Aan welke voorwaarden moet je voldoen om dit aanbod te krijgen?Het tweede kernwoord van het aanbod van genade is ‘onvoorwaardelijk’. Het is belangrijk dat we nog even teruggrijpen op wat ik eerder in dit hoofdstuk heb gezegd: we moeten het aanbod van genade niet verwarren met het ‘in bezit stellen’ van Gods genade of met het aanbod van de genadewerkingen van de Heilige Geest, zoals de wedergeboorte en het geloof. Als we dit niet duidelijk voor ogen houden, wordt de discussie over het voorwaardelijke of onvoorwaardelijke aanbod van genade snel onduidelijk.Is het aanbod van genade onvoorwaardelijk of niet?Tegenstanders van het onvoorwaardelijke aanbod van genade wijzen naar de Dordtse Leerregels, die in artikel II.5 zeggen dat het Evangelie ‘zonder onderscheid moet verkondigd en voorgesteld worden, met bevel van bekering en geloof’. [1]Dordtse Leerregels II.5. Ds. J.J. van Eckeveld zegt hierbij:In de weg van bekering en geloof krijg je deel aan die belofte. In die zin kan men de aanbieding van genade voorwaardelijk noemen. Maar dan moeten we niet denken dat het voorwaarden zijn die wij eerst moeten voldoen. God doet dat. De vervulling van die voorwaarden is enkel genade. Gelukkig! [2]J.J. van Eckeveld, ‘Het aanbod van genade’, Daniël, 9 december 2012, (digitale versie) .Vervolgens wijst hij op het onvoorwaardelijke van het aanbod, dat komt tot iedereen die het hoort. Het komt dus niet alleen tot mensen die aan hun zonde zijn ontdekt, die een schuldverslagen hart hebben of die hongeren naar de gerechtigheid. We zien hier het verschil tussen het aanbod van Gods genade (ze is beschikbaar) en het daadwerkelijk deel krijgen daaraan. Ds. C. Harinck legt dit duidelijk uit:Bekering en geloof zijn wel de vereisten om in het bezit van de aangeboden goederen te komen, maar geen vereisten om aan zondaren het Evangelie te verkondigen. Jezus heeft Zijn discipelen niet opgedragen: Ga heen en verkondig het Evangelie aan hen die over hun zonden bedroefd zijn, in Mij geloven en zich tot God bekeren. Hij heeft wel gezegd, dat alleen deze mensen Zijn heil verkrijgen zullen en dat zij die niet geloven, verdoemd zullen worden. [3]C. Harinck, De prediking van het Evangelie – het aanbod van genade (Houten: Den Hertog, 2002), 18-19.Er is dus geen voorwaarde verbonden aan het adres van het aanbod van genade, maar wel aan het aannemen ervan. Om het aanbod aan te nemen, is bekering en geloof nodig. Maar iedereen mag geloven. Daar hoef je jezelf niet geschikt voor te maken. Met andere woorden: het geloof is een voorwaarde om in bezit te komen van de aangeboden genade, maar er zijn geen voorwaarden om te geloven.Het geloof is niet een nieuwe wetHet kernwoord ‘onvoorwaardelijk’ ligt dus eigenlijk in het verlengde van ‘algemeen’. Bij de bespreking van het woord ‘algemeen’ heb ik op grond van de Bijbel en gereformeerde theologen laten zien dat het aanbod van genade tot iedereen komt, zonder onderscheid. Waarom is het dan nodig hier het kernwoord ‘onvoorwaardelijk’ aan toe te voegen? Eigenlijk is het woord ‘onvoorwaardelijk’ ook weer een stellingname tegen een valkuil of dwaling op het gebied van het aanbod van genade. Zoals het woord ‘algemeen’ stelling neemt tegen de hypercalvinisten enerzijds en de algemene verzoeningsleer anderzijds, zo komt de term ‘onvoorwaardelijk’ voort uit een strijd tegen de neonomianen. Deze strijd is misschien wel het scherpst uitgevochten in Schotland. [4]Het zogenaamde ‘Marrow conflict’ in de 18e eeuw. Dit was een strijd tegen een wettische manier van Evangelieprediking (neonomianisme) in die dagen. Zie dit hoofdstuk voor een uitgebreide beschrijving hiervan.De neonomianen reageerden op de ontsporing van de antinomianen, die leerden dat de gelovigen volledig zijn vrijgemaakt van de wet; ook van de wet als regel van dankbaarheid. De neonomianen leerden dat Christus de wet inderdaad heeft vervuld, maar dat er nu een nieuwe wet is die geloof en bekering eist. ‘Dit zijn geschikt makende condities waarop de zondaar deel krijgt aan de zegeningen van het genadeverbond. Door zijn berouw en geloof verwerft de mens zich het recht op de zaligheid.’ [5]Harinck, De prediking van het Evangelie, 33. De mens moet dus eerst aan voorwaarden voldoen voordat het aanbod van genade van toepassing is. Je mag tot Christus komen als je je leven hebt gebeterd en echt berouw hebt over je zonden.De Marrow-men [6]Dit is een aanduiding voor de twaalf predikanten die betrokken waren bij het Marrow conflict in Schotland in de 18e eeuw. Onder hen waren Thomas Boston, Ebenezer Erskine en Ralph Erskine. Ze streden tegen de wettische manier van Evangelieprediking (neonomianisme) in hun dagen. Zie ook dit hoofdstuk over de Marrow Controversy. hebben hier sterk op gereageerd. Ralph Erskine zegt zelfs: ‘Beter geen Evangelie, dan een voorwaardelijk Evangelie.’ [7]C. Harinck, ‘Het aanbod van genade’, Daniël, 12 april 1985, (digitale versie). Het Evangelie is onvoorwaardelijk: ‘En de Geest en de bruid zeggen: Kom. En die het hoort, zegge: Kom. En die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens om niet’ (Openb. 22:17). Het Evangelie roept juist de verloren en onheilige zondaren! Zegt de Heere Jezus niet Zelf tegen Zachéüs: ‘Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren was’ (Luk. 19:10)? De wet eist, het Evangelie belooft en roept. Zelfs het geloof is een genadige gave van God (Ef. 2:8, Fil. 2:13).Het probleem van een voorwaardelijk aanbod van genadeHet grote probleem van een voorwaardelijk aanbod van genade is dat zo’n prediking mensen niet uitnodigt om tot Christus te komen zoals ze zijn. Het is voluit Bijbels dat niemand uit zichzelf Christus gaat zoeken, en dat dit gaat door een weg van zondebesef en het voelen van de noodzaak van verzoening (zie bijvoorbeeld Lukas 5:31, Galaten 3:24). Maar als de prediking voorwaarden verbindt aan het aanbod van genade verwijst ze een zondaar ten diepste naar zichzelf. In plaats van tot Christus te vluchten, ga je zoeken naar geschikt makende voorwaarden in jezelf. Heb ik genoeg berouw over mijn zonden? Heb ik voldoende levensheiliging? Ben ik bekeerd? Heb ik wel genoeg geloof? Zo zoek je de grond voor de aanneming bij God in jezelf.Ds. C. Harinck haalt Boston aan om te laten zien dat dit juist de mensen die de Heilige Geest aan hun zonden heeft ontdekt moedeloos en wanhopig maakt:Boston zegt, dat dit een leer is, die de geveinsden doet groeien in vermetelheid en de oprechten moedeloos maakt. Een geveinsde neemt al spoedig aan, dat zijn berouw het echte is en zal op grond daarvan met grote vermetelheid zich Christus en de genade toe-eigenen. De oprechte verdenkt zijn berouw en zoekt naar oprechter en dieper leedwezen over de zonde en wordt moedeloos en wanhopig onder een prediking, die de genade aanbiedt op voorwaarden. [8]C. Harinck, ‘Het aanbod van genade’, Daniël, 12 april 1985, (digitale versie).Voorwaardelijke en onvoorwaardelijke beloften in de BijbelMaar zijn niet juist de beloften en nodigingen in het Evangelie ook voorwaardelijk? Moet je geen dorst hebben (Openb. 22:17), vermoeid en belast zijn (Matth. 11:28), geloven (1 Joh. 3:23), een nieuw hart en een nieuwe geest maken (Ezech. 18:31)? Er staan inderdaad voorwaardelijke beloften in de Bijbel, maar dat betekent niet dat het aanbod van genade voorwaardelijk is. Veel van deze beloften of geadresseerde nodigingen zijn juist bedoeld om de naar vrede zoekende zondaar te bemoedigen om de beloften te omhelzen. [9]C. Harinck, Gods beloften in het persoonlijk leven (Houten: Den Hertog, 2017), 81. Dat de beloften een adres hebben is geen blokkade, maar een aanmoediging, zoals Binning benadrukt:Velen verdraaien de eenvoud van het Evangelie. Ze stellen strikte eisen met betrekking tot voorbereidingen en de mate daarvan. Vervolgens maken ze deze eisen tot voorwaarden of beperkingen van de bevelen en beloften van het Evangelie. Bijvoorbeeld bij de uitnodiging: ‘Komt allen die vermoeid zijt’. Op die manier lijken zij mensen die niet aan deze kwalificaties voldoen uit te sluiten van het recht om te geloven. Dat is een grote misvatting. Ongetwijfeld zijn deze en vergelijkbare teksten niet bedoeld om iemand die wil komen, uit te sluiten – want ‘die wil, kome en neme het water des levens om niet’. Ze zijn veeleer bedoeld als bemoediging voor vermoeide en gebroken mensen die denken dat zij de enigen zijn die worden uitgesloten. Ze vertellen ons iets over de aard van het ware geloof, namelijk dat een mens van zichzelf moet worden afgebracht voordat hij tot Christus kan komen. [10]H. Binning, The Sinner’s Sanctuary – Being forty sermons on the eighth chapter of Romans, e-book (Monergism Books, 2020), 37, (link).Bovendien schenkt God wat Hij eist. Hij eist niet alleen een nieuw hart, Hij geeft het ook (Ezech. 36:26). God eist niet alleen geloof, Hij schenkt het ook (Ef. 2:8). Hij eist niet alleen een hongeren en dorsten, Hij werkt beide het willen en het werken (Fil. 2:13). [11]John Bunyan wijst hierop in zijn boek Komen tot Jezus Christus – Hoe zondaren tot Hem komen en waarom ze bij Hem welkom zijn (Leiden: Uitgeverij Groen, 1993), 74: ‘De voorwaardelijke belofte eist bekering, de absolute belofte geeft die (Hand. 5:30-31); de voorwaardelijke belofte eist geloof, de absolute belofte geeft het (Zef. 3:12, Rom. 15:12). De voorwaardelijke belofte vraagt een nieuw hart, de absolute belofte geeft het (Ezech. 36:26). De voorwaardelijke belofte vereist een heilige gehoorzaamheid, de absolute belofte schenkt die, of is er de oorzaak van (Ezech. 36:27).” Er is geen voorwaardelijke belofte die je niet kunt terugbrengen tot een onvoorwaardelijke belofte, aldus Gray:Toch belijden we dat er in heel het genadeverbond geen voorwaardelijke belofte is die niet tot een onvoorwaardelijke belofte kan worden teruggebracht. Want dat wat (in de voorwaardelijke belofte) beloofd wordt, is een absoluut vrije gave, en datzelfde geldt voor de voorwaarde die eraan verbonden is. [12]Andrew Gray, ‘Kostbare beloften’, De Tabernakel, 2023, (digitale versie).We moeten met de eis van de voorwaardelijke beloften vluchten tot wat in de absolute beloften wordt beloofd. Of, zoals Comrie het zegt:… probeer dan van de voorwaardelijke naar de volstrekte beloften te vluchten. U zult daar ervaren dat diezelfde genadegaven zonder voorwaarde beloofd worden. Pleit daarop, en uw geloof zal versterkt worden om de voorwaardelijke belofte aan te nemen. [13]Alexander Comrie, Verhandeling van enige Eigenschappen van het zaligmakend geloof (Apeldoorn: Uitgeverij De Banier, 2012), 555.Preek het aanbod van genade onvoorwaardelijkZo blijft er in het Bijbelse aanbod van genade dus geen enkele voorwaarde over. De prediking moet ons altijd naar Christus wijzen. Niets mag ons daarin verhinderen. Daarom is het zo belangrijk dat het aanbod van genade onvoorwaardelijk wordt verkondigd! Zelfs aan mensen die hun ellende niet voelen en totaal verhard zijn.We lezen in Jesaja 46:12-13: ‘Hoort naar Mij, gij stijven van hart, gij die verre van de gerechtigheid zijt. Ik breng Mijn gerechtigheid nabij, zij zal niet verre wezen, en Mijn heil zal niet vertoeven; maar Ik zal heil geven in Sion, aan Israël Mijn heerlijkheid.’ En in Openbaring 3:17 staat: ‘Want gij zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb geens dings gebrek; en gij weet niet dat gij zijt ellendig en jammerlijk en arm en blind en naakt.’Wij denken misschien: wat moet je nu tegen zulke mensen zeggen? Ze moeten toch eerst hun ellende leren kennen voordat we het Evangelie aan hen kunnen en mogen verkondigen? Maar de Bijbel zegt in het volgende vers: ‘Ik raad u dat gij van Mij koopt goud, beproefd komende uit het vuur, opdat gij rijk moogt worden; en witte klederen, opdat gij moogt bekleed worden en de schande uwer naaktheid niet geopenbaard worde; en zalf uw ogen met ogenzalf, opdat gij zien moogt’ (Openb. 3:18).Dat het aanbod van genade onvoorwaardelijk is, betekent dus dat Christus als beschikbare Zaligmaker aan iedereen wordt aangeboden, zonder enige eis of voorwaarde waaraan een mens zelf moet voldoen.Maar waarom wordt de genade aangeboden? Wil God iedereen zalig maken? Voetnoten (13) Tagged:BeloftenOnvoorwaardelijk aanbodVoorwaarden Vorige Aan wie wordt de genade aangeboden? Volgende Waarom wordt de genade aangeboden?