Spurgeon tussen arminianisme en hypercalvinismeDe bekende Charles Haddon Spurgeon (1834-1892) heeft veel strijd gevoerd met het hypercalvinisme. Niet alleen met het hypercalvinisme trouwens, want ook en meer nog bestrijdt hij het arminianisme. Spurgeon houdt vast aan de Bijbelse paradox dat ieder mens de verantwoordelijkheid heeft om het Evangelie te geloven, maar daar door de zonde niet toe in staat is. Dat past niet in de menselijke logica, maar, zegt Spurgeon, dat is geloof: de rede die rust in God. [1]Iain H. Murray, The forgotten Spurgeon (Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 1966), 8-9.De gevaren van het hypercalvinisme volgens SpurgeonSpurgeon wordt aangevallen door de hypercalvinisten omdat hij volgens hen te ruim en te uitnodigend preekt. De term hypercalvinisme gebruikt Spurgeon overigens niet graag. Calvijn maakte ons menselijk denken ondergeschikt aan de Bijbel. Een leer die juist een menselijk denksysteem naar de Bijbel brengt, verdient de naam ‘calvinisme’ niet, vindt Spurgeon. Hij ziet het verschil tussen calvinisme en hypercalvinisme niet als slechts een verschil in de mate van calvinisme, waarin je dus sterker of minder sterk kunt zijn, maar als een verschil tussen goed en fout calvinisme. [2]Iain H. Murray, Spurgeon v. Hyper-Calvinism – The battle for Gospel Preaching (Edinburgh: The Banner of Truth Trust, 1995), 40.Dit betekent niet dat Spurgeon zich afzet tegen de leerpunten die de hypercalvinisten benadrukken. Hij zegt het zelf als volgt:Ik denk niet dat ik verschil van mijn hypercalvinistische broeders in wat ik geloof, maar ik verschil wel van hen in wat zij niet geloven. Ik geloof niet minder dan zij, maar ik geloof iets meer, en ik denk iets meer van de waarheid die in de Schrift wordt geopenbaard. Er zijn niet slechts een paar kardinale leerstukken aan de hand waarvan we ons schip naar het noorden, zuiden, oosten of westen kunnen sturen; als we het Woord bestuderen, zullen we ook iets leren over noordwest en noordoost en alles wat tussen de vier kardinale punten ligt. [3]Spurgeon geciteerd in: Murray, 38.Spurgeon wijst in reactie op de hypercalvinisten dus niet de kernpunten van de gereformeerde leer af. Hij is zich echter wel bewust van het gevaar van het hypercalvinisme. Wie slechts een deel van de Bijbelse waarheid benadrukt, is vatbaar voor grote dwalingen. Murray vat Spurgeons bezwaren tegen het hypercalvinisme samen in vier punten: [4]Murray, 99. het beperkt de Evangelienodiging, het beschouwt Gods Woord en beloften niet als voldoende basis om te geloven, het minimaliseert de menselijke verantwoordelijkheid en het ontkent dat Gods liefde zich uitstrekt naar anderen dan de uitverkorenen. Ik zal kort laten zien hoe Spurgeon op ieder punt reageert.Het hypercalvinisme beperkt de prediking van het EvangelieSpurgeons eerste probleem met het hypercalvinisme is dat het de prediking van het Evangelie inperkt. Volgens het hypercalvinisme mag het Evangelie alleen aan ontdekte zondaren worden verkondigd. In een preek over de barmhartige Samaritaan zegt Spurgeon daarover het volgende:Net als de priester in deze gelijkenis zien ze de arme zondaar en zeggen: ‘Hij is zich niet bewust van zijn nood, we kunnen hem niet tot Christus nodigen.’ ‘Hij is dood,’ zeggen ze, ‘het heeft geen zin om te preken voor dode zielen.’ Daarom lopen ze aan de andere kant van de weg voorbij. Ze blijven dicht bij de uitverkorenen en levendgemaakten, maar hebben niets te zeggen tegen de doden, uit angst dat ze Christus te genadig voorstellen en te gul spreken over Zijn barmhartigheid. (…) Ik heb predikanten horen zeggen: ‘We moeten de staat van de zondaar beschrijven en hem waarschuwen, maar we mogen hem niet uitnodigen tot Christus.’ Ja, heren, jullie moeten aan de andere kant voorbijgaan, nadat jullie een blik op hem hebben geworpen, want volgens jullie eigen belijdenis hebben jullie geen goed nieuws voor die arme stakker. Ik dank mijn Heere en Meester dat Hij mij een Evangelie heeft gegeven dat ik kan brengen aan dode zondaars, een Evangelie dat beschikbaar is voor de slechtste van de slechten. [5]Spurgeon geciteerd in: Murray, The forgotten Spurgeon, 50.Spurgeon is hier scherp op omdat hij beseft dat een zondaar heel lijdelijk kan worden als de garantie dat hij het Evangelie mag aannemen in innerlijke kenmerken of gevoelens zou liggen. Want als een zondaar dan geen berouw of noodzaak voelt, heeft hij niet de plicht om te geloven en is het Evangelie niet aan hem gericht. Spurgeon verstopt de leer van de uitverkiezing niet, maar meent dat hypercalvinisten de aandacht afleiden van de noodzaak van persoonlijk geloof in Christus. Daarmee verdraaien ze de focus van de Bijbel en versterken ze de lijdelijkheid in ongelovigen. [6]Murray, 50-51.Volgens hypercalvinisten is de Evangelieprediking een uiteenzetting van de feiten van het Evangelie. De predikant mag niets zeggen waarmee hij zijn hoorders het idee geeft dat de beloften van Christus voor hen bedoeld zijn, totdat er bewijs is dat de Heilige Geest in hun hart is begonnen. Alleen ontdekte zondaren mag hij de beloften van het Evangelie voorhouden. Volgens Spurgeon leert de Bijbel heel duidelijk iets anders:Petrus preekte de Christus van het Evangelie. Hij preekte het persoonlijk en rechtstreeks tot de menigte die zich om hem heen had verzameld. Onder ons is een groep mannen opgestaan die zeggen dat ze het Evangelie op de juiste manier aan zondaars verkondigen wanneer ze slechts wat uitspraken doen over wat het Evangelie is en wat het betekent om onbekeerd te sterven, maar ze worden woedend en noemen het bedrieglijk als iemand tegen de zondaar durft te zeggen: ‘Geloof’ of ‘Bekeer je’. Tot deze groep behoorde Petrus niet. Hij was nooit in hun geheim overleg geweest en zou zich, als hij nu leefde, niet bij hun vergadering aansluiten.In een andere preek spreekt Spurgeon over broeders die niet denken dat het hun plicht is om naar de wegen en heggen te gaan en iedereen uit te nodigen voor de maaltijd. O nee! Ze zijn te orthodox om de wil van de Meester te gehoorzamen. Ze willen eerst weten wie er voorbestemd zijn om naar de maaltijd te komen en dan zullen ze hen uitnodigen. Dat wil zeggen, ze zullen doen wat niet nodig is (namelijk, het Evangelie verkondigen aan degenen die al gered zijn).De apostelen daarentegen predikten het Evangelie. Ze predikten hetzelfde Evangelie aan doden en levenden, aan niet-uitverkorenen en uitverkorenen. Het onderscheid ligt niet in het Evangelie, maar daarin dat het door de Heilige Geest wordt toegepast of door de mens wordt verworpen. [7]Spurgeon geciteerd in: Murray, Spurgeon v. Hyper-Calvinism, 71.Het hypercalvinisme trekt mensen af van hun enige grond van geloofDe tweede reden waarom Spurgeon het hypercalvinisme afwijst, is dat het mensen aftrekt van hun enige grond voor het geloof, namelijk het bevel en de beloften van het Evangelie. Hypercalvinisten ontkennen dat er algemene beloften zijn. De beloften in de Bijbel hebben volgens hen allemaal een adres: vermoeiden en belasten, mensen met berouw, overtuigde en ontdekte zondaren. Een hypercalvinistische prediking spoort mensen ten diepste aan iets in zichzelf te zoeken op basis waarvan ze kunnen weten dat de beloften en uitnodigingen in het Evangelie ook voor hen bedoeld zijn. Spurgeon ziet hier een groot gevaar in:Als we zondaars in de prediking voorhouden dat ze een bepaalde zondekennis en een zekere mate van overtuiging moeten hebben, zou dit de zondaar van God in Christus afkeren en op zichzelf terugwerpen. Dan vraagt hij zich ogenblikkelijk af: ‘Heb ik een verbroken hart? Voel ik de last van de zonde?’ Dit is een vorm van het zien op zichzelf. Een mens moet niet op zichzelf zien om redenen te vinden voor Gods genade. [8]Spurgeon geciteerd in: Murray, 78.Juist mensen in wie de Heilige Geest echt aan het werk is, durven niet de conclusie te trekken dat ze genoeg berouw hebben:Ik geloof dat de prediking die de grond om te geloven ergens anders legt dan in het bevel van het Evangelie de ware boetvaardige in de war brengt en de huichelaar geruststelt. Deze prediking zorgt ervoor dat de arme ziel die werkelijk berouw heeft, meent dat hij niet in Christus mag geloven, omdat hij zoveel hardheid in zijn eigen hart ziet. Hoe geestelijker een mens is, hoe ongeestelijker hij zichzelf ervaart. (…) Vaak denken de mensen met het meeste berouw dat ze juist geen berouw hebben. [9]Spurgeon geciteerd in: Murray, 77.Wat hebben zulke mensen nodig? Juist diegenen die niets in zichzelf kunnen vinden dan zonden en te weinig berouw? De vrije nodiging van het Evangelie! Spurgeon brengt dit Evangelie op de volgende manier:Het Evangelie is dat u in Christus Jezus geloven moet; dat u alles buiten uzelf zoekt en op Hem alleen vertrouwt. Zegt u: ‘Ik voel me zo schuldig’? U bent zeker schuldig, of u dat nu voelt of niet; u bent veel schuldiger dan u beseft. Kom tot Christus omdat u schuldig bent, niet omdat het zien van uw schuld u geschikt heeft gemaakt om te komen. Vertrouw op niets van uzelf, zelfs niet op uw besef dat u Hem nodig hebt. [10]Spurgeon geciteerd in: Murray, 79.Zondaren, ik spreek u aan met woorden van leven. Jezus heeft niets van u nodig, helemaal niets, niets wat u doet, niets wat u voelt; Hij geeft zowel het doen als het voelen. Haveloos, berooid, zoals u bent, verloren, verlaten, eenzaam, zonder goede gevoelens en zonder goede hoop – Jezus komt naar u toe en spreekt u vol medelijden aan: ‘Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.’ [11]Spurgeon geciteerd in: Murray, 79.‘Die tot Mij komt’. Iemand kan zich schuldig hebben gemaakt aan een afschuwelijke zonde, te erg om te noemen; maar als hij naar Christus komt, zal hij niet worden uitgeworpen. Hij kan zich zo zwart als de nacht gemaakt hebben, zo zwart als de hel … Ik weet niet welke mensen vanavond in deze zaal zijn samengekomen, maar als hier inbrekers, moordenaars, en bijzonder gevaarlijke mannen waren, zou ik ook hen uitnodigen om naar Christus te komen, want Hij zal hen niet uitwerpen. Er wordt geen grens gesteld aan de grootte van de zonde. Iedereen ter wereld, iedere godslasterlijke, duivelse persoon die naar Christus komt, zal door Hem worden verwelkomd. Ik gebruik sterke taal om de poort van de genade te openen. Ieder die tot Christus komt, ook al komt hij uit achterbuurt of kroeg, gokhal of speelhuis, gevangenis of bordeel – Jezus zal hem beslist niet uitwerpen. [12]Spurgeon geciteerd in: Murray, 79.Alleen de Heilige Geest kan het Evangelie kracht laten doen in het hart van een zondaar. Deze Geest wil Zich verbinden aan het Evangelie dat het hart op Christus richt. De zondaar moet juist van alles in zichzelf afzien en zijn vertrouwen alleen op Christus stellen. Maar, zal de hypercalvinist tegenwerpen, een zondaar kan zelf zijn vertrouwen niet op Christus stellen. Je mag een zondaar niet oproepen tot iets wat hij niet zelf kan.Het hypercalvinisme minimaliseert de menselijke verantwoordelijkheidDat brengt ons bij Spurgeons derde bezwaar tegen het hypercalvinisme: het minimaliseert de menselijke verantwoordelijkheid. Spurgeon houdt vast aan de paradox tussen Gods soevereiniteit en de menselijke verantwoordelijkheid, wat we eerder al zagen bij Fuller en alle puriteinen die een middenpositie innemen. Spurgeon zegt het zo:Het systeem van de waarheid bestaat niet uit één rechte lijn, maar uit twee. Niemand zal ooit het juiste zicht op het Evangelie krijgen voordat hij weet hoe hij beide lijnen tegelijk kan zien. (…) Als ik zou beweren dat de mens volledig vrij is om te handelen, zonder dat God heerschappij heeft over zijn daden, dan zou ik gevaarlijk dicht bij het atheïsme komen. Als ik zou beweren dat God alle dingen zodanig bestuurt dat de mens niet vrij genoeg is om verantwoordelijk te kunnen zijn, drijft dat me meteen naar het antinomianisme of het fatalisme. Dat God voorbestemt en dat de mens verantwoordelijk is zijn twee zaken die maar weinigen kunnen zien. Velen geloven dat deze waarheden inconsistent en tegenstrijdig zijn, maar dat zijn ze niet. Het is de schuld van ons zwakke inzicht. (…) Het is mijn dwaasheid die me doet denken dat twee waarheden elkaar ooit kunnen tegenspreken. [13]Spurgeon geciteerd in: Murray, Spurgeon v. Hyper-Calvinism, 82.Voor ons beperkte menselijke verstand lijkt Gods soevereiniteit in tegenspraak met onze verantwoordelijkheid. Wij kunnen de uitverkiezing en Gods soevereine genade niet rijmen met de oproep tot bevel en geloof in het Evangelie. Toch moeten we buigen voor God en Hem alle eer geven van onze verlossing, zonder dat we Hem de Auteur van de zonde maken. Het is volledig onze eigen verantwoordelijkheid als we niet geloven en verloren gaan. Spurgeon zet zijn toehoorders klem tussen hun onmacht en hun plicht. Onze onmacht laat ons zien dat we hulp nodig hebben die alleen God kan geven. Onze plicht, uitgedrukt in de aansporingen, beloften en uitnodigingen van het Evangelie, wijst ons de plaats waar vrede en veiligheid te vinden is, namelijk bij de Persoon van de Zoon van God. [14]Murray, The forgotten Spurgeon, 106.Het hypercalvinisme ontkent Gods liefde voor zondarenAls laatste bezwaar noemt Spurgeon dat het hypercalvinisme ontkent dat Gods liefde zich uitstrekt naar anderen dan de uitverkorenen. Hypercalvinisten redeneren: als God bepaalde mensen heeft uitverkoren, kan Hij niet verlangen naar de redding van andere mensen. We hebben volgens hen dan ook geen recht om te vertrouwen op een liefdevolle God als we niet een persoonlijk bewijs hebben dat we bij de uitverkorenen horen.Spurgeon ontkent niet dat er een groot verschil is tussen Gods liefde voor Zijn uitverkorenen en Zijn liefde (algemene goedheid) voor alle mensen. We moeten dit echter niet dusdanig gaan beredeneren dat we God alleen gaan zien als een boos, straffend en rechtvaardig God. Vergeet niet dat God ook liefde is. God is zoveel meer welwillend om ons zalig te maken dan dat we dit zelf willen! Wij kunnen en hoeven God niet met ons berouw over te halen om ons genadig te zijn. Laten we niet redeneren over de verborgen besluiten van God, maar naar Christus vluchten en ons toevertrouwen aan Zijn liefde:Ik spoor u aan: vlucht tot Christus! O broeder, weet u hoe liefdevol Christus is? Laat me u vertellen wat ik vanuit mijn eigen ziel weet. (…) Ik dacht dat Christus wreed en onvriendelijk was. O, ik kan mezelf nooit vergeven dat ik zo slecht over Hem dacht. Maar wat een liefdevolle ontvangst kreeg ik toen ik tot Hem ging. Ik dacht dat Hij me zou slaan, maar Zijn hand was niet in woede gebald. Hij opende Zijn armen vol barmhartigheid. (…) Zijn ogen stonden vol tranen. Hij viel me om de hals en kuste me. (…) Ik smeek u, sta stil en denk na. Weet u wat het is dat u deze ochtend afwijst? U wijst Christus af, uw enige Zaligmaker. (…) Ik zou slechter dan slecht zijn als ik nu niet, met alle liefde, vriendelijkheid en ernst, u smeek om ‘naar het eeuwige leven te grijpen’, om ‘niet te werken om de spijze die vergaat, maar om de spijze die blijft tot in het eeuwige leven’. [15]Spurgeon geciteerd in: Murray, Spurgeon v. Hyper-Calvinism, 96-97.Spurgeon laat in zijn preken duidelijk merken dat het hem er vooral om te doen is zijn toehoorders bij Christus te brengen. Hij wil niets liever dan dat ze hun vertrouwen volledig op de Heere Jezus stellen.We kunnen Spurgeons bezwaren tegen het hypercalvinisme samenvatten in zijn uitspraak dat hypercalvinisten zondaren eerst een goed begrip van de theologie willen geven voordat ze in Christus mogen geloven. Zoals we al zagen, is dat ook nog eens geen goede, Bijbelse theologie. [16]Murray, 114. Ondanks dat Spurgeon zijn hele leven voor de calvinistische leer heeft gestreden, vond hij de leer niet het belangrijkste. De leer is als een troon waar Christus op moet zitten, en wat heb je aan een troon als hij leeg is? Wat we nodig hebben, is een vernieuwde en diepere toewijding aan Christus. [17]Murray, 122.Volgens hypercalvinisten is Spurgeon een arminiaanDoor de hypercalvinisten wordt Spurgeon weggezet als een arminiaan. Hij preekt volgens hen ‘Fullerism’, de ‘plicht tot geloof’ fout die Fuller volgens hen introduceerde in de voorgaande eeuw. [18]Murray, 48. Ze vinden zijn leer tegenstrijdig omdat hij enerzijds de zondigheid van de mens leert en anderzijds al zijn toehoorders oproept om in Christus te geloven. De leer van de ‘plicht tot geloof’ is volgens hen zeer schadelijk voor de kerk. Spurgeon zegt bijvoorbeeld dat je je niet hoeft af te vragen of je uitverkoren bent, maar je moet toevertrouwen aan de genade van Christus. Dit beschouwt men als het afwijzen van de leer van de uitverkiezing. [19]Murray, 58-60.In reactie op een lezersvraag of het beter is om thuis te blijven dan naar een kerk te gaan waar geleerd wordt dat alle mensen de plicht hebben om te geloven, reageert de bekende J.C. Philpot dat het beter is om thuis te blijven dan om gevonden te worden in een gemeente van doden. [20]Murray, 64. Spurgeon is echter niet degene die nieuwe dingen toevoegt aan de leer. Hij houdt juist vast aan de originele Baptist Confession of Faith uit 1689, die geheel in lijn staat met de Westminster Confessie en alleen afwijkt op punten van kerkbestuur en kinderdoop. Hij laat de kinderen in zijn gemeente onderwijzen in de Korte Catechismus van Westminster (1647), ook weer met een aanpassing rondom de doop [21]Murray, 14. en refereert regelmatig aan de Westminster documenten wanneer hij zich verdedigt tegen het hypercalvinisme. [22]Murray, 86. Philpot is degene die Westminster en Dordt loslaat en onbijbelse toevoegingen doet aan de belijdenis.Spurgeon ziet zichzelf staan in de traditie van de puriteinen en refereert met instemming aan Fullers uitspraak uit 1787 dat er vóór deze eeuw geen schrijvers van aanzien zijn geweest die ontkenden dat het de plicht van ieder mens is om te geloven in de Heere Jezus Christus voor de redding van zijn ziel. [23]Murray, 50. Het waren de hypercalvinisten die in de 18e eeuw uit angst voor arminianisme en neonomianisme te ver gingen in het afwijzen van het aanbod van genade en de plicht tot geloof.De strijd van Spurgeon met het arminianismeDe beschuldiging dat Spurgeon een arminiaan is, klopt overduidelijk niet. Spurgeon strijdt meer tegen het arminianisme dan tegen het hypercalvinisme. De hypercalvinisten vormen een relatief kleine groep, terwijl in Spurgeons tijd een groot deel van de kerk doortrokken is van arminianisme. [24]Murray, 66. Spurgeon wordt door zijn arminiaanse tegenstanders zelfs een hypercalvinist genoemd. [25]Murray, The forgotten Spurgeon, 55-58. Ook in later eeuwen is dat wel gezegd, maar daarvoor moet de oorzaak worden gezocht bij het niet kunnen onderscheiden van calvinisme en hypercalvinisme. [26]Murray, Spurgeon v. Hyper-Calvinism, 49. Want een overtuigd calvinist was Spurgeon zeker, en dat zette hem ertoe aan om het arminianisme krachtig te bestrijden.Het arminianisme laat de eenheid van de Bijbel losSpurgeon heeft drie hoofdbezwaren tegen het arminianisme. Als eerste ziet hij in dat het arminianisme niet zomaar afwijkt op een onbelangrijk leerpunt, maar de hele eenheid van de Bijbelse openbaring loslaat. Die samenhang is volgens Spurgeon nodig voor de eer van God, de verheerlijking van Christus en de stabiliteit van de gelovige. Hij zegt: ‘Ik zou willen dat u de Bijbel veel bestudeert totdat u een duidelijk beeld krijgt van het hele plan, vanaf de verkiezing tot aan de volharding tot het einde, en van die volharding tot de wederkomst, de opstanding en de glorie die daarna zal komen, eeuwig zonder einde.’ [27]Spurgeon geciteerd in: Murray, The forgotten Spurgeon, 75.Spurgeon verstopt de uitverkiezing niet, maar spreekt er duidelijk over in zijn preken, evenals over de noodzaak van genade en de krachtdadige roeping. In navolging van puriteinen zoals John Owen leert hij de particuliere verzoening:De arminiaan gelooft dat Christus, toen Hij stierf, niet stierf met de bedoeling om specifieke personen te verlossen. Zij leren dat Christus’ dood op zichzelf niet met zekerheid de verlossing van enig mens garandeert. (…) Ze moeten wel geloven dat de verzoening door Christus nutteloos zou zijn als de wil van de mens niet toegeeft en zich niet vrijwillig aan Gods genade overgeeft. (…) Wij zeggen dat Christus met Zijn dood de zaligheid veiligstelde van een menigte die geen mens kan tellen. Deze mensen kunnen niet alleen door Christus’ dood zalig worden, maar ze zijn zalig gemaakt, ze moeten zalig worden gemaakt, en het is onmogelijk dat ze niet zalig worden gemaakt. [28]Spurgeon geciteerd in: Murray, 82.Spurgeon moet dus niets hebben van de algemene verzoening. Om het algemene aanbod van genade te verkondigen, is het ook helemaal niet nodig dat je tegen iedereen kunt zeggen dat Christus voor hen gestorven is. Het voorwerp van het geloof is niet het feit dat je gered of uitverkoren bent, maar Christus Zelf. Spurgeon wijst helder op dit verschil:Wanneer ik toespraken hoorde van sommige opwekkingsbroeders die steeds maar zeiden: ‘Geloof, geloof, geloof’, dacht ik weleens dat ik graag had willen weten wat we precies moeten geloven om behouden te worden. Ik vrees dat er veel vaagheid en onduidelijkheid is over dit onderwerp. Ik heb vaak horen zeggen: ‘Als u gelooft dat Jezus Christus voor u is gestorven, zult u behouden worden.’ Mijn geliefde toehoorder, laat u niet misleiden door dit idee. U kunt geloven dat Jezus Christus voor u is gestorven, en iets geloven dat niet waar is; u kunt iets geloven wat u helemaal niets oplevert. Dat is geen zaligmakend geloof.De mens die zaligmakend geloof heeft, komt later tot de overtuiging dat Christus voor hem is gestorven, maar dat is niet de kern van het zaligmakende geloof. Laat dat idee niet in uw hoofd postvatten, want dat wordt uw ondergang. Zeg niet: ‘Ik geloof dat Jezus Christus voor mij stierf’, en dat u daarom meent dat u behouden bent. Alstublieft, onthoud dit: het belangrijkste element van het echte geloof dat de ziel redt, is vertrouwen op de Heere Jezus Christus – een volkomen rusten met de hele ziel op Hem – dat Hij mij zal verlossen, of Hij nu specifiek voor mij gestorven is of niet. En door geheel en alleen op Hem te vertrouwen, word ik verlost.Daarna kom ik tot het besef dat het bloed van de Zaligmaker ook voor mij is vergoten. Maar als ik denk dat ik dat al besefte voordat ik in Christus geloofde, dan heb ik de Bijbelse volgorde omgekeerd, en heb ik iets voor de vrucht van mijn geloof aangezien wat alleen rechtens wordt verkregen door degene die voor zijn zaligheid volkomen vertrouwt op Christus, op Christus alleen. [29]Spurgeon geciteerd in: Murray, 82-83.Het klinkt misschien vreemd om van Spurgeon kritiek te horen op de oproep om te geloven omdat hij zelf altijd zo ruim en dringend is in zijn preken. We zien hier echter hetzelfde onderscheid dat ook Ames, Sibbes en Rutherford maken: iedere zondaar heeft de plicht om te geloven, maar dat betekent niet dat je moet geloven dat je bent uitverkoren. Dit is het geloof van een verloren zondaar die zich volledig toevertrouwt aan een welwillende Zaligmaker.Het arminianisme leidt tot wetticismeSpurgeons tweede bezwaar tegen het arminianisme is dat het leidt tot wetticisme. Arminianen zeggen dat je niet zalig kunt worden door werken, door eigen verdienste. Maar doordat ze alle nadruk leggen op onze geloofsactiviteit en onze wil leidt hun leer toch tot een nieuwe wet, die we zelf moeten vervullen. Spurgeon wil daar ver bij vandaan blijven:Wat de arminiaan wil doen, is de mens aanzetten tot werken; wat wij willen doen, is deze werken voorgoed doden. Wij willen hem laten zien dat hij verloren is, en dat zijn inspanningen het werk van bekering niet tot stand kunnen brengen; dat hij omhoog moet kijken. Zij proberen de mens rechtop te laten staan; wij proberen hem aan de grond te krijgen, en hem te laten voelen dat hij daar ligt in de hand van God, dat hij zich aan God moet overgeven en roepen: ‘Heere, red ons, of wij vergaan.’ Wij geloven dat de mens nooit zo dicht bij de genade is als wanneer hij begint te merken dat hij tot helemaal niets in staat is. Wanneer hij zegt: ‘Ik kan bidden, ik kan geloven, ik kan dit en dat doen’, dan staan de zelfgenoegzaamheid en arrogantie op zijn voorhoofd getekend. [30]Spurgeon geciteerd in: Murray, 85.Juist deze nadruk op wat we zelf moeten doen, brengt mensen tot wanhoop. Want als je zaligheid niet vastligt in Gods eeuwige en onveranderlijke genade, wat moet je dan beginnen in ziekte, verdriet en depressie, als alle zekerheden van jezelf wegvallen?Het arminianisme ontkent de totale verdorvenheid van de mensHet derde punt van de leer van het arminianisme waar Spurgeon zich tegen afzet, is dat ze de totale verdorvenheid van de mens ontkent. Spurgeon benadrukt in zijn preken dat wedergeboorte noodzakelijk is. Alleen de Heilige Geest kan dat geven. De christelijke kerk probeert dit iedere keer weer te vergeten, aldus Spurgeon, maar waar de oude leer van de wedergeboorte opnieuw duidelijk naar voren wordt gebracht, wil God een opwekking geven in de kerk. [31]Murray, 93.In het verlengde hiervan waarschuwt Spurgeon tegen het gebruik van andere aansporingen en bevelen dan die we in de Bijbel vinden. Hij noemt bijvoorbeeld de oproep om je hart aan Christus te geven. Dat is geen Bijbelse uitspraak. De Bijbel roept ons wel op om te geloven in de Heere Jezus Christus; dan zullen we zalig zijn. [32]Murray, 102.Met zijn duidelijke leer van de uitverkiezing en de particuliere verzoening, het afwijzen van enige menselijke verdienste en het onderwijzen van de totale verdorvenheid van de mens kan Spurgeon dus absoluut geen arminiaan genoemd worden.Spurgeon leert geen oppervlakkig EvangelieSpurgeon leert ook geen oppervlakkig Evangelie. Hij gelooft in plotselinge bekeringen, maar is nog blijer wanneer hij een grondig werk van genade ziet, dat samengaat met de krachtdadige werking van de wet en een diep zondebesef. Als je onkruid goed weg wilt krijgen, moet je niet oppervlakkig ploegen, aldus Spurgeon. [33]Murray, 113. Hij omschrijft de kenmerken van een ware bekering als volgt:Wanneer het Woord van God een mens bekeert, neemt het zijn wanhoop weg, maar niet zijn berouw.Ware bekering geeft een mens vergeving, maar maakt hem niet aanmatigend.Ware bekering geeft een mens volmaakte rust, maar stopt zijn vooruitgang niet.Ware bekering geeft een mens zekerheid, maar laat hem niet ophouden waakzaam te zijn.Ware bekering geeft een mens kracht en heiligheid, maar laat hem nooit opscheppen.Ware bekering brengt alle plichten van het christelijke leven tot overeenstemming. (…) Het brengt alle plichten, emoties, hoop en vreugden in evenwicht.Ware bekering brengt een mens ertoe voor God te leven. Hij doet alles voor de glorie van God, of hij nu eet, drinkt of iets anders doet.Ware bekering maakt dat een mens voor Gods aangezicht leeft. (…) Hij wil te allen tijde leven alsof hij in Gods tegenwoordigheid is, en daar is hij graag. (…) En zo’n man komt nu tot het leven met God. Hij geniet de gezegende gemeenschap met Hem; hij spreekt met Hem zoals een man met zijn vriend spreekt. [34]Spurgeon geciteerd in: Murray, 119-20.ConclusieSpurgeon heeft zich welbewust tegen zowel het arminianisme als het hypercalvinisme afgezet. Scherp zag hij de gevaren aan beide kanten. Het wrange is dat hij daardoor ook van beide kanten werd aangevallen. De hypercalvinisten noemden hem een arminiaan en de arminianen noemden hem een hypercalvinist.Hoewel Spurgeon een heldere middenpositie innam, gleed zijn gemeente na zijn dood al snel af naar een leer die niet meer in de voetsporen van het calvinisme en de puriteinen stond. Hoe kon dat gebeuren? Murray wijst naar de arminiaanse invloed die al wijdverbreid was in de kerk in Engeland, maar ook naar Spurgeons opvolgers. Zij zetten zich niet meer bewust af tegen het arminianisme en lieten bovendien leerstukken van het calvinisme los, waaronder de particuliere verzoening. [35]Zie: Murray, 235-52.Dit is een belangrijke les voor ons allemaal: we gaan dwalen als we ons niet bewust afzetten tegen de gevaren van beide kanten, het hypercalvinisme én het arminianisme. Voetnoten (35) Tagged:ArminianismeGevarenHypercalvinisme Vorige Andrew Fuller en zijn antwoord op de 'Modern Question' Volgende Conclusie: hoe blijf je gereformeerd?