Van Reformatie naar Dordtse SynodeOp 31 oktober 1517 publiceerde Luther zijn 95 stellingen. [1]O. J. de Jong, Geschiedenis der kerk, 14e druk (Utrecht: Uitgeverij Kok, 2011), 158. Tussen de Reformatie en de Dordtse Synode in 1618-1619 ligt dus slechts 101 jaar. In die periode is Nederland onder invloed van mensen als Erasmus, Luther en Calvijn blijvend veranderd.De Nederlander Erasmus publiceert al in 1509 zijn beroemdste boekje, de Lof der zotheid. [2]H.J. Selderhuis, Handboek Nederlandse Kerkgeschiedenis (Kampen: Uitgeverij Kok, 2006), 234. Hierin bespot hij de domheid en oppervlakkigheid van de geestelijken en bepleit hij een terugkeer naar de Bijbel en vroegchristelijke geschriften. We zagen in het vorige hoofdstuk dat Erasmus waardering heeft voor Luthers streven naar vernieuwing en zuivering van de kerk. Er zijn echter ook grote verschillen, die vooral aan het licht komen in de discussie tussen Erasmus en Luther over de vrije wil in de jaren 1524 en 1525. Luther heeft een tijdlang veel invloed in Nederland. Tussen 1520 en 1540 worden meer dan veertig verschillende werken van hem in het Nederlands vertaald. [3]Selderhuis, 239.Opkomst calvinismeIn 1526 verschijnt de eerste volledige Bijbel in de Nederlandse taal (de Liesvelt Bijbel). [4]Selderhuis, 259. In de tweede helft van de 16e eeuw neemt de invloed van Luther en het lutheranisme flink af. Het calvinisme komt ervoor in de plaats. We kunnen de sterke afname van het lutheranisme niet los zien van de gebeurtenissen in 1566. Tijdens de opstand kiezen de lutheranen in Antwerpen niet de kant van de calvinisten, maar nemen ze zelfs contact op met de katholieke overheid om de gereformeerden uit de stad te verwijderen. [5]Selderhuis, 351. Deze houding komt voort uit de lutherse visie op gehoorzaamheid aan de overheid. De calvinisten beschouwen het echter als verraad aan de Reformatie. Ze worden huiverig voor het lutheranisme, omdat uitbreiding daarvan het verzet tegen Spanje zou kunnen schaden.Na 1550 begint het calvinisme op te komen. Calvijn heeft op drie manieren veel invloed in Nederland. [6]Selderhuis, 289. Ten eerste via zijn geschriften, waarvan de eerste twee in 1554 in Nederland verschijnen. De laatste versie van zijn Institutie verschijnt al een jaar na publicatie in 1559 in Nederland. Daarnaast onderhoudt Calvijn persoonlijk contact met kerkelijke leiders in Nederland, zowel door zijn correspondentie als via de Nederlandse studenten die een predikantenopleiding volgen aan de door hem gestichte Academie in Genève. Bovendien komen er op verzoek van de Nederlandse gemeenten predikanten uit Genève om het kerkelijk leven in de Nederlanden te helpen opbouwen.Het lijkt me goed om op te merken dat Nederland nooit echt calvinistisch is geweest in de zin dat politiek en maatschappij door de leer van Calvijn werden bepaald. Dat wordt wel vaak gedacht, maar nooit was een meerderheid van de bevolking in de Nederlanden lid van de Gereformeerde Kerk. Velen omarmen tijdens deze periode van reformatie niet zozeer het calvinisme, maar streven vooral naar vrijheid in politiek en religieus opzicht. [7]Selderhuis, 282.De Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Heidelbergse CatechismusDe Nederlandse Geloofsbelijdenis (1561) en de Heidelbergse Catechismus (1563) zijn van groot belang voor de kerkelijke ontwikkeling van het gereformeerd protestantisme in Nederland. [8]Selderhuis, 296. De Heidelbergse Catechismus verwerkt verschillende theologische accenten binnen het protestantisme en bevat gedachten van Zwingli, Luther, Melanchton, Calvijn en Beza. [9]Selderhuis, 299. Op het Convent van Wezel (1568), de eerste vergadering ter voorbereiding van een gereformeerd kerkverband in de Nederlanden, wordt een nagenoeg complete kerkorde vastgesteld met als belangrijkste bepaling dat predikanten moeten instemmen met de Heidelbergse Catechismus en de Nederlandse Geloofsbelijdenis. [10]Selderhuis, 316-17.Er volgen verschillende kerkelijke vergaderingen, waarvan de synode in Emden (1571) als de eerste officiële nationale synode wordt beschouwd. [11]Selderhuis, 317. Omdat er theologische discussies ontstaan, besluit de nationale synode in Middelburg in 1581 dat behalve predikanten en professoren ook ouderlingen, diakenen en schoolmeesters de belijdenis moeten ondertekenen. [12]Selderhuis, 340. De synode in 1586 in Den Haag bepaalt dat in elke gemeente iedere zondag de catechismus moet worden uitgelegd. [13]Selderhuis, 341.De invloed van Erasmus is echter niet verdwenen in Nederland. Vanaf 1580 geeft de overheid de Gereformeerde Kerk een bevoorrechte positie en dringt ze er in theorie op aan dat ambtenaren lid zijn van deze kerk. In de praktijk mogen ook anderen en zelfs katholieken als ambtenaar werkzaam zijn. Dat brengt Hugo de Groot tot de uitspraak dat de predikanten volgens Calvijn te werk gaan, maar de regenten (de burgerlijke overheid) volgens Erasmus. [14]Selderhuis, 345. De sympathie voor Erasmus en zijn ‘Bijbels humanisme’ is vanaf het begin van de Reformatie groot, maar van een precies afgebakende beweging naast het calvinisme is geen sprake. Wel hebben de remonstranten zich erop beroepen dat hun visie, die de nadruk legt op de menselijke vrijheid en verantwoordelijkheid, binnen de Nederlandse Reformatie het meest oorspronkelijk en altijd getolereerd is. [15]Selderhuis, 419.Het begin van de strijd met de remonstrantenDe strijd met de remonstranten begint al snel nadat de Gereformeerde Kerk haar belijdenisgeschriften heeft vastgesteld. Al in 1587 wordt op de provinciale synode van Delft meegedeeld dat in Gouda de Heidelbergse Catechismus niet wordt gebruikt. In 1592 publiceert de Goudse predikant Herberts zijn bezwaren tegen de catechismus. Hij ziet dit leerboek als ‘een belemmering voor de vrije verkondiging van het Woord, een belemmering van de christelijke vrijheid, die de mensen van het evangelie afvoerde, ja zelfs de Schrift dienstbaar maakte aan menselijke inzichten’. [16]W. van ’t Spijker, ‘Voorgeschiedenis’, in De Synode van Dordrecht in 1618 en 1619 (Houten: Den Hertog, 1987), 19. Herberts is niet de enige. Ook Hubert Duifhuis (Utrecht) en Caspar Coolhaes (Leiden) zijn van mening dat men zich niet mag binden aan menselijke geschriften. We zien hier al een eerste aanloop naar de strijd met de remonstranten.Van remonstrantse zijde wil men alleen een synode als er tijdens die kerkvergadering een revisie van de belijdenis wordt gemaakt. [17]Spijker, 20. Wat precies hun bezwaren tegen de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Heidelbergse Catechismus zijn, blijft lang onduidelijk. Pas wanneer de Dordtse Synode van 1619-1619 dit van hen eist, overhandigen ze op 21 december 1618 een lijst met opmerkingen bij de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Zes dagen later volgt een lijst met opmerkingen over de Heidelbergse Catechismus. Sommige afgevaardigden reageren hierop dat de ingebrachte bedenkingen van weinig betekenis zijn. Toch is wel duidelijk dat het relativerende spreken over de belijdenissen voortkomt uit het verwerpen van wat het hart daarvan vormt. [18]W. van ’t Spijker, ‘De Synode en de Remonstranten’, in De Synode van Dordrecht in 1618 en 1619 (Houten: Den Hertog, 1987), 108-12.Nu we een beeld hebben van de tijd tussen de Reformatie en de Dordtse Synode gaan we eerst onderzoeken wat de remonstranten in navolging van Arminius precies leren. Vervolgens zullen we zien hoe de Dordtse Synode van 1618-1619 hierop reageert. Voetnoten (18) Tagged:CalvijnDordtse SynodeLutherReformatieRemonstranten Vorige De Dordtse Leerregels en de strijd met de remonstranten Volgende Arminius en de remonstranten