kanttekeningen die een stevige gereformeerde leer bevatten, maar ook een geest van specifieke gereformeerde vroomheid ademden. Zodoende ging deze vertaling functioneren als het handboek van de puriteinen. [30]Spijker, Bisschop, en Op ’t Hof, 143. De nieuwe vertaling in opdracht van Jacobus I gaat grotendeels terug op de Geneefse Bijbel, maar dan zonder de kanttekeningen. Deze King James vertaling rolt in 1611 van de persen.Enerzijds staat koning Jacobus I bekend als een protestants vorst, ook buiten de landsgrenzen. Hij stuurt bijvoorbeeld een delegatie naar de Dordtse Synode van 1618-1619 om de Engelse kerk te vertegenwoordigen. [31]Robert Letham, The Westminster Assembly: reading its theology in historical context, The Westminster Assembly and the Reformed faith (Phillipsburg, N.J: P & R Pub, 2009), 19. Tegelijkertijd voert hij wel een anti-puriteinse politiek, inclusief een controle over de drukpers. Daarom worden puriteinse geschriften in de eerste helft van de 17e eeuw in de Nederlanden gedrukt en vervolgens Engeland binnengesmokkeld.Ook zien we, net als onder de regering van Elizabeth I, verschillende stromingen ontstaan die zich al dan niet conformeren aan de regels die de staatskerk oplegt. Voor de tweede keer ontstaat er een separatistische puriteinse stroming die de Engelse staatskerk volledig en voorgoed afschrijft. Via de Nederlanden vertrekt een deel van deze separatisten al in 1620 naar Amerika, waar ze New Plymouth stichten en bekend worden als de ‘Pilgrim Fathers’. [32]Spijker, Bisschop, en Op ’t Hof, Het puritanisme, 59. Bij de separatisten kunnen alleen bekeerde mensen lid worden van de kerkelijke gemeente door belijdenis van het geloof af te leggen. De gemeente moet een echte ‘gemeenschap der heiligen’ zijn en kent geen structuren als classis en synode. Iedere gemeente is zelfstandig, omdat er niets hoger kan zijn dan een gemeenschap der heiligen.De tweede stroming, de congregationalisten, breekt niet zelf met de staatskerk, maar weigert wel te voldoen aan de regels, wat alsnog tot hun afzetting leidt. De afgezette predikanten blijven echter in het geheim preken en vormen zo ondergrondse, zelfstandige gemeenten (congregations). De eerder genoemde Ames en zijn volgelingen, de Amesians, volgen deze lijn. De bekende John Owen (1616-1683) bevindt zich later ook in deze stroming. Net als de separatisten zijn congregationalisten ervan overtuigd dat een gemeente een ‘gemeenschap der heiligen’ is en zelfstandig moet zijn. Samen met diverse andere groeperingen worden ze ook wel de ‘independenten’ (onafhankelijken) genoemd. [33]Bisschop, ‘De Reformatie in Engeland en Ierland tot 1643’, 28.Naast deze twee non-conformistische stromingen is er nog de stroming van de ‘conformable puritans’. In deze stromingen bevinden zich puriteinen die overtuigd zijn van het episcopale stelstel (de kerkregering door bisschoppen met de koning aan het hoofd), maar ook de eerder genoemde Sibbesians of ‘Spiritual Brethren’. Ze worden ook wel de ‘Cambridge Brethren’ genoemd. Dit is een groep invloedrijke puriteinen rond Richard Sibbes, met onder andere Thomas Goodwin (1600-1680), John Cotton (1584-1652) en John Davenport (1597-1670). John Preston (1587-1628) is de architect van de strategie van deze groep, die innige vroomheid combineert met weldoordachte politieke beïnvloeding om zo toch haar hervormingsidealen gerealiseerd te krijgen. Dit vereist een soepele opstelling ten opzichte van de geldende kerkelijke structuur, gebruiken en ambtskleding. Na het overlijden van Preston en de troonsbestijging van Karel I is het gedaan met de invloed van deze groep. [34]Bisschop, 28-29.Karel I: opnieuw vervolgingenIn 1625 volgt Karel I (1625-1649) zijn vader Jacobus I op. Hij gaat nog verder in zijn streven naar absoluut koningschap dan zijn voorganger. De door Karel I aangestelde aartsbisschop van Canterbury, William Laud (1633-1649), wordt de drijvende kracht in het treffen van anti-puriteinse maatregelen. Zo propageert hij eenvormigheid in de eredienst, waarbij de avondmaalstafel, opgevat als altaar, het middelpunt moet zijn en niet de preekstoel. [35]Jong, Geschiedenis der kerk, 230. Verder vindt hij de 39 artikelen, de geloofsbelijdenis van de Anglicaanse Kerk uit 1562, te calvinistisch. [36]Spijker, Bisschop, en Op ’t Hof, Het puritanisme, 66.Er volgt een periode van hevige vervolging van de puriteinen en de ‘Great Migration’ komt op gang. Duizenden puriteinen maken de oversteek naar Amerika om daar kolonies te stichten op basis van hun theocratische, puriteinse idealen. De ‘amesian’ Thomas Hooker (1585-1647) en de al eerder genoemde ‘sibbesian’ John Cotton maken in 1633 de overtocht op hetzelfde schip. [37]Bisschop, ‘De Reformatie in Engeland en Ierland tot 1643’, 29. In de Anglicaanse Kerk blijven puriteinen achter die zich tot op zekere hoogte schikken in de organisatie en liturgie, maar ondertussen vanuit die positie hun puriteinse idealen blijven uitdragen. Onder hen zijn bekende schrijvers als Lewis Bayly (1565-1631) en Joseph Hall (1574-1656). De laatste neemt ook deel aan de Dordtse Synode in 1618-1619. [38]Spijker, Bisschop, en Op ’t Hof, Het puritanisme, 67.Wanneer Laud in 1637 ook de Schotse kerk het Book of Common Prayer wil opleggen, sluiten de presbyterianen in Schotland in 1638 een verbond (covenant) tegen hem en komen in opstand. Koning Karel heeft geld nodig om die opstand te bestrijden en moet daarom in 1640 het parlement bijeenroepen, dat elf jaar lang niet heeft vergaderd. Direct blijkt echter dat er veel weerstand leeft tegen de aartsbisschop en de koning. Puriteinen en democraten vormen een front en in 1642 breekt een burgeroorlog uit tussen de koning en de meerderheid van het parlement. Laud was al in 1641 gevangen gezet en wordt in 1645 onthoofd. De aanvoerder van het parlementsleger is Oliver Cromwell (1599-1658). Hij behaalt in 1646 de overwinning waarbij de koning geïsoleerd raakt en ten slotte gevangen wordt gezet. Cromwell laat hem wegens hoogverraad veroordelen en op 30 januari 1649 onthoofden. [39]Jong, Geschiedenis der kerk, 231. In deze roerige periode roept het parlement in 1643 een synode bijeen in Westminster: de ‘Westminster Assembly’.Terugblikkend op dit historische overzicht zien we dat het puritanisme begon met verzet tegen de roomse overblijfselen in de Anglicaanse Kerk. Toch legden de puriteinen van meet af aan nadruk op de persoonlijke en collectieve vroomheid, het piëtisme. Afhankelijk van in hoeverre men de gebreken op liturgisch en ambtelijk gebied wilde accepteren, bleef men wel of niet in de Anglicaanse Kerk. Zodoende was er sprake van anglicaanse piëtistische puriteinen en zelfs van piëtistische anglicaanse bisschoppen. In het vervolg van deze studie wil ik me richten op de theologie van de puriteinen. Als ik vanaf nu het woord ‘puriteinen’ gebruik, bedoel ik het piëtistische puritanisme, dat dus terug te vinden is in alle eerder genoemde stromingen. Kortom, we gaan vanaf nu met een andere, meer inhoudelijke bril naar het puritanisme kijken en niet meer vanuit het perspectief van de diverse manieren waarop de puriteinen zich tot de anglicaanse staatskerk verhielden. Voetnoten (39) Tagged:EngelandPuritanismeVervolgingWestminster Vorige De Westminster Assembly over het aanbod van genade Volgende Vroege puriteinse theologie