De vergaderingen van de Westminster AssemblyIn 1643 kwam de Westminster Assembly voor het eerst samen. In het Nederlands spreken we over de Westminster Synode, maar feitelijk was het geen synode. De Assembly was een adviesorgaan dat de overheid moest adviseren over de hervorming van de kerk, met als doel de kerk meer in overeenstemming met het Woord van God te brengen.De start van de Westminster AssemblyHet eerste mandaat van de Westminster Assembly is het ‘regelen van de regering en liturgie van de Kerk van Engeland en het rechtvaardigen en zuiveren van de leer van de genoemde Kerk van alle valse laster’. [1]Robert Letham, The Westminster Assembly: reading its theology in historical context, The Westminster Assembly and the Reformed faith (Phillipsburg, N.J: P & R Pub, 2009), 30. ‘Settling of the government and liturgy of the Church of England, and for vindicating and clearing of the doctrine of the said Church from all false calumnies and aspersions.’ Dit eerste mandaat is niet gericht op een radicale reformatie van de kerkelijke organisatiestructuur. Dit komt pas later op de voorgrond, wanneer de Schotten hierom vragen als vergoeding voor hun hulp in de oorlog tegen de koning.Zo begint de Assembly in juli 1643 met het herzien van de 39 artikelen, de geloofsbelijdenis van de Anglicaanse Kerk. Dit werk wordt in september stilgelegd [2]Men was tot artikel 15 gekomen en met het 16e begonnen, zie: Letham, 40. omdat het Engelse en Schotse parlement de Solemn League and Covenant ondertekenen. In dit verbond komt men overeen de kerkelijke regering en het geloof in Engeland, Schotland en Ierland met elkaar in lijn te brengen door een gezamenlijke geloofsbelijdenis, vorm van kerkregering, liturgie en catechismus op te stellen. [3]Letham, 40.De Westminster documentenVanaf dat moment besteedt de Westminster Assembly veel tijd aan het bereiken van overeenstemming op het gebied van liturgie en kerkorde, wat gezien de verschillende puriteinse stromingen tot stevige discussies leidt. De bezinning op de belijdenis komt pas daarna opnieuw aan de orde, maar daar is – stevige discussies ten spijt – wel meer overeenstemming over. Naast deze belijdenis, de Westminster Confessie, wordt ook een catechismus opgesteld. Uiteindelijk kiest men ervoor deze te splitsen in een eenvoudige, beknopte versie voor beginners en een uitvoerige catechismus voor gevorderden: de Kleine Catechismus van Westminster en de Grote Catechismus van Westminster.Uit de notulen blijkt dat, zoals in iedere vergadering, een kleine groep mensen vaak het woord nam. Dit waren bijvoorbeeld Jeremiah Burroughs, Thomas Goodwin en Stephan Marshall. Hoewel de Schotten geen stemrecht hadden, waren ook zij veel aan het woord, met name Alexander Henderson, George Gillespie en Samuel Rutherford. [4]Zie voor een volledig overzicht van de afgevaardigden: N.A. Eikelenboom, ‘De afgevaardigden’, in De Synode van Westminster 1643-1649, door W. van ’t Spijker (Houten: Den Hertog, 2002), 64-65.Verschillende visies op de eeuwige besluiten van GodWat ook uit de notulen blijkt, is dat er over sommige leerpunten veel werd gediscussieerd en dat er verschillende stromingen vertegenwoordigd waren. Tijdens de discussies over de besluiten van God komen de verschillen tussen aanhangers van het supralapsarisme, infralapsarisme en het Engelse hypothetisch universalisme aan het licht. Wat betreft het visieverschil tussen infralapsaristen en supralapsaristen maakt men in de belijdenis geen keuze. Deze gaat niet verder dan de uitspraken van de Bijbel zelf en laat zo het geheim van de verkiezing staan. [5]H.J. Selderhuis, ‘Wat op de synode werd besproken’, in De Synode van Westminster 1643-1649, door W. van ’t Spijker (Houten: Den Hertog, 2002), 101.Ondanks dat er heel wat aanhangers van het Engelse hypothetisch universalisme op de Westminster Assembly aanwezig zijn, met Calamy als hun belangrijkste woordvoerder, neemt de Assembly duidelijk stelling tegen deze leer. De Westminster Confessie houdt de verwerving en toepassing van de zaligheid dicht bij elkaar [6]Zie WC 8.5: ‘Doordat Hij volmaakt gehoorzaam was en Zichzelf éénmaal door de eeuwige Geest aan God heeft opgeofferd, heeft de Heere Jezus volkomen aan de gerechtigheid van Zijn Vader voldaan (Rom. 3:25-26; Rom. 5:19; Ef. 5:2; Hebr. 9:12,14; Hebr. 10:14). Daardoor heeft Hij voor al degenen die de Vader Hem gegeven heeft niet alleen verzoening verworven, maar ook een eeuwige erfenis in het Koninkriik van de hemelen (Dan. 9:24,26; Joh. 17:2; Ef. 1:11,14; Kol 1:19-20; Hebr 9:12,15)’ en WC 3.6: ‘Niemand anders wordt door Christus verlost, krachtdadig geroepen, gerechtvaardigd, aangenomen tot kind, geheiligd en zalig gemaakt, dan alleen de uitverkorenen.’ Vertaling uit: Thera Tanis-Baars, vert., Gewogen woorden – De Belijdenis, de Grote en de Kleine Catechismus van Westminster (Apeldoorn: Uitgeverij De Banier, 2014). en belijdt dat voor allen voor wie Christus de verlossing heeft verworven, deze verlossing ook krachtig wordt toegepast. [7]WC 8.8: ‘Aan allen voor wie Christus de verlossing heeft verworven, deelt Hij die zeker mee en past die krachtig toe (Joh. 6:37,39; Joh. 10:15-16). Hij bidt voor hen (Rom. 8:34; 1 Joh. 2:1-2) en openbaart de geheimenissen van de zaligheid aan hen in en door het Woord (Joh. 15:13,15; Joh. 17:6; Ef. 1:7-9). Ook overtuigt Hij hen om te geloven en te gehoorzamen door de krachtige werking van Zijn Geest en regeert Hij door Woord en Geest in hun harten (Joh. 14:16; Joh. 17:17; Rom. 8:9,14; Rom. 15:18-19; 2 Kor. 13: Hebr. 12:2). Door Zijn almachtige kracht en wijsheid overwint Hij al hun vijanden, op een wijze zoals die het beste overeenkomt met Zijn wonderlijke en ondoorgrondelijke raad (Ps. 110:1; Mal. 4:2-3; 1 Kor. 15:25-26; Kol. 2:15).’ Vertaling uit: Tanis-Baars.Stevige stellingname tegen het antinomianismeDe stroming die echter het meest aan bod komt op de Westminster Assembly is het antinomianisme. [8]Ernest F. Kevan, The Grace of Law: A Study in Puritan Theology (Ligonier, PA: Soli Deo Gloria Publications, 1993), 32-33. ‘The Westminster Assembly concerned itself with Antinomianism as one of their first duties, and they presented a petition tot the Commons who, in turn, and on the same day, appointed a committee to investigate this danger.’ Uit de notulen blijkt dat de belangrijkste zorg van de Assembly niet Rome was, maar de antinomianen. Vooral in de discussies over de leer van de rechtvaardiging bleek dat de belangrijkste vijand niet in Madrid zat, maar in de eigen stad Londen. [9]Letham, The Westminster Assembly, 251. Het aantal verwijzingen in de notulen naar de antinomianen is meer dan dubbel zo groot als dat naar de rooms-katholieken. [10]G. A. van den Brink, ‘Schade Aan de Leer van Vrije Genade: De Bestrijding van de Antinomiaanse Opvattingen over de Rechtvaardiging Door de Westminster Assembly (1643-1652)’, Documentatieblad Nadere Reformatie 37, nr. 2 (2013): 112. Van den Brink citeert Van Dixhoorn, Reforming the Reformation, 1:281: ‘It is not unimportant that the minutes of the Assembly record more than twice as many references to antinomians as to papists.’Uit een bezorgde brief van de Assembly aan het parlement blijkt dat dit niet alleen betrekking heeft op het praktische antinomianisme, maar ook op het leerstellige antinomianisme. Men schrijft namelijk dat de antinomianen niet alleen Gods morele wet verachten, maar ook de leer van vrije genade en de leer van de rechtvaardiging door het geloof omverwerpen. [11]Brink, ‘Schade Aan de Leer van Vrije Genade’, 113.De Assembly onderzoekt publicaties met een antinomiaanse inhoud en stelt de auteurs onder censuur. [12]Selderhuis, ‘Wat op de synode werd besproken’, 87-88; Zie ook: Kevan, The Grace of Law, 25. ‘The leaders of the Antinomian party were named in a petition sent to the House of Commons by the Westminster Assembly on 10 August, 1643, when the books complained of were Crisp’s Christ Alone Exalted, Eaton’s Honeycomb, The Dangerous Dish, The Doctrine and Conversation of John the Baptist, and Faith, a Sermon on Rev. Iii. 18. The individuals mentioned were Randall, Batt, Lancaster, Simpson, Haydon, Emerson, Erbury, Towne, and Penn.’ Gedreven door deze zorgen publiceert Samuel Rutherford, één van de Schotse afgevaardigden op de Assembly, alleen al tijdens zijn verblijf in Londen drie boeken die voornamelijk of volledig gericht zijn tegen het antinomianisme. [13]Brink, ‘Schade Aan de Leer van Vrije Genade’, 108.De Westminster Assembly bouwt op eerdere belijdenissen en de BijbelDe Assembly vindt plaats in een roerige periode in Engeland, zowel politiek, kerkelijk als theologisch. Toch er geen sprake van een specifieke theologie in de Westminster Confessie en de catechismussen. In de laatste eeuw is regelmatig opgemerkt dat de Westminster documenten niet meer in lijn zijn met Calvijn; ze zouden een te ver doorgeredeneerd calvinisme verwoorden dat alle leer onder het juk van de uitverkiezing brengt. [14]Zie voor een overzicht: Letham, The Westminster Assembly, 101-3.Uit vergelijkingen blijkt echter dat de Westminster belijdenissen op één lijn staan met de reformatorische belijdenissen uit Engeland, Ierland en de rest van Europa, en vooral diverse formuleringen aanvullen. [15]Zie voor een uitgebreide onderbouwing hoofdstuk 4 “Sources of the Assembly’s Theology” in: Letham, The Westminster Assembly. Daarnaast blijkt uit de notulen dat er veel correspondentie was met theologen op het Europese continent. Ook citeerde men veelvuldig kerkvaders als Augustinus, evenals Calvijn, Luther en gereformeerde theologen uit de tijd van de Reformatie. [16]Zie voor een uitgebreide onderbouwing hoofdstuk 5 “The Reformed and Catholic Contexts” in: Letham.Veel belangrijker nog is dat de belangrijkste bron voor de theologie van de Westminster Assembly de Bijbel is. Dat blijkt heel duidelijk uit de vastlegging van de debatten in de notulen. De afgevaardigden zijn voortdurend in discussie over de betekenis van passages uit het Oude en Nieuwe Testament. De theologie van Westminster is dus niet gebaseerd op logische speculatie en theologisch doorredeneren. Ze is gegrond op de tekst van de Bijbel in zijn oorspronkelijke talen en tot stand gekomen met kennis van de geschiedenis van de interpretatie van Gods Woord, vanaf de kerkvaders tot de Middeleeuwen en de Reformatie. [17]Letham, 105.Veel van de kritiek blijkt vooral gericht op de Westminster Confessie, waarbij men lijkt te vergeten dat er ook nog een Grote Catechismus van Westminster is, die op sommige punten meer uitleg geeft of een net iets andere focus kiest. De Confessie gaat bijvoorbeeld uit van een logische volgorde in de orde des heils, terwijl de Grote Catechismus alles plaatst onder de paraplu van de vereniging en gemeenschap met Christus in genade en heerlijkheid (GC 65-90). [18]Letham, 242-46.Het laatste grote reformatorische belijdenisgeschriftWe moeten de documenten van Westminster, net als de Dordtse Leerregels, zien als compromisdocumenten die enerzijds de dwalingen scherp afwijzen [19]De Westminster Assembly wees de leer van Rome af, sommige aspecten van het lutheranisme (al wordt Luther vaak met instemming geciteerd), de leer van de wederdopers, het antinomianisme, in navolging van Dordt het arminianisme en als laatste het amyraldisme. Zie: Letham, 117-19. en anderzijds flexibiliteit bieden om recht te doen aan de vele verschillende meningen onder de afgevaardigden.Het is mijns inziens dus terecht dat de Westminster Confessie het laatste grote reformatorische belijdenisgeschrift wordt genoemd. Door de compleetheid wordt het wel ‘het bekwaamste en rijpste product van de grote Reformatie’ genoemd. [20]C. Harinck, Om het hart van het Evangelie (Houten: Den Hertog, 1994), 24; Zie ook: Edward D. Morris, Theology of the Westminster Symbols: A Commentary Historical, Doctrinal, Practical, on the Confession of Faith and Catechisms and the Related Formularies of the Presbyterian Churches (Columbus: Champlin, 1900), 62; Geciteerd in: Letham, The Westminster Assembly, 117. Onderwerpen als de leer van het werkverbond en het genadeverbond, de vrije wil, de aanneming tot kinderen en de leer van de laatste dingen vinden we nergens zo compleet beleden als in de Westminster Confessie.Het einde van de Westminster AssemblyDe laatste plenaire vergadering van de Westminster Assembly vindt plaats in februari 1649, waardoor 1649 vaak als einddatum van deze vergadering wordt genomen. Omdat een commissie die zich met kwesties rondom de bevestiging van predikanten bezighield tot 1652 aan de slag blijft, wordt ook dat jaar regelmatig als einddatum van de Westminster Assembly genoemd. [21]Selderhuis, ‘Wat op de synode werd besproken’, 107.De politieke situatie is ondertussen flink veranderd, waardoor het parlement minder in staat is om alles wat het zich had voorgenomen uit te voeren. Wanneer na de dood van Cromwell de monarchie weer terugkeert, heeft het parlement helemaal niets meer te zeggen. Zo komt het uiteindelijk niet tot een kerk met een presbyteriaal systeem, maar keert men terug naar het oude hiërarchische stelsel. Het doel van een eenvormige liturgie, leer en kerkvorm in de drie landen Engeland, Schotland en Ierland is niet bereikt. Wel zullen de door de Westminster Assembly opgeleverde documenten een grote invloed krijgen.Laten we gaan kijken wat de Westminster documenten leren over de vrije wil, uitverkiezing en het aanbod van genade. Voetnoten (21) Tagged:AntinomianismeEngelandHypothetisch universalismeWestminster Vorige Conclusie: het aanbod van genade in de vroege puriteinse theologie Volgende Het aanbod van genade in de Westminster Confessie en Grote Catechismus